Tengere vetmuur is in Nederland vrij algemeen in en rond steden
en zeldzaam langs de kust en in Zuid-Limburg.
Ze is te vinden in de duinen, op akkers met een zandbodem
en op stenige plaatsen zoals tussen straatstenen,
op muren en op spoorwegtrreinen.
Open, droge plekken met een niet te voedselrijke bodem
vormen de standplaats.
De ongesteelde bladeren staan kruisgewijs tegenover elkaar
aan de opstijgende stengels.
Ze zijn lijn- tot lintvormig met een fijnpuntige top.
De rand is gaaf en bezet met haren.
De wetenschappelijke soortnaam 'ápetala' betekent 'zonder kroonbladen'.
Tengere vetmuur heeft wel kroonbladen (wit van kleur),
maar deze zijn veel kleiner dan de kelkbladen
en vallen na het openen van de bloem al snel af.
Veelal bestaat de bloem dus uit
4 of 5 kelkbladen op een steeltje.
Elke bloem is in het bezit van 4 meeldraden en 4 stampers.
De bloeiperiode duurt van mei tot juli.
De zaden ontwikkelen zich in een doosvrucht.
Vergelijkbaar met:
Liggende vetmuur
Zeevetmuur
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten