De Vogelkers is een loofverliezende boom
(zelden een struik) die tot 18 meter hoog wordt.
De gladde bast is grijszwart gekleurd.
Slechts zelden ontwikkelt zich een ondiepe schors.
Wanneer de bast van de twijgen beschadigd wordt komt er
een onaangename geur vrij.
De bladeren zijn 6 – 12 cm lang en staan verspreid langs de twijgen.
Ze zijn elliptisch toegespitst en hebben een fijn gezaagde rand.
De bovenzijde is matgroen, van onderen hebben ze een grijsgroene kleur.
De zijnerven zijn nabij de bladrand boogvormig met elkaar verbonden.
De bladsteel die 1 – 2 cm lang is, is in het bezit van 1 – 2 klieren.
Na de bladontwikkeling komen in mei/juni de bloemen tevoorschijn.
De witte, tweeslachtige bloemen vormen lange, overhangende trossen.
Ze hebben een sterke geur.
In juli en augustus ontwikkelen zich de bessen
die de grootte hebben van een erwt.
Het zijn ronde steenvruchten die bij rijpheid
een glanzend zwarte kleur hebben.
Het vruchtvlees heeft een bittere smaak.
De Vogelkers is te vinden in vochtige loofbossen
en moerasbossen, langs wegen en in struwelen.
Graag staat hij in halfschaduw.
Vaak wordt er wortelopslag gevormt.
De boom is verwant met de Amerikaanse vogelkers Home
die vanuit Noord-Amerika Europa is binnengebracht.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Loofbomen