Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Start
News
General Info
Characters
Dev profiles
Screenshots
Animations
Artwork
Downloads
Fan profiles
Demo
Reviews
Fan Fiction
Sand Demon
Links

Het grote Larian forum verhaal

Door: Polgara, Kejero, Viper, Soulflyer, Crythe and

Het was een koude druilerige (ik vind dit woord gewoon de max) ochten in een rijk ver ver van hier. De Blonde Rivaleny zat in haar kasteeltorentje en telde de regendruppels die naar beneden vielen. Wat kon ze anders doen in zo een verlaten kasteel waar alles grijs en saai was. Ze vond dat het tijd werd voor een beetje meer actie in dit verhaal dus sloop ze naar de wapen kamer waar ze een boog en een paar zilveren pijlen stal, daarna ging ze naar de keizerlijke kleedkamers waar ze een paar nieuwe kleren nam en tenslotte ging ze naar de keuken waar ze een mandje vol met koekje meenam voor haar grootmoeder in het bos. Op weg naar de stallen trok ze de staljongen aan zen oren en nam hem mee op avontuur. (alleen is maar alleen). En zo gebeurde het dat de Blonde Rivaleny en de staljongen de wijde wijde wereld introkken met niets anders dan een boog en een riek en een mand vol koekjes

Terwijl de zon langzaam verder omhoog klom en op z'n weg alle sterren uit de hemel opzoog volgden de blonde Rivaleny en de staljongen het drassige pad door het woud. Rivaleny die met goeie moed aan deze tocht begonnen was had al snel spijt van haar impulsieve plannetjes want de verveling begon al toe te slaan. Ze begon dan maar te zingen. Haar stalknecht keek echter geschrokken om want niet alleen zong onze heldin verschrikkelijk vals, hij vreesde ook voor de gevolgen van dit gekweel - Hij kende namelijk de lokroep van een gevaarlijke diersoort in het woud, en Rivaleny was zonder het te weten heel goed in het nabootsen ervan .....

Onderweg kwamen ze de knappe ( ) heer Viperion tegen die hen vroeg waar ze heen gingen en bood aan om een stukje mee te rijden omdat de weg door het bos gevaarlijk is. Hij kon hen immers verdedigen met zijn machtige zwaard dat hij 'Elandir' noemt. Ook zijn paard stemde hiermee in door eens zachtjes te hinniken. Zijn paard was gitzwart en blonk ondanks het slechte weer.
Samen gingen ze dus op pad en bij het kampvuur voor het avondeten vertelt Viperion verhalen over zijn lange en verre reizen én hij leerde de staljongen ook enkele basistechnieken in het zwaardvechten. Op zijn beurt leerde de stalknecht Viperion hoe hij een goede boog kan maken en hoe hij moet boogschieten.

Rivaleny die zich een beetje beledigd voelde door het desintresse in haar persoontje besloot dan maar met het avondeten te beginnen. Maar Rivaleny was een even slechte kok als dat ze een zangeres was, en al vlug hing er een scherpe geur tussen de bomen. (wie probeert nu ook koekjes te verhitten. Rivaleny die natuurlijk niets rook, begon opnieuw aan haar lokroep en met een schok draaiden de staljongen en viperion zich om want het kwaad was al geschiet, een groot gedrocht stond met kwijlende mond naar het groepje te staren. Een grommend geluid was uit zen buik te horen.

Enkele ogenblikken ervoor zocht Marvaissi-el-Ghermad,( want dat was de naam van het gedrocht, hoewel niet veel mensen dat wisten aangezien ze nog nooit de moeite hadden genomen zijn naam te vragen,) nog een rustig plekje om te slapen na zijn dagelijkse taken vervuld te hebben. Deze bestonden vooral uit het bang maken van jonge konijntje en het doen opschrikken van verliefde tortelduifjes ...
De mensen van tegenwoordig gunnen een gedrocht echter niets meer. Eerder die dag had hij het geroep en getier wel gehoord maar had hij besloten om die dag juist last te hebben van z'n oren. Maar nu ze hem een tweede keer verstoorden (terwijl hij juist aan z'n nachtrust toekwam !!!) was het wel zijn verplichting om eens te gaan kijken ...

Viperion trok zijn zwaard en de staljongen (Kejero ?) legde zijn eerste pijl al aan nog voor het gedrocht het goed en wel doorhad. Rivaleny kwam echter tussenbeide omdat ze in de goedheid van alle wezens geloofde (behalve de duidelijk kwaadgezinde natuurlijk) doordat ze poogde met het monster te communiceren. Marvaissi-el-Ghermad kwam dichterbij en...

...struikelde over de draad van de staljongens laptop , waarmee hij had geprobeerd de wijze raad van ene Kejero te vragen via msn messenger (vandaar dus de naam Kejero tussen die haakjes in de vorige paragraaf ) maar nog voor hij iets van raad had kunnen vragen flitste het scherm uit en de stalknecht vervloekte de god die onder zijn volk bekend stond onder de naam Microsoft (hij geloofde er niet in maar het lag zo lekker in de mond om die god te vervloeken ), tot ie plots in het grote oog staarde dat in slow motion op hem afstruikelde
Patat zei het beest en de stalknecht z'n botten kraakten
De schone Rivaleny slaakte een zucht (*sigh*) van teleurgesteldheid, en sloeg snel haar hand voor haar mond toen ze zich herinnerde dat in de vorige reply nog wel uitdrukkelijk gevraagd werd geen sig's te gebruiken
Het enorme beest richtte zich langzaam weer op en begon......

... zich onmiddelijk te verontschuldigen. Dingen zoals: ja, dat komt er van als je me men slaap niet laat, en: sorry, normaal gebruik ik geen fysiek geweld waren op te maken uit de zinsflarden die het gedrocht uitkraamde. Door deze hele gêne van het boven op de stalknecht te vallen, was het gedrocht een beetje uit zijn rol als kwaadaardig monster geslagen en stond daar dus maar wat te grijnslachen en met z'n voeten te schuifelen. Toen ...

...stopte het verhaal voor Viperion aangezien het totaal niet de goede kant uitging voor hem. hij verliet de Party om ergens in het noorden een draak te slayen...

