Zandpaardebloem dankt haar naam aan haar standplaats.
Ze groeit het liefst op een droge, zandige bodem.
In de duinen en op de hoge zandgronden
wordt ze algemeen aangetroffen.
In het rivierengebied komt ze echter veel minder voor.
De grondstandige bladeren die veervormig zijn ingesneden,
vormen samen een rozet.
Ze hebben een getande rand en zijn onbehaard.
Vanuit de rozet groeien vanaf maart de onbebladerde stengels
waaraan zich aan de top een bloemhoofdje vormt.
Hierin bevinden zich enkel lintbloemen die overwegend geel van kleur zijn.
De buitenkant van de buitenste lintbloemen echter
is grijsbruin tot paarsachtig van kleur.
Na de bloei worden de zaden gevormd die voorzien zijn
van een pluizig parachuutje.
Vergelijkbaar met:
Gewone paardebloem
Oranjegele paardebloem
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten
