Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Katwilg

Salix viminalis
Wilgenfamilie

De Katwilg manifesteert zich zowel als boom
maar ook als struik met lange, roedeachtige twijgen.
Hij bereikt een hoogte tot 10 meter.
De schors heeft diepe overlangse spleten en is grijs van kleur.
De vaak holle stam biedt een onderkomen aan talrijke dieren
zoals houtduif, steenuil en verschillende vleermuissoorten.

De verspreid staande bladeren zijn lancetvormig en lang toegespitst.
Ze worden tot 20 cm lang en 2 cm breed.
De bladrand is wat gegolfd en ongerold maar meestal wel gaaf.
Op de zijdeachtig behaarde onderzijde zijn
de hoofd- en zijnerven duidelijk te zien.
De haartjes wijzen alle dezelfde kant op waardoor
een metaalachtige zilveren glans ontstaat.
De steunblaadjes aan de steelvoet vallen al heel vroeg af.

De kortgesteelde katjes verschijnen in maart en april,
kort voordat de bladeren uitlopen.
Ze zijn drie cm lang en cilindrisch gevormd.
Voor de bloei hebben ze een zilveren, zijdeachtige beharing.
De meeldraden zijn geel en stijf.
De vrouwelijke bloemen hebben een bleekgele kleur.

. . . . . . . . .

Vanaf mei verschijnen de doosvruchten
die dicht op elkaar zitten en kort behaard zijn.

De katwilg is echt een boom van het laagland
waar hij zich vooral lekker voelt in broekbossen en langs water.
Graag heeft hij voedselrijke vochtige grond.

Als boom staat hij vooral bekend als de Knotwilg en is te herkennen
aan zijn knoest die boven aan de stam groeit.
Deze ontstaat niet vanzelf, maar met behulp van mensen.
Om de vier à vijf jaar worden de takken afgezaagd en na een paar jaar
ontstaat er dan een dikke stam met een knoest vol takken.

In deze knoestige kop ontstaan kleine holtes
en scheurtjes waarin regenwater kan blijven staan.
Het zachte wilgehout gaat daar natuurlijk makkelijk rotten
en samen met stof en zand dat door de wind wordt neergelegd,
vormt dat een prima voedingsbodem voor zaden.

Dit gebeurt vaak met zaden van lijsterbes en vlier.
De sterke boomwortels dringen dan dwars
door het binnenste van de wilg naar beneden.
Er ontstaat dan een soort tweelingboom: de bast
en de buitenste houtlagen van de knotwilg blijven gewoon doorleven.
Per slot van rekening gaan de sapstromen
door de buitenste lagen van het hout.
Binnenin ontstaat dan een heel andere boom.
Over gastvrijheid gesproken!


 
 
 
 
Terug naar:

Home
Groene Planten
Bomen en struiken
Loofbomen