 Rivaleny keek afkeurend de wegvluchtende Viperion na (die zich met een hoop uitvluchten had proberen te excuseren voor z'n angst voor de grote Marvaissi-el-Ghermad ) en liet de stalknecht, na een genezend kusje op z'n voorhoofd, het vuur opnieuw aansteken dat door de windverplaatsing van het vallende beest gedoofd was. Maar doordat het miezeren ondertussen was toegenomen slaagde de stalknecht er amper in het vochtige hout zelfs nog maar te doen smeulen. Gelukkig was daar de Marvaissi die eerder die middag wat ajuin-paddestoelen had gegeten en een wind(verplaatsing) voelde opkomen - Drie seconden later schoot er dan ook een mooie steekvlam in het vuurtje en het kleine reisgezelschap ging er gezellig rond zitten.
Rivaleny was ondertussen helemaal vertederd door het gouden hartje achter de imposante figuur van het vreemde wezen en ging gretig in op het voorstel dat Marvaissi haar later op de avond deed, namelijk of ze hem niet als huisdiertje wou nemen
Toen ze later die avond besloten te gaan slapen en ze net in begonnen te dommelen, hoorde Rivaleny een zacht geritsel in het struikgewas. Ze hoopte heel voorzichtig dat Viperion misschien toch nog was teruggekeerd naar het verhaal (ze verwachtte niet meteen veel hulp van haar gekwetste stalknecht en haar nieuwe *softie* huisdiertje mocht ze nog es in gevaar komen), en besloot stilletjes op te staan en een kijkje te gaan nemen...

En toen zag ze een mooie jonkvrouw wiens stalknecht ook al nergens voor diende. Ze waren een groupje Orcs tegengekomen en de stalknecht stond stijf van de schrik, en word vervolgens neergeslagen als een mongool.

Toen Rivaleny dit zag, begon ze te zingen, met de hoop dat ze de orcs kon lated omdraaien en naar haar toe laten komen. Natuurlijk weten we al wat er gebeurde. De orcs dachten dat zo'n verschrikkelijk gedrocht hen kwan straffen voor iets, en zijn vervolgens weggerend als een stel sukkels.

De beeldschone jonkvrouw zei "O koninlijke dame, ik ben u mijn leven verschuldigt. Als u mij naar het kasteel van de heer Viperion begeleidt, dan zal hij u belonen."

Rivaleny vraagt, "waar kent u hem van, en waarom zou hij dat voor u doen?"

De jonkvrouw beantwoord,"hij is mijn verloofde....."

 

Na een lange uitleg hoorden ze een paard door het bos galoperen en daar kwam Viperion gehaast aan. Hij was zeer bezorgd en op zoek naar iets. Toen hij bij het kampvuur aankwam slaakte hij een zucht van opluchting want daar zag hij zijn mooie verloofde Elmindreia zitten. Vervolgens sloeg de bezorgdheid terug toe want hij zag dat ze gewond en dat Rivaleny en Marvaissi-el-Ghermad haar aan het verzorgen waren met speciale kruiden waarvan enkel Marvaissi-el-Ghermad ze weet staan. De kracht van de kruiden was niet te onderschatten en Elmindreia was al snel aan de beterhand.
Viperion verontschuldigde zich voor zijn voorgaande gedrag maar zei dat hij niet veel met technologie wou te maken hebben en die laptop was er te veel aan. Viperion vroeg dan ook of hij en Elmindreia nog even bij de groep mochten blijven... tenminste totdat zij er weer helemaal bovenop was.

 

Rivaleny vond dit goed, want zij en Elmindreia waren inmiddels al goede vriendinnen geworden.

Dus toen zijn ze met z'n allen naar de heer Viperion's kasteel gegaan. De reis verliep rustig, want alle rovers, orcs, vijanden etc. werden weggejaagd door Rivaleny's verschrikkelijk gejank. De heer Viperion en Elmindreia wilden niets tegen haar zeggen want ze vonden het zielig dat zo'n mooi iemand zong als een "vrouwlijke boer met kispijn" ( ). Maar de stelknecht was boos op Rivaleny dat hij haar hat meegenomen en was telkens vuile woorden aan het zeggen zoals: "leve Microsoft," "Ik geef mijn laptop aan de goden van de duisternis, waaronder Miscrosoft."

Rivaleny werd hier heel erg boos om. Toen ze bijna bij het kasteel van de heer Viperion waren, brak er een groot argument tussen Rivaleny en haar stalknecht los en de stalknecht is er toen vandoor gegaan...

Rivaleny keek met een grijns naar de stamelende Viperion die helemaal wit was geworden nadat hij zijn geliefde helemaal bebloed in het gras zag liggen, en weer besefte ze dat mannen, hoe sterk ze ook zijn toch niet tegen een vrouw , die weet wat ze wil , opgewassen zijn. Rivaleny had namelijk dadelijk gezien dat Elmindreia helemaal zo geen doetje was als iedereen wel dacht, en dat ze best wel een hoopje orcs aankon als het erop aan kwam. Ze kwam tot de conclusie dat de knappe maagd ( of niet? Viperion? ) het hele toneeltje was aan het opvoeren alleen om haar verloofde om de tuin te leiden. Maar waarom ze dit deed, dat wist Rivaleny niet en ze besloot dan maar om eens een gesprek 'onder vrouwen' te houden als ze weer op weg gingen. Tot het zo ver was zou ze Elmindreia maar helpen.

Ze draaide zich om naar Viperion en zei met grote droevige ogen "Het ziet er niet goed uit edele heer" . "Uw verloofde heeft al veel bloed verloren, en ik weet niet of de kruiden van mijn trouwe Marvaissi-el-Ghermad veel gaan helpen" Zover het mogelijk is werd Viperion nog witter en rende naar zijn verloofde toe om haar om vergiffenis te smeken dat hij haar zomaar in een kasteel had achtergelaten.

 

De stalknecht stond zich al die tijd maar af te vragen hoe die twee vorige paragrafen bij elkaar passen en kwam tot de conclusie dat alleen z'n laptop het antwoord kon brengen. Helaas was een laptop iets helemaal anders dan wat in een andere wereld bekend stond onder diezelfde naam. Hij had dit bolvormige instrument ooit gekregen van een oude nar die luisterde naar de naam Lar en geloofde rotsvast in de waarde van het ding. "Lap" zei hij, "ik krijg geen verbinding met de wereld van de wijzen" (die ook kort "Top" genoemd werd, naar de top van een berg waar volgens de legende de wijzen hun tijd verdeden of verdoenden of hoe je dat ook zegt). Hij wijtte de verwarrende gebeurtenissen dan maar aan de vermoeidheid of misschien waren z'n hersens een beetje door elkaar geschud door het lompe beest, dat overigens meer aandacht leek te krijgen van de mooie Rivaleny dan hijzelf.
Hij stelde vast dat hij al die tijd naar de blonde vrouwe had zitten staren en wendde z'n blik af om een gebroken Viperion gade te slaan.
Elmindreia kuchtte zachtjes en deed Viperion eventjes hopen dat er ooit een middeltje zou worden uitgevonden waarmee je met behulp van een of andere borstel of zo je tanden kon schrobben. Toen sloot z'n verloofde haar mooie oogjes en Viperion z'n hart klopte in z'n keel. Marvaissi (die het spelletje van de dames evenveel doorhad als Viperion) legde z'n poot op diens hoofd en Rivaleny deed hem het gebaar dat je dat eigenlijk op de schouder hoort te doen. Het beest begreep de gebaren van de vrouwe echter verkeerd en deed toen iets heel dom.....

Marvaissi gaf legde zijn hand op de schouder van Rivaleny vermits ze daar naar wees. Hij had niet door dat hij dat bij Viperion moest doen. Elmindreia's staljongen (die stilaan stapelverliefd op Rivaleny aan het worden waas) keen een glimlach niet onderdrukken en verstopte zich snel achter een boom om Viperion niet te kwetsen door de 'ernst' van de situatie
Viperion ('u hoeft me geen heer te noemen') kreeg een krop in zijn keel maar bleek die vrij goed te kunnen verbergen, maar het opmerkingsvermogen van vrouwen is niet te onderschatten en ze beseften dat het stilaan welletjes was geweest. Ze vonden dat ze niet in die mate met de gevoelens van een man mochten spelen. Elmindreia deed dan maar alsof ze stilaan aan de beterhand was door iets te mompelen, haar ogen open te doen en haar hand op te heffen naar Viperion toe. Hij nam haar hand en...

 

Hoesste in haar gezicht, zodat ze verkouden werd . Elmindreia vergaf haar lieve verloofde toen hij "oeps" zei. Zo zie je de ware kracht van de echte liefde...

Rivaleny had opgemerkt dat Elmi's (makkelijker) stalknecht langzaam maar zeker verliefd op haar was geworden. Zij voelde hetzelfde voor hem maar ze was bang dat haar vader, de grote tiran, haar niet met een stalknecht zou laten trouwen zonder een grote bruidsschat.

VIP ( he he) en Elmi merkten dat Rivaleny en Jeroen (other suggestions?) verliefd waren geworden en tegelijk ook heel erg verdrietig waren. Toen ze vroegen wat er aan de hand was, legde Rivaleny het probleem over haar vader uit. Viperion en Elmindreia zeiden dat ze hun kasteel wel met hun wilde delen totdat ze hun eigen kasteel op een of andere manier konden verkrijgen.

Maar Jeroen had een beter idee. In de stad waar hij was geboren, leefde een grote tiran (goh, da's toevallig ) die zijn bevolking uitperstte als een rotte banaan. Hij dacht dat met de hulp can Marvaissi hij de tiran zo bang zou kunnen maken, het geld terug te geven aan de bevolking en een van zijn kastelen af te staan. En als hij nog eens zo wreed naar zijn bevolking zou zijn, dan zouden ze terug komen, met het gedrocht. Dat kasteel dat ze wilden hebben was de mooiste in de omgeving met aardige maar onderdrukte dorpelingen. Dat kasteel was "toevallig" heel erg dichtbij die van Viperion en Elmindreia (volgens mijmoeten we minder aan toeval overlaten ).

Ze waren het met elkaar eens en nadat ze eerst bij Viperion's kasteel uitgerust hadden, zijn ze vertrokken. Maar wat er toen gebeurde....

 

... een donderslag vulde de hemel zodat de paarden zich een bult schrokken en meer op dromedarissen begonnen te lijken, Bij de volgende flits zag het gezelschap dat dit niet de paarden waren maar de pak-ezels.

Onze reizigers hadden nu reeds door dat hen iets verschrikkelijk te wachten staat, waarom zou het anders zo toevallig beginnen onweren. Meer dan gewoonlijk op hun hoede speurden ze de bosranden af terwijl ze in spoed naar Jeroen zijn geboorte stad galoppeerden, dat de pakezels amper kunnen volgen en dat zij op de koop toe nog aan de paarden waren gespannen zorgde ervoor dat het allemaal niet zo vlug ging als gewenst. Elmindreia bleek de enige te zijn die haar op haar dooie gemakjes voelde en fluitte een zacht deuntje, waardoor enkele roodborstjes op haar shouders landen en een uil zich op Elmindreia haar hoofdje nestelde.

Uiteindelijk kwamen ze aan de poort van Nestofevillia, viperion moest zijn ogen bijna dichtknijpen om de deurklink te zoeken in deze duisternis, maar net voor hij de klink wouw vastgrijpen lichte de hemel weer op waarop een donderslag volgde en de poort uit zich zelf opende, toch bleek dit maar zo te zijn want ...

 

Een klein knaagdier met een even ontypbare als uitspreekbare naam had het tafereeltje gade geslaan en stelde vast dat ie Jeroen een ietsiepietsie ordinaire naam vond voor een personage in dit verhaal (niets persoonlijks hoor ) en vond Ye'roon een beter alternatief
Maar omdat het verder geen rol meer zou spelen in deze queeste besloot het in een boomstam te gaan schuilen voor het weer dat steeds ruiger werd.

 

voordat het echter aan zijn schuilplaats kwam trapte verpleterde Viperion het hoofd van het beestje en zei "we hebben toch iets om te eten nu"
Tijdens de reis was Viperion steeds aan het nadenken waarom het verliefde koppeltje er zo op gebrand was om een kasteel te bezitten. was een gezellig huisje ergens in het bos niet voldoende? Wetende dat hij hier toch geen antwoord op kon verzinnen liet hij die gedachte varen om aan leukere dingen te denken.
Toen gingen ze met z'n allen binnen en zochten ze eerst een leuk cafe op om eens goed te kunnen drinken, uit te rusten, op te drongen en plezier te kunnen maken. 1 pint bier werd al snel een 4e en zo gingen ze door tot in de vroege uurtjes...

 

En toen dachten ze, moeten we nou niet door gaan een kasteel te vinden?

Viperion vroeg zich weer eens af waarom zij een kasteel moesten hebben en toen antwoorde Rivaleny, "anders moeten we bij jullie komen wonen."

Om Viperion voor eens en altijd de mond te snoeren zei ze, "waarom moet jij nou uitmaken waar iemand moet wonen? Jij eet ratten, en dat is onder mijn stand ."

En toen gingen ze weer op weg........

 

Viperion vroeg zich af waar Rivaleny met dat rare idee vandaan kwam vermits hij dit enkel DACHT en er NOOIT iets van GEZEGD heeft ??????

trouwens dit rat was maar een back-up plan indien we nergens iets te eten zouden vinden..

