<< Terug naar overzichtspagina
Philipus Veldeman X Eksaarde 14/1/1712 Livina Arents
(fs Joannes X Elisabeth Baetens) (fa Petrus X ????)
° Lokeren 02/5/1683 ° Eksaarde 23/4/1688
+ Lokeren 21/2/1736 : 53 jr + Lokeren 25/6/1723 : 36 jr
Huwelijksgetuigen: Livinus Jacobus Veldeman (broer van Philipus) en ....? (onleesbaar)
Kinderen 1-ste huwelijk:
1. Petrus ° Lokeren 17/10/1712
2. Guillelmus ° Lokeren 26/11/1714
3. Livina Joanna ° Lokeren 1/4/1717
4. Cornelius (Jacobus ?) ° Lokeren 1/1/1719
5. Jan ° Lokeren 18/2/1722
Philipus XX Eksaarde 23/9/1723 Laurentia Vandevijver
(fa Guillellmus X ????)
° Eksaarde 28/3/1697
+ Eksaarde 27/8/1745 : 48 jr
Huwelijksgetuige: Livinus Jacobus Veldeman (broer van Philipus)
Kinderen 2-de huwelijk:
1. Isabella ° Lokeren 6/11/1724
2. Ambrosius ° Lokeren 5/11/1725
+ Lokeren 17/3/1783 : 57 jr
X Lokeren 22/2/1753 Judoca Maria Coppieters
3. Livinus ° Lokeren 18/05/1728
+ Lokeren 23/11/1798 : 70 jr
X ??? +/- 1761 Maria Anna Vandeneynde
XX Lokeren 3/4/1777 Barbara Vandevoorde
4. Petrus Judocus ° Lokeren 08/8/1730
+ Lokeren 28/10/1767 : 37 jr
X Lokeren 24/8/1756 Joanna Francisca Vereecken
5. Anna Catharina ° Lokeren 08/06/1733
+ Lokeren 18/11/1734 : 1 jr
6. Judocus Franciscus ° Lokeren 23/11/1735
+ Lokeren 30/11/1735 : 7 dgn
Doopgetuigen van de kinderen:
kind doopgetuigen
Petrus Petrus Haerens en Elisabeth Baeten
Guillelmus Guillelmus Devosh en Clara Muhive (??)
Livina Joanna Livinus Veldeman en Joanna Van Doorselaere
Cornelius Jacobus Arents en Joanna Veldeman
Joannes Jacobus Veldeman en Joanna Ve.....?
Isabella Joannes Jacobus en Elisabetha Audenaert
Ambrosius Adrianus .....? en Anna Van Hoorsel
Livinus ....? Van Peteghem en Livina Baetens
Petrus Judocus Judocus Vandevijver en Augelina Lebbens
Anna Catharina Joannes Taelman en Mirianna Taelman
Judocus Franciscus Joe Veldeman en Elisabeth Vandevijver
Adres: noordzijde van de heirweg op de wijk Puttenen in Lokeren
(dus langs de huidige oude steenweg Gent - Antwerpen)
Philipus Veldeman was een kleine pachtersboer, die een eigen huis bezat langs de heirweg op de wijk Puttenen in Lokeren, een wijk die gelegen is tussen Lokeren en Daknam. Hij pachtte 4 stukken land van samen ongeveer 1000 Roe (= 1,5 hectare) en had vermoedelijk twee koeien.
Reeds 3 maanden na de dood van zijn eerste vrouw Livina Arents, hertrouwde Philipus met Laurentia Vandevijver, die net als Livina, eveneens uit Eksaarde afkomstig was.
Philipus stierf vrij arm. Nochtans was het voor hem goed begonnen, want zijn eerste vrouw had 2 stukken zaailand geërfd die ze konden verkopen voor 58 ponden. Hij stapelde echter nogal wat schulden op, en er bleef uiteindelijk als erfenis bij zijn dood nog slechts 17 ponden over.
Kort na de dood van Philipus werd een openbare verkoop ("venditie") gehouden van alle achtergelaten eigendommen, en er werd een "Staet ende Inventaris van Goede" opgemaakt waarin de verdeling van de erfenis geregeld werd. Deze Staat werd opgemaakt door een oppervoogd ten overstaan van de schepenen van de vierschaar van Lokeren en Daknam. Hierin staat het volgende te lezen:
Eerst worden alle betrokken personen opgesomd.
Op het ogenblik van het overlijden van Philipus Veldeman, in 1736, waren er nog 7 van zijn 11 kinderen in leven. Vier ervan komen uit zijn eerste huwelijk met Livijne Arents (dochter van Petrus uit Eksaarde), namelijk:
- Guilliam 23 jaar oud,
- Joanna 19 jaar,
- Jacobus 17 jaar (de geboorteregisters vermelden hier een Cornelius, maar zijn dooppeter heette Jacobus Arents),
- en Joannes 15 jaar.
