<< Terug naar overzichtspagina
Ambrosius Veldeman X Lokeren 22/2/1753 Judoca Maria Coppieters
(fs Philipus XX Laurentia Vandevijver) (fa Francies X Catharina Back)
° Lokeren 5/11/1725 ° Lokeren 23/4/1724
+ Lokeren 17/3/1783 : 57 jr + Lokeren 01/5/1784 : 60 jr
Huwelijksgetuigen: Joannes Veldeman (halfbroer van Ambrosius) en Catharina Vervaet.
Kinderen:
1. Jan Franciscus ° Lokeren 29/11/1753
+ Lokeren 28/4/1797 : 43 jr
X Joanna Maria Deneef
2. Josephus ° Lokeren 15/1/1755
+ Wachtebeke 22/1/1795 : 40 jr
X Wachtebeke 25/10/1785 Aldegonde Broeckaert
3. Carolus ° Lokeren 11/8/1756
+ Lokeren 02/4/1778 : 22 jr
4. Livinus ° Lokeren 28/10/1758
+ Lokeren 22/05/1826 : 68 jr
X Lokeren 19/5/1787 Joanna Jacoba Lerno
5. Joanna Francisca ° Lokeren 05/4/1760
+ Lokeren 10/5/1760 : 1 mnd
6. Petrus Marinus ° Lokeren 02/1/1762
+ Lokeren 17/3/1820 : 58 jr
X Lokeren 27/9/1792 Sophia Saey
7. Maria Anna ° Lokeren 14/4/1764
+ Lokeren 01/9/1828 : 64 jr
X Lokeren 08/5/1787 Laurentius Neus
8. Joanna Judoca ° Lokeren 14/5/1766
+ Lokeren 08/9/1841 : 75 jr
X Lokeren 30/9/1788 Jacobus Persyn
9. Maria Angela ° Lokeren 3/3/1769
+ Ertvelde 5/1/1810 : 40 jr
X Carolus Joannes D’Hooghe
Doopgetuigen:
Kind Dooppeter & doopmeter
Petrus Marinus Marinus Leyns & Elisabeth Coppieters
Adres: nabij de Heilig Geest molen op de wijk Puttenen in Lokeren
(dus in de huidige H. Geest Molenstraat, langs de westkant).
Ambrosius Veldeman was een landbouwer die een eigen huisje bezat met stallingen erbij, niet ver van de Heilig Geest molen, op de wijk Puttenen in Lokeren. Hij had 2 koeien en pachtte verder nog 6 akkers.
Zijn vrouw Maria Coppieters was een dochter van Francies Coppieters en Catharina Back uit Lokeren.
Na de dood van zowel Ambrosius Veldeman als zijn vrouw Maria Coppieters werd op 7 september 1784 een "Staet van Goed" opgesteld, die de erfenis onder de 7 nog in leven zijnde kinderen regelde.
Slechts één erfgenaam, Joannes Francies, eiste hierbij zijn deel in geld op, terwijl de overige 6 verklaren dat ze samen verder zullen blijven wonen op het ouderlijk erf.
Drie jaar later, op 6 juni 1787, werd er een tweede Staat van Goed opgemaakt, waarbij er een openbare uitverkoop is van alle eigendommen. Vermoedelijk is de aanleiding hiervan het huwelijk in datzelfde jaar van 2 kinderen: Livinus en Maria-Anna. Het is Livinus, het vierde kind van Ambrosius, die hierbij alles opkoopt.
De eerste Staat van Goed, van 7 september 1784, vermeldt het volgende:
Er zijn 3 volwassen kinderen: - Joannes Francies,
- Josephus, en
- Livinus Veldeman.
Verder zijn er nog 4 minderjarigen: - Marinus 22,5 jaar oud,
- Marie-Anne 20 jaar,
- Joanne-Judoca 18 jaar, en
- Marie Angeluce 15 jaar oud.
Voor deze 4 minderjarigen zijn er 2 voogden: Livinus Veldeman, broer van de overleden Ambrosius, en een zekere Joannes Desmet.
Bij het gezin heeft blijkbaar ook een neef van Ambrosius gewoond: Jan Veldeman, zoon van Jacobus. Deze was gehuwd met Catharina Taelman. Het was een kinderloos echtpaar. Ze waren voor een deeltje mede-eigenaar geweest van sommige bezittingen van Ambrosius.
Jan Veldeman was reeds overleden in 1775, doch zijn weduwe Catharina leefde nog. De Staat van Goed vermeldt dat Jan Veldeman "voor een cleyn deelken proprietaris is geweest van eenig immeuble goed, en gelijk deelken in sijne naegelaeten meuble goederen." Gezien ze echter kinderloos waren wordt vermeld dat "successie is vervallen metten overlijden van Jan Veldeman", mits zijn weduwe Catharina het gebruikrecht behoudt gedurende haar leven.