 

Een geheim persoon antwoorde dat mensen die in de douche zingen wel eens wat laten vallen....

 

Het dorp was al snel uit het zicht verdwenen door het heuvelachtige landschap waardoor de tocht het gezelschap voerde. Een grijze lucht met laag voorbijschuivende wolken blies koude druppels en af en toe harde windstoten in hun gezicht.
Rivaleny's stalknecht zat wat losjes in het zadel en lag niet alleen met z'n maag (het had niet meegevallen Viperion onder tafel te drinken de nacht ervoor ) maar ook z'n gedachten in de knoop. Het doel van deze tocht ontging hem volledig op dit moment, en toen hij een antwoord zocht in de ogen van de blonde vrouw aan z'n zijde begon een kwellende onzekerheid de kop op te steken. Rivaleny leek de blik van de jongen niet in de gaten te hebben en hield het hoofd naar beneden gebogen. Had zij wel hetzelfde doel als hem? Had ze hem misschien toch enkel maar nodig als stalknecht?
Een gerommel in de verte was het enige antwoord.
Het koppel dat voor hen uitreed hield de paarden stil en Viperions ogen stonden bezorgd.
'Er is een storm op komst. De paarden worden onrustig. We kunnen beter snel een schuilplaats zoeken.'
'Hoe ver is het nog?' wilde Rivaleny weten, die voor het eerst sinds hun vertrek deze morgen iets had gezegd. Viperion schudde z'n hoofd.
'Te ver.'
Allen hieven de hoofden op toen Marvaissi voorzichtig gromde. Hij stak een grote voorpoot op en wees naar hun rechterkant, waar een ondiepe rivier stroomde. Z'n grote muil vertoonde iets dat wat op een glimlach leek, en voor Rivaleny was dit gebaar genoeg om de richting van de poot te volgen. Ieder stemde in en ze begaven zich richting rivier, Marvaissi voorop.

 

Terwijl Rivaleny achter haar nieuwe vrienden reed zonken haar gedachten steeds verder en verder weg. Hoe lang was het nu al geleden dat ze achter haar raam zat en de regendruppels telde? Er waren slechts een paar dagen, toch leken er al eeuwen te zijn vervlogen. Ze vroeg zich af hoe ze ueberhaupt op het idee van een toch was gekomen? Normaal was ze toch niet zo avonturier-achtig. Nu ze er verder over nadacht leek het wel alsof een soort drang in haar hoofd ervoor had gezorgt? Wa ze misschien gek aan het worden door het gemis aan luxe? In haar hele leventje had ze altijd een warm bad kunnen nemen en in een echt bed kunnen slapen, en nu moest ze tevreden zijn met een regendouche, een strozak in een slecht riekende taverne en een hoop bier drinkende gezellen.

Ze zuchtte en draaide zich om naar de enige houvast dat ze nog had op deze ellenidge tocht. Ye'room staarde met een bedenkelijke blik terug. Misschien kon ze hem van zijn absurde idee doen vergeten en hem overhalen om terug samen naar haar vaders kasteel te gaan. Ze hadden konden toch ook best een leuke tijd hebben zonder te trouwen? En als hij het zo belangrijk vond kon ze wel eens met haar ogen knipperen en haar vader ompraten. Vader gaf haar toch al jaren haar zin. Maar terwijl ze over een mogelijke terugkeer dacht, kreeg ze een zwaar gevoel in haar maag. Ze trok helemaal wit weg en het kostte haar de grootste moeite om rechtop in haar paard te blijven zitten. Als bij toverslag was het idee over een terugkeer verdwenen.

Ze zuchtte nog eens diep en liet haar paard achter de andere lopen.

 

Viperion zat blij in het zadel want hij had weinig of geen last van de drinkpartij/wedstrijd met Ye'room. Het enige wat hem dwarszat was dat hij wat moe was. Hij keek naar zijn geliefde Elmindreia en gaf haar een kus en een knipoog; op avontuur gaan deden ze immers graag samen

 

In de verte werden de vage omtrekken van een rotsige heuvel zichtbaar. Omdat het ondertussen al hevig was aan het waaien, spoorde het groepje de paarden aan tot een gallop. Ze hoopten allemaal dat er zich een grot zou bevinden op de heuvel, maar Marvaissi leek te weten wat hij deed. Hij loodste het groepje vooruit een grot in.

Ye'room begon dadelijk zijn paard af te zadelen en te verzorgen.Het dier was pas ziek geweest en Yer hoopte dat het niet terug zou hervallen nu ze met zo een weer hadden af te rekenen. Hij had ook geen verse haver voor haar. Waarom moest hij ook weer met zijn Leny meegaan? Was het niet zo dat zij altijd voor problemen zorgde? Al toen ze als kleine kinderen samen naar het traningskamp werden gestuurt was ze de oorzaak van alle kwaal, maar hoe hard hij ook probeerde, hij kon niet kwaad worden op het blonde meisje dat met een rood gezicht van de geleverde inspanning haar paard zat schoon te wrijven.

Terwijl hij haar zo bezag besefte hij dat hij een enorme honger had en besloot eens met viperion en elmindreia te praten, een van die twee zou belsist beter koken dan Leny. Zijn maag begon al op te spelen toen hij aan de kleverige koekjesmassa van de vorige dag dacht.

 

Ondertussen ging Marvaissi-el-Ghermad wat dieper de grot in, terwijl hij wantrouwend naar de rest keek. Wanneer hij zeker was dat niemand keek verstopte hij zich in de schaduwen en leek op te lossen (hij was immers een gedrocht ...). Voorzichtig scheef hij langs de gladde rotswand naar achteren. Het was hoogst noodzakelijk om de groep een onderkomen te geven voor die nacht, en hij was de enige die een geschikte plaats wist te vinden, maar hij wou toch het risico niet lopen dat men zijn geheime schuilplaats vond achterin de grot, waar hij al zijn ontdekkingen van zijn leven had verborgen (hij leefde al heel lang, hij was immers een gedrocht ). Marvaissi-el-Ghermad zocht in zijn leven niet naar goud of kostbaarheden maar naar kennis. Want zo interessant was zijn leven van angst aanjagen ook niet echt, en leesde graag een boek om 's avonds in slaap te geraken. En hij had best wel een verzameling waar hij fier op was. Zo had hij als enige een exemplaar van "Nutteloze toverkunsten - het levenswerk van Merlijn". De enige andere twee exemplaren lagen oftewel op de bodem van de oceaan oftewel ergens in deeltjes verspreidt over de rest van de wereld. Na een tijdje in het donker gelopen te hebben zag hij een klein lichtpuntje in de verte, waar hij een fosforiscerende steen had geplaatst om een schakelaar aan te geven ... 

 

Nadat Viperion zichzelf had opgeofferd en een maaltijd voor de vrienden had geserveerd maakte de kleine groep zich klaar om te gaan slapen. Rivaleny die zich knusjes in het warme vel van Marvaissi te slapen wou leggen, merkte op dat hij verdwenen was. Ze liep vlug doorheen de donkere grot, maar hij was niet te bespeuren. Angstig riep ze Ye'roon en vertelde hem dat ze Marvaissi niet meer vond. Samen liepen ze nog eens de grot rond.Ondertussen hadden ook viperion en Elmindreia gemerkt dat er iets aan de hand was. Ye'roon merkte op dat het misschien de bedoeling was van Marvaissi om hen te verlaten. Dat hij eventjes tot zich wou komen, tenslotte was hij een monster dat niet veel onder de mensen kwam, en nu had hij opeens 4 nieuwe vrienden. 

Het groepje stemde ermee in om eerst te gaan slapen en daarna naar de misseling te gaan zoeken. Ieder zocht een leuk plekje en probeerde te slapen terwijl de storm buiten leuk doordeed 

 

Marvaissi was inmiddels heel wat dieper de grot binnen to gaan om te kijken of zijn spullen nog netjes waren en of het stof niet te diep was (Ook al is hij een gedrocht , hij vindt hygiene heel belangrijk. Aldus dat hij ook niet stinkt wanner Rivaleny in zijn vacht wil liggen).

Toen hij de geheime deur opendeed (als ik zeg hoe, is het geen geheim meer) zag hij dat alles er nog netjes uit zag, hoewel een hoekje hier en daar wel een lapje kon gebruiken.

Hij besloot door zijn spullen die hij na eeuwen "gedrochtig" bij elkaar had gespaard te kijken of hij niet iets had als kadootje voor zijn vrienden.

Toen hij de binnenkamer opende, zag hij tot zijn grote verbazing dat zijn huisdierje was ontsnapt, hij had op een of andere manier zijn kooi opengelaten. Flop (die er zo uitziet ) was verdwenen. Het diertje waarmee hij Eeuwenlang bevriend was was verdwenen.

Marvaissi kon niet ophouden met huilen en janken nadat hij Flop( ) was kwijtgeraakt.

Inmiddels hadden zijn vrienden wat zien bewegen wat dieper in de grot.... 

 

De plaatselijke god vroeg ik af hoe men een eeuwenlange vriend jaren in een kooi kan opsluiten?. Dat zou dan eerder een jarenlange slaaf zijn dan een vriend,en als Flop dan de kans had om te ontsnappen (hij had een beetje hulp gekregen van de God die medelijden met het arme beestje had en na een spreuk eeuwenlang in slaap had gelegen en nu pas terug wakker was geworden) stond de God er volledig achter. De God had het poortje van het hokje opgengeblazen en het arme konijntje zijn vrijheid terug gegeven. Het konijntje was hem zo dankbaar dat het beloofde om zijn trouwste aanhanger te worden. De God zag dit wel zitten en veranderen het konijntje in een priesteres. Hij droeg haar op om zijn naam weer over de wereld te verspreiden en collega's priester en priesteressen te zoeken. Samen moesten ze dan onderzoeken wat er met de andere goden aan de hand was. Omdat de priesteres vroeger een konijn was en dit nog altijd vers in haar geheugen zat, beheerste ze het moeilijke proces om zich naargelang de situatie zich voordeed in een dier of een mens te veranderen. 

 

Ondertussen zat Marvaissi-el-Ghermad nog steeds in zijn geheime boekenkamer na te denken over iets ... Was flop zijn vriend nu wel geweest ? Of toonde het beestje altijd zoveel affectie doordat hij diegene was die hem altijd zijn worteltjes gaf ? Nu Marvaissi-el-Ghermad een beetje tijd met andere mensen had doorgebracht begon hij zich een beetje schuldig te voelen. De andere waren nu ook wel een beetje zijn vrienden geworden en hij kon zich niet voorstellen om hen in een kooi op te sluiten ...
Marvaissi-el-Ghermad was redelijk droevig door het hele voorval en net toen hij besloot terug te gaan vond hij het perfecte cadeautje. Een zeer oud boek over de goden van de wereld waar ze in leefden. Nu ze van plan waren op avontuur te gaan konden ze misschien wel een goddelijke godheid gebruiken ???
Dus Marvaissi-el-Ghermad keerde terug naar zijn blijkbaar wakkere vrienden (hoe is dat nou gebeurt ?? ) en gaf hen het cadeautje ... 

 

Ye'roon die het boek aannam keer verbaasd naar Marvaissi. Hij stamelde een bedankje. Rivaleny vloog naar haar nieuwe vriend en omhelsde hem als bedankje. Ze waren allemaal reuze blij met het boek, eerder alleen omdat het een geschenk was, dan dat ze het waardevol vonden. Nu ja Ye'roon vond het best wel een leuk kado, hij had al altijd een grote intresse voor boeken en dergelijke gehad, maar als staljongen had hij nooit de gelegenheid gehad om te gaan studeren. Na het ontbijt, dat tot spijt van de vrienden Leny had gemaakt, ging het groepje verder op weg. Viperion wou zo vlug mogelijk in het volgende dorpje aankomen voor de nacht aanbrak, hij kende daar een leuke taverne die zeer goed bier opdiende. (Crythe houdt zich ondertussen klaar in die taveerne ). Ze gaven de paarden water en haver en gingen op weg. 

Na een tijdje rijden kwamen ze aan een vervallen huisje. De 4 muren stonden niet meer echt recht, en het stro op het dak had meer gaatjes dan een Hollandse kaas . Rivaleny keek met een opgetrokken neus naar het huisje. Er kwam een nogal onaanename geur uit tevoorschijn. Ye'roon reed naar de deur van het huisje en keer naar binnen. Op de grond lag een oudere heer met wit warrig haar dat alle kanten uitsteek. Naast em lag een kruik (met alcohol?) . Ye'roon wenkte Viperion en vroeg deze om raad wat ze met de oude man zouden doen. 