Hierover zijn er voogden aangesteld, aangezien hun moeder gestorven was. Als voogden treden hier op:
Lieven Veldeman, broer van Philipus,
en Jacobus Arens, broer van Livijne.
Verder zijn er nog 3 van de 6 kinderen in leven uit het tweede huwelijk met Laurijntien Vandevijver (dochter van Guillellmus uit Eksaarde):
- Ambrosius 9,5 jaar oud volgens de Staat van Goed (in feite 10,5 jaar),
- Lieven 8 jaar,
- Pieter 5 jaar.
Dan wordt de erfenis van Philipus' eerste vrouw Livijne Arents beschreven, omdat dit ten goede komt aan de kinderen uit het eerste huwelijk.
Van de kant van Livijne Arents waren er 2 stukken zaailand bekomen (waarschijnlijk geërfd):
- "een stuck zaylant, genoemt Bastelaers acker, groot ontrent 350 Roe (= 5200 m2, dus 0,52 ha), gelegen binnen de prochie van Exaerde",
- "een alf stuck saylant groot ontrent een hondert roede" (dus eigelijk 50 roe), "gelegen binnen de prochie van Lokeren. Oost de wederhelft, suyt en west Hr Poppe."
Beide stukken land werden gedurende het eerste huwelijk verkocht. Het eerste stuk voor 50 ponden, het tweede voor 8 ponden.
Het eerste huwelijk had dus een inbreng van 58 ponden door Livijne Arents.
Die erfenis van Livijne, wordt verdeeld over 29 pond voor haar man Philipus, en evenveel voor de kinderen van het eerste huwelijk.
Er worden evenwel nog bepaalde rechten in het voordeel van Philipus verschoven, zodat er voor de kinderen nog 21 pond 5 schellingen overblijft.
Met de opbrengst van de verkochte stukken land, aangevuld met een lening, werd een huis gekocht en een stuk zaailand, omschreven als volgt:
"Daer is gedurende het eerste huwelijck, uyt de penningen gecommen van de voorge twee stucken lant, gecocht geweest, een stuchken lant, tgonne is belast geworden met eene rente (= een lening) van twintigh ponden.
Ghedurende het selve eerste huwelijck isser gecocht ende geconquesteert, een huysstede ende erve, gestaen ende gelegen binnen de prochie van Lokeren op den wijck van de Puttenen, groot van gronde ontrent de veertigh roeden. (40 roe is ongeveer 600 m2). Oost en noort Liven Taelman, suyt den heirwege."
Het huis stond dus langs de noordzijde van de oude heirweg Gent-Antwerpen.
Philipus geraakte blijkbaar stilaan in geldproblemen. Hij had al een lening van 20 ponden op zijn stuk land en op 1/10/1723, kort na zijn tweede huwelijk, bekwam hij voor de vierschaar een nieuwe "rente" van 12 ponden.
Het geld werd hem geleend door een instelling "ten proffijtte van de armen dezer prochie van Lokeren". Daar hoorde Philipus dus bij, de armen der parochie. Zijn huis werd belast met deze nieuwe lening (als onderpand).
Een groot jaar later, op 27/1/1725, verkocht Philipus zijn stuk zaailand, met toestemming van de voogden, voor 36 pond.
Hiermee werd de lening van 20 pond afbetaald, evenals de intresten, zodat van die 36 pond nog slecht 9,5 pond netto overschoten.
Van dit laatste bedrag wordt vermeld dat dit volledig "geemployeerd is tot het opqueecken van de kinderen van den eersten bedde."
Aangezien dit aan hen besteed is, wordt dit bedrag dan ook afgetrokken van hun part. Zodoende rest de kinderen uit het eerste huwelijk uiteindelijk nog slechts een goeie 12 ponden als gederfd erfdeel van hun moeder.
Daarna wordt de nalatenschap van Philipus zelf behandeld.
Op 8 maart 1736, twee weken na de dood van Philipus, werd bij een "venditie" alles verkocht wat men bezat. De staat vermeldt hierover: "alle de meubelen, huysraet, cleederen ende lijnwaet van overledenen, enen coe, hout, stroot & emmers, generalijck aldatter bevonden is." De venditie bracht 18 pond 5 schellingen en 2 groten op.
Philipus blijkt 4 stukken zaailand te pachten. Daarvoor wordt een prijs ten gunste gebracht, vermoedelijk prijzij.
“wort voor bate gebracht den prijs van de cleederen ende lijnwaet van dese hauderigge” voor 3 ponden 7 schellingen.
“een coe buyten de venditie vercocht” voor 3 pond, en de “vercoopinge vande behuijsde hofstede” bracht 33 pond op.
De totale baten bedragen aldus 63 pond 8 schellingen 10 groten en 6 deniers.
Hierna worden alle schulden opgesomd die nog moesten vereffend worden.
Er volgt een lijst van niet minder dan 28 schulden. Philipus blijkt geen goede betaler geweest te zijn.
Naast zijn lening op zijn huis, en de intrest erop van 12,5 jaren ver, die moesten terugbetaald worden aan de instelling "ten proffijtte van de armen dezer prochie van Lokeren", had hij ook nog aan twee andere personen geld ontleend. Hij verkeerde dus duidelijk in geldnood. Er is 1 pond 6 schellen geleend van Jan Arens en 5 ponden van Gillis Van Kerckhove.
De landpacht van de 4 stukken land moest nog betaald worden van kerstdag 1735 en op één stuk zelfs nog pacht voor 2 jaar.
Philipus verbouwde daar onder andere wortelen op, want hij moest het "wortelsaet" ook nog betalen, en aan twee personen moest nog betaald worden voor geleverd "peirdewerck" (hij had geen eigen paard).
Verder moest er nog betaald worden:
"In voldoeninge van de prochie oncosten van de jaren 1734 ende 1735,
voor het weven van een stucxken lijnwaet,
het maecken van clederen,
cleyn bier en een alf tonne juckel bier,
het binden van hout, " ... enz.
De begrafeniskosten worden ook opgesomd: zijn doodskist kostte 9 schellen en 2 groten, het afleggen 6 schellen, "het was" (de kaarsen) 8 schellen, en de pastoor 3 deniers.
Hij is vermoedelijk enige tijd ziek geweest, want er is ook nog een rekening voor geleverde medicijnen.
Alles samen blijken er voor 45 pond 11 schellen en 11 groten aan schulden te vereffenen.
Er blijft uiteindelijk nog slechts 17 pond 16 schellingen 11 groten en 6 deniers te erven.
De weduwe en de kinderen krijgen elk de helft, dus bijna 9 pond.
Maar de kinderen van het eerste huwelijk hebben nog recht op een surplus van een goeie 12 pond voor hun deel van hun eerste moeder. De Staat van Goed vermeldt eenvoudig dat de weduwe hen dat moet opleggen !
Laurijntien Vandevijver heeft dus niets meer over, geen huis, geen huisraad, geen koe, geen geld. Ze komt zelfs nog 3 pond te kort die ze haar stiefkinderen schuldig blijft.
Ze staat op straat, en het enige wat ze meekrijgt is de zorg over zeven kinderen, waarvan er vier de hare niet zijn.
Armoe troef !
Gelukkig zijn enkele van haar stiefkinderen al oud genoeg om te gaan werken. Die zullen haar moeten onderhouden, in plaats van omgekeerd.
Met de gezondheid van Laurijntien gaat het op dat ogenblik blijkbaar evenmin goed. Twee maal vermeldt de schrijver hier iets over: de zoon Jacobus (17 jaar oud) wordt gemachtigd om de opgestelde Staat te "affirmeren" in de plaats van de weduwe, "mits haer inpotentie". Verderop wordt ook gezegd dat ze "woonende is tot Exaerde, ende door haere deirlijcke gesteltenisse het haer onmogelijck is voor oppervooghden te commen compareren".
Datum van opstellen: 12 mei 1736.
---------------------------------------------------------------------------------
Bronnen:
- Parochieregisters Lokeren: geboorten, huwelijk en overlijden.
- Parochieregisters Eksaarde: geboorten, huwelijk en overlijden.
- Staat van Goed van nalatenschap Philipus Veldeman, van 12 mei 1736 te Lokeren. Stadsarchief Lokeren, Staten van Goed, Boek 1735-1738 folio 86 en volgende.
Documentatie:
Afschrift van de eerste bladzijde uit de Staat van Goed van Philipus Veldeman van 12 mei 1736.
Stadsarchief Lokeren, Staten van Goed, boek 1735-1738 folio 86.
Staet ende inventaris
van goede die maeckt Laurijntien
Vande Vijver wede ende hauderigghe
gebleven ten sterfe van philips
Veldeman overleden binnen dese
prochie van Lokeren op den wijcke
vande puttenen den ...... 1736 den
welcken aen haer heest achtergelaten
drij kinderen eerste met naeme
Ambrosius Veldeman aut alf in ontrent
de negen jaeren, het tweede Lieven
Veldeman, ende het derde Pieter
Veldeman audt vijf jaeren. ditte van
alle het gonne bij den selven Philips
Veldeman achtergelaten, soo immeuble
als meubeleire goederen, actus ende
crediten alsmede van alle de sommen
ende deschulden van achterdeele.
…
<< Terug naar overzichtspagina