Bij het opmaken van deze eerste Staat, wordt er niets verkocht, maar er wordt wel een gedetaileerde lijst opgesteld van eigendom en huisraad, en op alles wordt een prijs geschat.
De enige eigendom bestaat uit "een behuysde hofstedeke mette aenstaende stallingen, gestaen en gelegen binnen tselve Lokeren op den Puttenen, bij d'Heylig Geest meulen, groot van gronde ontrent de twintig Roe (20 roe is ongeveer 300 m2). Paelende daeraen, oost de straete, suyt den heer Bokstaele, west hr Joannes Bracke, noort Frans Staes, en suyver en onbelast verkregen bij coope van Pieter de Vos."
Het huis stond dus in de huidige H. Geest Molenstraat, langs de westzijde.
De waarde van het huis wordt op 70 ponden geraamd.
Verder blijken er 6 akkers gepacht te worden, waarop telkens een "prijs van vervaetheyt" ten voordele van de familie Veldeman geschat wordt.
De tweede Staat van Goed noemt dit "prijsije". Er wordt hierbij verduidelijkt dat dit de prijs is voor "vette, saetgraen, overschieten, gespet, labeur ende hout".
We kunnen hier ook lezen wat ze gezaaid of geplant hadden op deze akkers: "saetgraen, wortelsaet, claveren, lijnsaet, saet-haver en plant patateren."
Alle huisraad wordt nauwgezet opgesomd en geprijsd:
"een blaespype, solferstekback, vierschuppe, koekpanne, hangijser, waefleijzer, thé schaelkens en schouwcleed.
Alle het gleyerwerk, potten, lepels, fourchetten, een bouteille, alle de stoelen en taeffel.
Drij spinnewielen ende spinrocken.
Een pluysenbedde, hooftpulm, cussens, slaeplaekens, sareguen en gordijnen aen de koetse, caffen bedden ende koetsken, flawijnen en hantdoecken.
Coffers ende buffettjes.
Eenen coperen ketel, thémoor, lampe, ijzeren pot, coperen zeye, saenpot, aerdewerck, boter teelen, twee meullekens, " ... enz.
Op het erf is er heel wat gerief dat in de boerenstiel thuishoort:
"De keirne, melkcuype ende vleeschkuyppe, acht graensacken, den wan, melkkan, boôkhamer, vlegels, schelfkodden, troch, stampbock, spaeyen, riecken, houtmessen, bijle, twee cruywaegens, manden, picken, seyssen, stroothaek, caf, seefde, cuypen, brasheemers, waeterheemers, " ... enz.
Ze bezitten ook nog "twee koeyen, vlasch, 65 ponden verkenvleesch, drij sacken en drij achtste kooren, branthout, stroot, mest ende beer."
De prijs van de 2 koeien wordt hier op 18 ponden geschat.
Tenslotte nog dit: "De comptante penningen ten sterfhe bevonden, bedraegen ter somme van drij ponden veerthien schelln en twee gr."
Het totaal van de baten bedraagt aldus: 146 ponden 13 schellingen 10 groten en 6 deniers.
Er zijn geen schulden te betalen. De enige aftrekpost is de kostprijs voor het opstellen van de Staat van Goed zelf: 1 pond 10 schellingen.
Ambrosius heeft het blijkbaar keurig gedaan in zijn leven, vooral als men dit vergelijkt met de armoedige staat waarin zijn ouders stierven.
Zodoende is er te verdelen: 145 pond 3 schellingen 10 groten en 6 deniers. Gedeeld door 7 bekomt elk kind dus 20 pond 14 schellingen 10 groten en 1 denier.
De oudste zoon Joannes Francies vraagt zijn deel op. Vermoedelijk is het speciaal voor hem dat deze Staat van Goed opgesteld werd. De 6 anderen verklaren dat ze gezamelijk blijven huishouden in het ouderlijke huis.
De Staat is opgesteld op 7 sept. 1784, en "overgebragt en g'affirmeert bij de voogden als naar Stijle in handen van den stadhouder ten overstaen van Schepenen der Vierschaere van Lokeren en Dacknam."
Bijna 3 jaar later, op 6 juni 1787 wordt een nieuwe Staat van Goed opgesteld met de volgende regelingen:
Hier wordt vermeld dat op dat ogenblik reeds 2 kinderen hun erfdeel gekregen hebben zoals bepaald was in de vorige Staat van Goed: namelijk Joannes Francies, en Josephus die in 1785 huwde in Wachtebeke.
Deze nieuwe Staat van Goed behandelt dus nog enkel de 5 overigen.
Twee van hen huwden in 1787, vandaar wellicht deze eindafrekening.
Er wordt hier ook nog vermeld dat sinds het overlijden van Catharina Taelman, weduwe van Ambrosius' neef Jan Veldeman, alle bezittingen versmolten zijn met deze van het gezin Ambrosius Veldeman.
Alle eigendommen werden hierbij openbaar verkocht, en het hoogste bod werd gedaan door Livinus Veldeman, het vierde kind van de familie.
Voor de hofstede moest hij echter bijna het dubbele bieden als in de vorige Staat geschat was: 136 pond. Voor aankopen die buiten de venditie gehouden werden betaalde hij 29 ponden. Verder blijken ze nog steeds dezelfde 6 akkers te pachten.
De dochter Marie-Anne koopt hier een deeltje van de huisraad op.
De totale baten bedragen hier 211 ponden 3 schellen 2 groten.
Bij de schulden blijkt dat er een lening aangegaan was van 18 ponden. Mogelijks is dit aangewend om één van de uitgetrokken broers mee uit te betalen. Er moest hier ook nog betaald worden voor geleverd "peerdewerk" (ze hadden geen eigen paard).
Zodoende blijft er iets meer dan 191 ponden te verdelen onder 5 personen, zodat elk recht heeft op 38 pond 4 schellen 2 groten 3 deniers.
De opkoper Livinus Veldeman betaalt zijn broers en zusters uit.
Uit de Staten van Goed, en uit latere huwelijks- en geboorteaktes, blijkt dat minstens twee kinderen uit het gezin van Ambrosius konden schrijven: Joseph en Maria-Angela.
Drie anderen verklaren niet te kunnen schrijven, namelijk Jan Francies, Livinus en Pieter Marinus.
Van de overigen is nog geen informatie teruggevonden.
Bij het overlijden van de kinderen van Ambrosius waren de burgerlijke bevolkingsregisters reeds ingevoerd, en hierdoor kennen we voor de meesten ook het beroep en de wijk waar ze woonden:
- Jan Franciscus (Jean François) woonde op de wijk "Staekte",
- Josephus huwde in Wachtebeke en bleef daar wonen,
- Livinus was "landman", wonende op de wijk "Puttenen Heirbrugge",
- Pieter Marinus was "aerbeyder" en woonde op "Desteleeren couter",
- Maria Anna was “spinster”,
- Joanna Judoca was "landsliede" en woonde op de wijk "Staekte".
- Maria Angela was getrouwd met een molenaar en overleed in Ertvelde.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bronnen:
- Parochieregisters Lokeren: geboorten, huwelijk en overlijden.
- Gemeentelijke bevolkingsregisters Burgerlijke Stand Lokeren: overlijden.
- Staten van Goed in Lokeren van de nalatenschap van Ambrosius Veldeman, van 7 sept 1784, boek 1783-1786 folio 122 en volgende (Stadsarchief Lokeren),
- Staat van Goed van 6 juni 1787, boek 1786-1789 folio 85 en volgende (Stadsarchief Lokeren).
Documentatie:
Afschrift van de eerste bladzijde uit de Staat van Goed van Ambrosius Veldeman van 7 sept 1784.
Stadsarchief Lokeren, Staten van Goed, boek 1783-1786 folio 122.
(de vermelde sterftedag van Ambrosius komt niet overeen met de parochieregisters)
Staet ende
Inventaris van alle de immeuble
ende meuble goederen, baeten ende
voordeelen, mits grs schulden ende
lasten, acgtergelaeten, bleven bevonden
soo ten sterfhuyse van Ambrosius
Veldeman sterf: binnen de prochie van
Lokeren op den 28n maerte 1783 in de
ouderdom van 56 jaeren, sone van
philippe ex Laurijne vande Vijvere
Als ten sterfhe van Marie
Coppieters sijne huysvre overleden op
den 1n mey 1784 oudt sijnde 60 jaeren
dogter van francies ex
Die mits desen gemaekt ende overgegaen
wort bij de seven kinderen bij de beyen
overledene achtergelaeten en staende huns
huwel geprocrieert met naemen
Joannes francies
Josephus
ende Livinus Veldeman alle drij
competent hunselfs
Mitsgrs Pr Martinus oudt 22 1/2 jaeren
Marie-Anne oudt 20 jaeren
Joanna-Judoca oudt 18 jaeren
Ende Marie Angeluce oudt 15 jaeren.
<< Terug naar overzichtspagina