 

Viperion en Ye'roon namen de oude man op en bevochtigden zijn lippen wat met water omdat hij uitgedroogd leek. Ook al had hij blijkbaar goed gedronken enige tijd daarvoor, Viperion vermoedde dat de man er toch al een tijd bewusteloos lag. Viperion besloot om toch enige tijd nog bij de man te blijven totdat deze er bovenop was. Ze konden misschien de nacht hier doorbrengen vermits ze het volgende dorp niet meer leken te halen; het ontbijt had nogal lang geduurd (eer je dat eten binnenkrijgt ) en ze waren dus nogal laat vertrokken. Bovendien vond Viperion het beter om een dak boven het hoofd te hebben want er stak een zware bewolking op. Ze zouden het dorp met de taverne met het goede bier (en onze mistery nieuwe guest) de volgende dag wel bereiken. 

Ye'roon had het vuur ondertussen al aangestoken en Leny was al een het eten begonnen maar ditmaal kreeg ze hulp van Elmindreia die haar heel subtiel kooktips gaf. Dit was een gegeven waar iedereen zeer gelukkig om was. 

Iedereen zocht nu een plekje op en er werden verhalen verteld... 

 

De oude man was nog steeds niet wakker en ondertussen was het wel hoogste tijd geworden om eens
te gaan slapen. Terwijl iedereen van een goede nachtrust genoot sloop ye'roon naar
zijn zadeltassen. Hij nam er het boek uit dat hij eerder die dag van Marvaissi had gekregen en
bladerde er eens in. Rivaleny had een groot hekel aan lezen en studeren. Waarschijnlijk
omdat haar vader haar altijd verplicht had om verschillende lessen te volgen bij zijn
raadgevers. Leny vond dat alle geleerden oude en saaie mannen waren die niets leuker vonden dan
kleine meisjes te pesten die moesten leren lezen. Na haar lessen ging ze dikwijls bij Ye'roon
uithuilen. Daarom dat Ye'roon nooit openlijk had toegegeven dat hij best wel wilde studeren.
Leny zou het als verraad beschouwen en omdat Ye'roon geloofde dat hij toch nooit de gelegenheid
zou krijgen om verder te gaan studeren had hij het hele thema laten rusten. 

Maar nu , nu dat hij een klein beetje meer van de wereld had gezien zag hij toch een kleine
mogelijkheid om zijn droom te verwezenlijken. Op de burcht van Leny's ouders deed het verhaal de
ronde dat zijn vader een grote geleerde was die zijn moeder alleen had gelaten met het kind dat
in haar buik zat, maar dat had Ye'roons moeder nooit toegegeven. Ze had hem verteld dat zijn vader
een zeeman was die tijdens een van zijn reizen niet meer was teruggekeerd. 

Terwijl Ye'roon in het boek zat te bladeren begon de zon aan haar optocht naar de hemel. Langzaam werden zijn vrienden wakker. Vlug
stopte hij het boek weg en sneed een paar sneden brood af en gaf iedereen een stuk brood en een beetje kaas. Ze plaatsen de oude man
op Elmindrei'a paard die op haar buurt bij Viperion ging zitten, en zo ging het gezelschap naar het dorp met de beruchte taveerne. 

Aan de andere kant van de wereld maaktte Flop zich klaar voor een reis op zoek naar een exemplaar van het boek der Goden. 

 

na enkele uren kwamen ze in het volgende dorp aan en Viperion volgde zijn neus 'straight to the beer'
Het gezelschap ging dus naar de taverne en de oude man was ondertussen bij zijn positieven gekomen en had veel dorst. Het was rond 'Noent' uur en ze hadden allen honger en dorst dus gingen ze ook iets eten met het weinige geld dat ze nog hadden, ze moesten dringend nieuw geld vinden. In de herberg 'De nieuwe vreemdeling' gingen ze allemaal rond de haard zitten en bestelden ze soep, worst en brood.
Na een tijdje kwam er een persoon binnen..... 

 

 

Het was een verselijk donkere nacht, met het gehuil van de wind en de wolven, en andere gedrochten. Het was verschrikkelijk aan het regenen buiten. Iederaan die van partij was had geen zin om te praten door de lugubure stemming....
Buiten waren er geluiden to horen, paarden, ruiters. Misschien rovers. De taverne houder greep naar zijn wapen, z'n oude vertrouwde koekepan. Daar kunnen we hele nieuwe verhalen over vertellen.... maar omdat die tavernehouder dat deed, greep iedereen anders naar zijn wapen, of kookgerei of een kom zelfgemaakte soep in Leny's geval.

De deur gings zachtjes open met een kriekend geluid.... krieeeee.... een paar seconden later verscheen een enorme schim, die luid stampte met zijn voeten toen hij liep... stamp stamp stamp... toen ze hem van dichterbij bekeken, nog steeds toen hij in het donker gehuld was, zagen ze een rare vorm, anders dan wat voor iets ze ooit eerder gezien hadden....... Het bleek een ventje van zo'n anderhalve meter te zijn met zijn paard die achter hem stond.

Het ventje kwam binnen en groette jan en alleman, hij werd Dilandior (geen flauw idee hoe ik er ben opgekomen) genoemd door anderen, want zijn echte naam is onuitspreekbaar. Hij bestelde wat eten bij de tavernehouder, nadat hij zijn paard bij Marvaissi in de stallen had achtergelaten en ging toen vervolgens in een tafel dichtbij de haard zitten. Na een tijdje dacht Ye'roon dat zo'n ventje best wel interessant zou kunnen zijn, dus is toen bij hem gaan zitten. Ze waren aan het praten, een beetje over elkaar aan het vertellen. Dilan zei toen dat hij uit een ver onsuitspreekbaar land kwam. Het land werd bevolkt door een uniek, raad eens, volk!

Ze noemen zichzelf een ander onuitspreekbaar woord maar voor anderen zijn ze bekend als de veranderaars of wisselaars. Dit komt omdat ze hun massa kunnen vervormen tot dat van iets anders, en bovendien krijgen ze alle krachten van dat wezen te bezitten. Ze worden geboren als een blobje dat langzamerhand groter word. Wanneer je zo oud bent, word je er op uit gestuurd om zoveel kennis te verzamelen als je kan. Met die kennis komt tegelijkertijd het veranderen in verschillende vormen. Het probleem met het veranderen is dat je alleen maar voorwerpen zo groot als je eigen massa kan worden. Gewoonlijk worden de wisselaars gezien als gwergen, en zijn erg vriendelijk, maar wel schuw, tenzij je ze goed behandelt. Ze zijn ook erg onberekenbaar, dus pas op!!

Ye'roon en Dilan zijn na de introductie verder gaan praten over hun ambities, thuis, familie, weer, bla bla bla, onzin, bla bla bla en nog meer onzin, jeweetwel. Zo is het gegaan tot diep in de nacht..... 

 

Niemand had gemerkt, terwijl de kleine vreemdeling z'n entree maakte, hoe de oude man na het lessen van z'n dorst was opgestaan en op fluistertoon iets aan de barman had gevraagd. Deze had geknikt en gewezen in de richting van een deur in een donkere hoek van de taverne. Onopvallend bewoog de oude man zich erheen en verdween uit het oog voor een lange tijd.
Toen hij terug in de kamer kwam waren de meeste van de bezoekers en gasten al verdwenen, en van z'n reisgezellen zaten enkel Viperion en Ye'roon nog aan een tafel, samen met de kleine vreemdeling. Alledrie merkten ze z'n bleke gezicht op, en lazen ze in z'n ogen meer dan enkel vermoeidheid, maar allen zwegen ze. De oude man vroeg of de slaapplaatsen al geregeld waren en Viperion bevestigde dit en wilde op zijn beurt iets vragen maar de oude man knikte met een blik die aan allen duidelijk maakte dat enige conversatie daarmee meteen ook beëindigd was. Voor een kort moment keken de oude ogen in de vragende blik van de jonge stalknecht, die aan de andere kant van het tafeltje met een twijfelende uitdrukking de oude man gade sloeg. Dan wendde hij zich af en verdween opnieuw, een mompelend trio achter zich latend. 

 

Terwijl ons gezelschap gezellig aan het drinken was in de 'uitspanning' ging Marvaissi-el-Ghermad een wandelingetje maken in het bos. Hij gaf het niet graag toe, maar soms miste hij zijn bestaan als kwaadaardig gedrocht wel. En het leek erop dat hij niet meer gezien werd als kwaadaardig.
De enkele konijntjes die hij tegenkwam huppelde gezellig verder, en ééntje kwam zelfs aan zen schoen snuffelen. Het ergste van al was dan nog dat hij niet eens zin had om het snuffelende konijntje neer te slagen met een dikke tak, iets wat daarvoor vanzelfsprekend zou geweest zijn.
En omdat hij toch een beetje wou bijdragen aan de voedsel vooraden van de groep ging hij maar op zoek achter fruit.
Ondanks het pikkedonker zag Marvaissi-el-Ghermad genoeg om nog wat eetbaars te vinden, zo had hij al een voorraad bessen en enkele wortelknollen die, mits goed klaargemaakt, ongelooflijk lekker waren. Maar door al dat zoeken was Marvaissi-el-Ghermad een beetje afgedwaald, en hij was tot bij een klein beekje gekomen. En wat hij daar zag was ongelooflijk. Werschillende blauwe lichtjes dansten boven het water. Het waren geen gewone lichtjes, het was alsof het watezrdruppels waren die zweefde en licht gaven. Marvaissi-el-Ghermad kon zijn ogen niet geloven en bleef even versteend staan. Na een tijdje gestaan te hebben kwam er zelfs één van de flikkerdingetjes naar hem toegevlogen. Het fladderde tot op zijn schouder, en het gaf een nat gevoel af, alsof iedere flikkering een soort mist afgaf waardoor zijn snoet vochtig werd.
Nu het wezentje (want dat leek het te zijn, een zeer klein, schattig beestje dat een soort mist rond zich had dat lich afgaf) zo dicht bij zijn oor zat hoorde hij het zelfs een soort muziek maken, hoge toontjes die blijkbaar de manier waren van het wezentje om te communiceren. Marvaissi-el-Ghermad luisterde een tijdje, en het begon op een soort nymphen-dialect te lijken. Hij had eens een boek hierover gelezen, en de taal bestond niet echt uit woorden, maar het was meer een soort uitdrukken van gedachten in klanken. Dus probeerde hij ook zo'n passend geluidje voor te brengen, maar het brommen van zijn stem was zo luid dat het wezentje opschrok en een eindje verder fladderde. Het ging echter niet terug naar haar vriendjes, maar bleef op een afstand van Marvaissi-el-Ghermad. Nu werd het toch al laat, en hoe wonderlijk dit alles ook was, hij moest terug naar de rest.
Tot zijn grote verbazing kwam het wezentje mee met hem, en na een tijdje wandelen kwam het terug op zijn schouder zitten, nog steeds die hoge kirrende geluidjes makend. Marvaissi-el-Ghermad was wel blij met zo'n metgezelletje, en een glimlach toverde zich op zijn gezicht. Dit leek het wezentje te merken en het begon verschillende kunstejes te doen in de lucht, wat een prachtig lichtspel opleverde. Marvaissi-el-Ghermad begon nog harder te lachen en klapte zelfs in z'n handen. De terugtocht was zo snel voorbij en toen ze terugkwamen bij de 'uitspanning' zag hij nog net de oude man buiten komen. Aangezien hij niet wist waar het kamp was volgde hij de oude man maar ... die zou wel weten waar het is. 

 

Leny lag op haar bed en dacht na over de hele reis. Nu ze eindelijk een fatsoenlijk (nu ja fatsoenlijk was het niet echt) bed had, kon ze niet in slaap komen. Terwijl ze daar zo lag na te denken hoorde ze een zacht klopje op haar deur. Rustig stond ze op en wou ze de deur openen, maar juist toen ze haar benen over het bed wou zwaaien, vloog de deur al open. Met een humeurig brommen kwam de oude man haar kamer binnen. Rivaleny wist niet wast ze moest doen/denken. Wat wou die oude man van haar? Ze was er eigenlijk op tegen geweest om hem mee te nemen, maar Ye'roon wou er niets van weten. Terwijl ze hem met opgetrokken neus bekeek vroeg ze zich af of ze hem moest vragen wat hij van haar wou of moest ze misschien om hulp schreeuwen? Ze besloot dat ze maar beter eventjes wachtte met schreeuwen. 

