De Amerikaanse eik is een snelgroeiende loofboom
die tot 50 meter hoog kan worden.
De kroon is in eerste instantie kegelvormig
maar spreidt zich later breed en rond uit.
De grijze bast blijft lang glad maar op den duur
ontstaat er toch een ondiep gekloofde schors.
De bladschijf is 10 – 25 cm lang met aan weerszijden
4 – 6 getande en spitse lobben.
De inbochtingen daartussen zijn rond of wigvormig
en meestal niet dieper dan tot halverwege de middennerf.
De bovenzijde is dofgroen gekleurd, de onderzijde is wat lichter.
De bladsteel is 2 – 5 cm lang.
In de herfst kleurt het lover rood, geel of bruin.
De bloemen van deze eenhuizige boom verschijnen in mei.
De mannelijke manifesteren zich als losse, geelgroene katjes,
de vrouwelijke bloemen zijn zeer kort gesteeld en onopvallend klein.
Ze zitten alleenstaand of paarsgewijs aan de twijgen.
De vruchten worden gevormd door gedrongen,
tot 2,5 cm grote eikels die alleen of paarsgewijs
aan een korte maar stevige steel zitten.
De vruchtbekers zijn vlak schotelvormig.
De roodbruine eikels blijven in het eerste jaar zo groot
als een erwt en rijpen pas in het tweede jaar.
De Amerikaanse eik komt veel voor in loofbossen, Home
maar is in onze streken voornamelijk aangeplant.
Hij voelt zich lekker op zowel voedselrijke leemgrond
als ook op arme zandgronden.
Extra hoge grondwaterpeilen en kalkrijke
gronden worden vermeden.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Loofbomen
