De tot 50 meter hoge kaarsrechte naaldboom heeft eerst
een spitse kegelvormige kroon die later zuilvormig
uitgroeit met een vlakke top.
De zilvergrijze bast is eerst glad maar later wordt de schors
gemarkeerd door fijne groeven en spleten.
De twijgen hebben een grijsbruine beharing.
Oudere takken staan bijna horizontaal af.
De knoppen zijn eirond en zonder hars.
De verspreid staande naalden zitten
met een scheve basis aan de twijgen.
Wanneer een twijg goed belicht is staan de naalden radiaal,
aan beschaduwde twijgen groeien ze onder een hoek.
De naalden zijn 1,5 – 3,5 cm lang,
vlak en met een ronde of ingekerfde top.
De bovenzijde is glanzend donkergroen, aan de onderzijde
bevinden zich 2 witte, overlangse strepen.
De naalden blijven gedurende 8 – 12 jaar aan de boom,
voor ze afvallen.
De Zilverspar is een eenhuizige boom waarvan de bloemen in mei
tevoorschijn komen aan de twijgen van het jaar ervoor, hoog in de boom.
De mannelijke bloemen vormen groepjes in de bladoksels
aan de onderzijde van de twijgen.
Ze zijn 2 – 3 cm lang, cilindrisch en geelachtig van kleur.
De vrouwelijke bloemen zijn rechtopstaande,
2 – 6 cm lange kegels die lichtgroen gekleurd zijn.
De vruchten verschijnen in oktober
in de vorm van rechtopstaande kegels.
Deze zijn 10 – 15 cm lang met zichtbare dekschubben.
Na rijping valt de kegel aan de boom uiteen,
waarna alleen de middenas overblijft.
De Zilverspar groeit op allerlei grondsoorten Home
en houdt van vocht in de lucht en in de bodem.
Hij is wat gevoelig voor late vorst.
Oorspronkelijk komt hij voor in de gebergten van Midden-
en Zuid-Europa, maar hij is veelvuldig in onze bossen aangeplant.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Naaldbomen