De Haagbeuk bereikt in Nederland zijn noordwestgrens.
Hij komt dan ook voornamelijk voor in Limburg,
Twente en de Achterhoek.
Het is een tot 25 meter hoge loofboom
met een dichte, rondachtige kroon.
De eerst gladde bast is grijs met een netvormige tekening.
Later ontstaat er een ondiep overlangs gespleten schors.
Wel is de stam bezet met dikke lijsten.
De eironde tot breed lancetvormige bladeren
staan verspreid aan de twijgen.
Ze zijn 5 – 11 cm lang en hebben een dubbelgezaagde bladrand.
De bovenzijde is kaal en helder groen gekleurd,
de onderkant is wat lichter en op de nerven behaard.
De bladnerven reiken tot aan de rand en zijn niet
of slechts zelden vertakt.
De bladsteel is vaak roodachtig van kleur.
Tegelijk met de bladeren verschijnen in mei/juni ook de bloemen.
De mannelijke katjes groeien aan de loten van het vorige jaar.
Ze bestaan uit een enkele bloem met 6 – 12 meeldraden,
zijn 4 – 7 cm lang en hangen slap aan de twijgen.
De vrouwelijke katjes bevinden zich aan de scheuten van hetzelfde jaar.
Ze zijn losbloemig en 2 – 3 cm lang
met een onopvallend schutblad.
De boom is éénhuizig en de betuiving vind plaats door de wind.
Vanaf oktober verschijnen de vruchten in losse,
tot 15 cm lange hangende trossen.
De nootjes zijn afgeplat eivormig en overlangs geribbeld.
In eerste instantie zijn ze groen, later kleuren ze bruin.
Aan de basis hebben ze een drielobbig schutblad.
Vanaf de herfst tot in het voorjaar vallen de vruchtjes van de boom.
Meestal dwarrelt het zaad naar de grond,
maar bij storm kunnen ze kilometers worden weggevoerd.
Bovendien worden de zaden door kleine zoogdieren verzameld,
opgeslagen en zo verspreid.
De Haagbeuk groeit in gemengde loofbossen, struwelen
en hagen op min of meer vochtige, voedselrijke bodems.
Hij prefereert halfschaduw en wortelt diep.
De boom kan ongeveer 150 jaar oud worden.
De naam Haagbeuk wijst al op het gebruik als haagplant Home
omdat hij na snoeien telkens weer probleemloos opnieuw uitloopt
en zo een dichte, bijna ondoordringbare haag kan vormen.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Loofbomen