Deze in de jeugd snelgroeiende naaldboom bereikt
uiteindelijk een hoogte tot 40 meter.
De kroon is in eerste instantie kegelvormig
met kransen van takken, later groeit hij zeer onregelmatig uit
met forse, loodrecht afstaande takken.
De spitse knoppen zijn tot 2,5 cm lang en met hars overdekt.
De grijsbrune tot grijszwarte bast krijgt
later een ruw gegroefd en geschubd uiterlijk.
De naalden bevinden zich paarsgewijs aan de korte loten,
zijn 8 – 16 cm lang, stijf en donkergroen van kleur.
Ze blijven aan de boom voor de tijd van 4 – 7 jaar.
De bloei van deze eenhuizige boom begint in mei.
De mannelijke bloemen staan dicht opeen
aan de basis van de nieuwe lange loten.
Ze zijn cilindrisch van vorm, licht bruingeel
van kleur en 2 – 2,7 cm lang.
De rechtopstaande vrouwelijke bloeikegeltjes staan alleen
of paarsgewijs op de twijgen.
Ze zijn ongeveer 1 cm lang en donkerrood tot violet gekleurd.
De vruchtkegels staan min of meer loodrecht
aan de twijgen met eventueel een kort steeltje.
Ze zijn eivormig, 4 – 9 cm lang en hebben
een wat glanzende okerkleur.
De dekschubben zijn voorzien van navels met korte doornen.
In de herfst van het tweede jaar rijpen de zaden af.
In het eropvolgende voorjaar spreiden de zaadchubben zich
wijd uiteen waarna de kegels in hun geheel afvallen.
De Zwarte den is veel in de bossen aangeplant. Home
Graag heeft hij een kalkrijke bodem in een niet te droog klimaat.
Verder stelt hij weinig eisen aan zijn leefgebied.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Naaldbomen
