Deze éénjarige wordt tot 40 cm hoog.
Langs de rechtopstaande, scherp vierkantige stengel
zitten de lancetvormige bladeren kruisgewijs tegenover elkaar.
Ze zijn ongesteeld en hebben een gezaagde of gekartelde rand.
De stengel zelf is vaak bezet met zwarte strepen of stippen.
De bloemen staan opeengedrongen aan de top van de stengel.
Ze zijn buisvormig en geel van kleur.
Binnen de vergroeide kroon bevinden zich
4 meeldraden en een stamper.
De bloeitijd duurt van mei tot september.
De vergrote, buikig opgeblazen vruchtkelken
zorgen ervoor dat de stengels in de wind sterk
heen en weer zwiepen, zodat de zaden ver verspreid worden.
De zaden maken rammelende geluiden in de vruchtkelk
wanneer deze wordt geschud.
Kleine ratelaar is vrij algemeen in de duinen en in Zuid-Limburg.
Op de hoge zandgronden en in het rivierengebied
komt ze wat minder voor.
In aantal gaat ze echter sterk achteruit.
Het is een halfparasiet die vooral groeit
op grasachtigen, maar ook op kruiden.
De gastheerplant gaat niet dood,
maar zal ook niet zo groot worden als zijn soortenoten.
Vergelijkbaar met:
Harige ratelaar
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten