De Gewone paardebloem is een van de meest bekende
in Nederland groeiende planten en toch wordt hij soms
verward met andere geelbloeiende composieten.
Het is een overblijvende plant die tot 50 cm hoog wordt
maar waarvan de penwortel tot wel 2 meter diep
in de bodem kan doordringen.
Typisch zijn de talrijke bladeren die grondstandige rozetten vormen
en zeer verschillend getand of gelobd zijn.
De zeer uiteenlopende bladvormen zijn genetisch vastgelegd.
Op de dikke, holle stengel die een wit melksap bevat,
groeien de eindstandige hoofdjes.
Deze worden gevormd door enkel lintbloemen die bijeengehouden
worden door een omwindsel.
De bloemen worden met name veel door bijen bezocht
omdat ze zowel honing als stuifmeel leveren.
Vanaf april tot juli zijn soms hele weilanden geel gekleurd
door de bloemen van de Gewone paardebloem.
Daarnaast groeit hij ook langs wegen en op akkers.
Na de bloei worden de van een pluisje voorziene zaadjes gevormd.
Tijdens de vruchtrijping maakt de bloeistengel
een indrukwekkende groei door,
tot 3 of 4 maal deoorspronkelijke lengte.
De wind zorgt voor de verspreiding waarbij ze soms wel 10 km vliegen.
De Gewone paardebloem niet zo gewoon
als haar naam wel doet vermoeden.
Voor deskundigen is ze zelfs een ingewikkelde soort.
De plant kan zichzelf klonen en een heel veldje paardebloemen
kan daardoor uit identieke soorten bestaan.
De zaadvorming vindt namelijk meestal zonder bevruchting plaats.
Daarnaast is het geslacht zo rijk aan soorten en vormen,
dat alleen de expert de verschillen herkent.
Vergelijkbaar met:
Oranjegele paardebloem
Zandpaardebloem
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten