De ronde, rechtopstaande stengels van Gulden boterbloem
hebben een behaard oppervlak.
De bladeren zijn niervormig of handvormig ingesneden
en staan verspreid langs de stengel.
Ze hebben een spitse of stompe top en een fijn gezaagde rand.
De bloei vindt plaats in april en mei.
Dan openen zich de gele bloemen die alleen
aan de top van de stengels staan.
De 5 kroonbladen staan stervormig uiteen
en hebben in hun midden meer dan 20 meeldraden en stampers.
Overigens slaat 'gulden' niet op de bloemkleur, maar op de vruchten.
Deze zijn goudkleurdig.
De soortnaam 'auricomus' betekent 'goudgekuifd'.
Gulden boterbloem is vrij algemeen in Zuid-Limburg,
Twente en aan de benedenloop van de grote rivieren.
Plaatselijk komt ze ook voor in Friesland,
Groningen, Overijssel en Noord-Holland.
De plant geeft de voorkeur aan matig voedselrijke
en vaak kalkrijke grond.
Ze is met name te vinden in loofbossen,
op grazige plaatsen in uiterwaarden, langs slootkanten en op dijken.
Het uiterlijk van Gulden boterbloem hangt sterk af
van de standplaats van de plant.
Terug naar: