In de streek van herkomst (Kaukasus) wordt deze naaldboom
wel tot 60 meter hoog, maar in onze streken bereikt hij
een lengte van niet meer dan 30 meter.
Het is een boom van alle grondsoorten
en kan goed tegen de winterse kou.
De twijgen zijn eerst behaard maar worden later kaal.
De knoppen zijn eirond en zonder hars.
Vaak ontwikkelt zich een vierde zijscheut
die onder een scherpe hoek naar beneden groeit.
De naalden staan verspreid aan de twijgen waarbij
de bovenste naar voren gericht zijn.
Aan de onderzijde groeien ze, vooral aan
de vertakkingen, onder een hoek.
Ze zijn 2 – 3,5 cm lang en vlak met een ronde of ingekerfde top.
De bovenzijde is glanzend donkergroen van kleur,
langs de onderzijde bevinden zich
twee overlangse witte strepen.
. . . . . . . . . . . . .
Vanaf september verschijnen de 12 – 20 cm lange kegels. Home
Ze staan rechtop, zijn bruin van kleur
met zichtbare dekschubben en met hars overtrokken.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Naaldbomen