Deze middelgrote tot 20 meter hoge loofboom
heeft een ovale kroon.
De takken gaan op onder een zeer scherpe hoek
maar kunnen eveneens bijna loodrecht afstaan.
Vaak zijn ze enigszins gedraaid.
De uiteinden van de twijgen hangen niet of nauwelijks.
Naar de top toe zijn de twijgen viltig behaard,
later worden ze kaal.
Ze hebben weinig of geen wratten.
De bast van de Zachte berk is eerst mat wit en bladdert af
met dunne, papierachtige dwarsstroken.
De later gevormde schors is gegroefd en zwartig.
Het is met die berkeschors merkwaardig gesteld,
hij lijkt wel onverteerbaar.
Dat komt omdat er zoveel hars in zit.
Als de stam er nog gaaf uitziet, kan het hout al wel voos wezen.
Het kan zelfs al volledig zijn weggerot.
De verspreid staande bladeren zijn 3 – 5 cm lang.
Ze zijn ei- tot ruitvormig met afgeronde hoeken.
De rand varieert van gaaf tot dubbelgezaagd.
De bovenzijde van het blad is min of meer kaal,
de onderzijde eerst fluwelig behaard maar
wordt later ook kaal tot de vertakking van de nerven.
In de herfst kleuren de bladeren geel.
De vrouwelijke bloemen verschijnen in april en mei,
tegelijk met de bladeren, maar de hangende mannelijke katjes
zijn al in de herfst van het voorgaande jaar zichtbaar.
In de bloeitijd zijn zij tot 10 cm lang terwijl
de vrouwelijke katjes maar 2 – 4 cm worden.
Zij staan rechtop en zijn groen gekleurd.
Zowel de mannelijke als de vrouwelijke bloemen
bevinden zich in één boom.
Van juli tot oktober verschijnen de vruchten
in de vorm van kleine nootjes die tweezijdig gevleugeld zijn.
De zaden vormen samen silindrische kegeltjes
die bij rijping afvallen.
De Zachte berk groeit met name in hoogvenen,
duinvalleien en moerassen.
Wel houdt hij van veel licht, maar verder
stelt de boom weinig eisen aan zijn standplaats.
De boom is verwant aan de Ruwe berk. Home
Tussen beide soorten ontstaan nogal eens kruisingen
die moeilijk te onderscheiden zijn.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Loofbomen