De Gewone esdoorn is een tot 35 meter hoge loofboom
met een dichte en sterk vertakte, ronde kroon.
Hij heeft een rijk vertakt en diep stekend wortelstelsel
en kan goed tegen storm.
Eigenlijk is het een boom van gebergten, maar ook in het laagland
kan hij goed overleven, mits er voldoende vocht aanwezig is,
evenals een voedselrijke bodem.
En als hij het helemaal voor het kiezen heeft, dan graag halfschaduw.
De maximale leeftijd die de gewone esdoorn kan bereiken is 500 jaar.
De bast is in eerste instantie grijsbruin en glad.
Op latere leeftijd ontwikkelt zich een grijsbruine,
rossig gevlekte schors waarvan de schubben afbladderen.
Het hout is effen licht gekleurd met een gelijkmatige structuur.
De tegenoverstaande bladeren variëren sterk van grootte (10 – 20 cm).
De bladschijf bestaat uit 5 eironde lobben met een spitse punt.
Daartussen zijn ze wigvormig ingesneden.
De bladrand is onregelmatig grof gezaagd.
De bovenzijde is dof donkergroen, van onderen is het blad
grijsgroen en min of meer behaard.
Echter naar het vertakkingspunt van de nerven toe
wordt hij steeds kaler.
De herfstkleur is goudgeel.
Gelijktijdig met de bladeren verschijnen in mei ook de bloemen.
Deze zijn geelgroen en vormen samen
slanke hangende pluimen van 5 – 15 cm lang.
De bloemen zijn één- of tweeslachtig en bezitten
zowel kroon- als kelkbladen.
De bloemen lokken door hun geur aasvliegen,
die aan een nectarafscheidende schijf blijven vastkleven
en uiteindelijk sterven.
In september en oktober worden de vruchten gevormd. Home
Dit zijn twee bolvormige nootjes die met een rechte hoek
op elkaar zijn geplaatst en voorzien zijn van een vleugeltje.
Dit vleugeltje is kaal en bruin en heeft vaak een groenachtige glans.
De rijpe deelvruchtjes vallen afzonderlijk van de boom
waarna ze in een schroefvormige baan omlaag dwarrelen.
De verminderde daalsnelheid maakt bij sterke wind
ook transport over grotere afstanden mogelijk.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Loofbomen