Zoals de naam al aangeeft komt Moerasrolklaver voor
in vochtige tot natte gebieden.
Ze is in Nederland algemeen maar komt minder voor in de zeekleigebieden.
De groeitplaatsen zijn zonnig
tot licht beschaduwd en matig voedselrijk.
Natte graslanden, natte duinvalleien, waterkanten
en drassige kapvlakten vormen de standplaatsen.
Bij bemesting en watervervuiling verdwijnt ze echter al snel.
De opstijgende of bovengronds liggende stengels
zijn rond van vorm en hebben een behaard oppervlak.
De handvormig samengestelde bladeren staan verspreid.
De deelblaadjes hebben een spitse top en een gave rand.
De maanden juni tot augustus vormen de bloeiperiode.
Dan verschijnen de gele vlinderbloemen
die samen een eindstandige tros vormen.
Elke bloem is in het bezit van 10 meeldraden en 1 stamper.
De peulen, die zich na de bloei ontwikkelen zijn rond van vorm.
Terug naar: