De rechtopstaande stengel is behaard of met klierharen bezet.
Hierlangs staan de handvormig samengestelde bladeren verspreid.
De meestal 3 (soms 5) deelblaadjes hebben een spitse top
en een gezaagde of een getande rand.
Ook het bladoppervlak is ruw behaard.
Van juni tot september worden de bijschermen gevormd
bestaande uit gele bloemen.
De 5 kroonbladen staan stervormig uit elkaar
en raken elkaar niet aan de zijkanten.
In het midden van de bloem bevinden zich
meer dan 20 meeldraden en stampers.
Noorse ganzerik is een bewoonster van de gematigde
en koude streken van het noordelijk halfrond.
Ze verscheen in 1885 voor het eerst in Deventer
waar ze was aangevoerd met Russisch zaaigoed.
Sindsdien is ze vooral in het midden en zuidoosten van het land ingeburgerd.
De plant groeit met name op door de mens verstoorde plaatsen
zoals industrieterreinen, houtopslagplaatsen en moestuinen.
Ook is ze vaak te vinden langs spoor- en verkeerswegen.
Vergelijkbaar met:
Middelste ganzerik
Rechte ganzerik
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten
