De Taxus is een kleine, traaggroeiende struik of boom
die tot 15 meter hoog wordt.
De kroon is erg variabel; van kegelvormig tot eivormig of rond.
Meestal is hij vanaf de grond vertakt en meestammig.
Door vergroeiing van meerdere stammen
ontstaat soms bij oudere exemplaren een imposante,
diep gegroefde schijnstam.
De schors schilfert af met dunne,
rode of grijsbruine schubben.
De naalden staan op opgaande twijgen radiaal,
op de zij-twijgen zitten ze schijnbaar in twee rijen.
De naalden zijn tot 3,5 cm lang en 2 – 3 mm breed
met een klein puntje aan de top.
De steelbasis is wat versmald.
De glanzend donkergroene bovenzijde heeft een duidelijke middenrib,
de onderzijde is lichtgroen gekleurd.
Gedurende een jaar of 5 blijven de naalden aan de struik zitten.
De alleenstaande bloemen verschijnen vanaf maart
in de oksels van de naalden.
De mannelijke bloemen zitten in grote getale
aan de onderzijde van de twijgen.
Ze zijn rond van vorm, 3 – 4 mm groot en geel van kleur.
De vrouwelijke bloemen zijn kleiner en groen gekleurd.
Ze lijken op gewone knoppen.
De plant is tweehuizig.
Vanaf september draagt de Taxus vrucht.
De harde zaden zijn eivormig, eerst groen
maar later kleuren ze donkerbruin.
Ze zijn omgeven door een felrood, bekervormig,
vlezig omhulsel dat 8 – 10 mm breed is.
Afgezien van de rode zaadmantel bevatten alle delen
van de plant het zeer giftige alkaloide taxine.
Misschien dat hij daarom als tweede naam 'Venijnboom' draagt.
In loofbossen op vooral losse en voedselrijke bodem Home
komt de Taxus vaak alleenstaand voor.
Een plekje in de schaduw wordt verkozen boven de zonneschijn.
De plant wordt echter in zijn voortbestaan bedreigd
en wordt derhalve beschermd.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Naaldbomen