In jong stadium is de Europese larix een snelle groeier.
De kroon is in eerste instantie smal kegelvormig,
later wordt hij breder met een afgeplatte kop.
De Boom heeft een dikke, grijsbruine schors
die vaak roodbruin gevlekt is.
Hij is gegroeft en schilfert af in schubben.
Karakterestiek voor deze naaldboom zijn de hangende twijgen
met de geelachtige schors.
Aan de lange loten bevinden zich alleenstaande naalden
die spiraalsgewijs aan de twijgen zitten.
Op de korte, knobbelachtige loten zitten de naalden
in bosjes van 30 – 50 exemplaren bijeen.
Ze zijn 1,5 tot 3 cm lang en lichtgroen van kleur.
Aan de onderzijde bevinden zich twee lichter lengtestrepen.
In de herfst kleuren ze goudgeel, waarna ze afvallen.
Net voor of tegelijk met het uitlopen van de naalden
verschijnen in maart tot mei de bloemen
op de korte loten.
De mannelijke bloemen staan bijeen aan de
onderzijde van de twijgen,
zijn tot 10 mm groot en geel van kleur.
De vrouwelijke bloemen vormen 1 – 3 cm lange,
rechtopstaande rode kegeltjes.
In september en oktober worden de bruine vruchtkegels gevormd
die rechtop aan de takken staan.
Ze zijn 3 – 4 cm lang en eivormig.
Na het vallen van de zaden blijven de kegels
vaak nog jarenlang aan de boom zitten.
De Europese larix stelt weinig eisen aan zijn omgeving Home
mits er maar voldoende vocht in de bodem aanwezig is.
Een nauwe verwant is de Japanse larix waarmee zelfs gekruist wordt.
Overigens staan beide soorten ook bekend onder de naam "Lork".
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Naaldbomen