"Wat wil je hier oude man" zei ze met een hoogartig stemmetje? "Ook al doe ik het met een enorme tegenzin" antwoorde de man "toch moet ik je om je hulp vragen" . Met opgetrokken wenkbrauwen wachtte leny tot de man verder zou gaan. Zonder op een uitnodiging te wachten ging de oude man op haar bed zitten. Haar wenkbrauwen nog verder omhoog trekkend draaide het blondje zich om en keek de man aan. "Wat wil je nu oude man, of ben je misschien vergeten hoe je iets moet vragen ? ". De oude man haalde eens diep adem (hoe heet die oude man feitelijk ? ) en keek Leny aan. " Je moet weten dat ik dit niet graag doe, helemaal niet graag, maar toch moet ik je vragen of je misschien zo goed zou willen zijn en een paar schrammetjes op mijn rug wilt verbinden, ook al is dit ver beneden de waardigheid van onze hoogheid" zei de oude man zonder naam met een sarcastisch ondertoontje. Rivaleny wist niet wat ze moest zeggen, er was nog nooit iemand geweest die het had gewaagd om op zulks een toon met haar te spreken, het enige dat ze kon doen was daar open mond staren naar die oude man die haar het gevoel had gegeven dat ze een klein verwend kind was. Ze besloot er later op terug te komen en vertelde de oude man dat ze Elmindreia ging halen zodat die haar kon helpen. Voor ze zich had omgedraaid schreeuwde de man van "NEEN, Laat de anderen hierbuiten, als ik hulp van je vrienden nodig had zou ik het hun vragen. Ik wil dat je me nu verzorgt en niemand iets vertelt dat ik een paar schrammen heb" . Rivaleny die het enorm leuk vond om geheimpjes te hebben voelde zich ondertussen alweer een stuk beter. Haat gezichtje veranderde opeens en met een ingenomen blik vertelde ze de man dat hem dan maar zou verzorgen.  

 

Viperion en Ye'roon waren nog steeds bier aan het verorberen..  

 

... en toen Marvaissi-El-Ghermad de herberg had bereikt waar ze de nacht gingen doorbrengen zag hij de oude man Rivaleny's kamer binnegaan. Verlegen als hij was durfde hij niet te gaan kijken wat er allemaal gebeurde maar omdat hij niet in de herberg bleef slapen (wie liet er nu een gedrocht in een herberg binnen?) ging hij maar achterom ergens een plaatsje zoeken om zich neer te leggen.
Aan de achterkant van de herberg vond hij wat hij zocht. Een comfortabel uitziende hooiberg. Eerder een hooiheuveltje, want rond deze tijd van het jaar was er niet echt veel hooi te vinden, maar het zou net volstaan om de koude grond niet te voelen. Toen hij nog maar net neerlag en z'n oogjes dichtdeed hoorde hij buiten de enkele vogels die nog wakker waren, stemmen uit een raam een beetje verder komen. Uit het hooghartig stemmetje kon hij opmaken dat het Rivaleny's kamer was. Hij kon niet alles verstaan, maar ze leek een verhit gesprek met de oude man te hebben. Marvaissi-El-Ghermad hield zich gereed voor het geval ze om hulp zou roepen. Hij was niet echt een edele heer, die zou zelfs zonder hulpgeroep toegesneld zijn, maar hij wachte liever af, zodat hij zichzelf niet al te belachelijk zou maken bij een vergissing. Het was echter moeilijk om zich wakker te houden als je al dagen niet meer rustig geslapen hebt ... en dus enkele tellen later lag onze vriend al lustig te snurken. Zijn laatste gedachten waren nog dat het zeker zijn taak niet was om Rivaleny te beschermen, hij was een gedrocht moet je weten ... 

 

Viperion kroop in zijn bed toen de zon stilaan begon op te komen. Ye'roon had al een tijdje opgegeven en lag er al een uurtje of 2 in. 2 uurtjes later stonden Elmindreia en Rivaleny al op het grote dorpsplein te kwetteren en naar de standen van de markt te kijken die de kramers aan het opstellen waren. de kramers die kledij verkochten kregen wonderwel de meeste aandacht met al die zijden jurken,...
Viperion werd wakker van het vogeltjes gezang en het lawaai op het plein, kleedde zich aan en ging Ye'roon wekken om de rest van de groep te onmoeten in de gelagkamer waar ze hadden afgesproken aan 'hun' tafel om het ontbijt te eten. Het was nu 11 uur in de ochtend en de gelagkamer begon stilaan vol te lopen. Marvaissi zat al aan de tafel evenals de oude man. De vrouwen kwamen binnen op het moment dat Viperion en Ye'roon gingen zitten en ze hadden beide een enorme glimlach op hun gezicht. Viperion zuchtte want hij zag dat Elmindreia en Rivaleny beide een pak onder de arm hadden en wist dat ze dus weer iets hadden gekocht.
Viperion dacht in zijn eigen dat ze dringend iets zouden moeten gaan doen om terug aan geld te geraken... misschien wel ergens gaan gokken of kaarten of... 

 

Toen Viperion het probleem op tafel gooide kreeg Rivaleny het schitterende idee om de mannden dan maar te verhuren voor een worstelwedstrijd. Op de markt was er een venter geweest die reclame had gemaakt voor dat soort van manifestaties. Leny keek met hondeoogjes naar yeroon en vroeg " Gij wilt dat toch zekers doen voor uw arm vrouwke he, zodat ze niet van honger omkomt" . Ze knipperde 3 keer met haar wimpers, en ye'roon kon niet anders dan toegeven. 

 

Viperion daarentegen gaf niet toe aan de druk...... toch niet zolang Elmindreia er geen punt van maakte. In zijn eigen begon hij zich al te verlekkeren om ye'roon daar te zien ploeteren zodat hij eens goed kon lachen toen... 

 

Dilan zich ineens veranderde naar een lange, dunne maar gespierde stevige vent. Hij zei dat hij ook wel eens zin had om herrie te schoppen! Omdat Viperion meegesleurd werd door Dilan, had hij geen andere keus behalve meedoen of and schijtebroek worden gezien. Viperion is een beetje ijdel dus zijn keuze was....

 

 Marvaissi-El-Ghermad snapte de drukte niet echt die iedereen leek te maken om zo'n domme wedstrijd. Maar hij was ook niet echt zeker of hij, als gedrocht, mocht meedoen aan die wedstrijd ... Hij voelde zich dan ook een beetje gekwetst omdat niemand echt aandacht aan hem schonk, hoewel het duidelijk was dat hij alle gevechten zou kunnen winnen ... 

 

 

Toen de avond inviel vertrol het groepje naar de taverne waar de wedstrijd zou plaatsvinden. Ye'roon was nogal zenuwachtig daar hij niet verwachtte dat em ook maar een kleine schijn van kans had om te winnen. Hij was niet zo sterk en van vechten had em al helemaal geen kaas gegeten. Eigenlijk had hij er een bloedend hekel om met je vuisten op iemands kop te slaap. Maar omdat ze dringend geld nodig hadden en Leny het hem zo "lief" had gevraagd stoppte hij al zijn bezwaren in een donker hoekje en liep hij moedeloos achter de luid kwetterende Leny.

Toen ze waren aangekomen vroeg Leny aan de organisator of Marvaissi-El-Ghermad ook mocht meedoen. Deze had er helemaal geen problemen mee en zei dat hij het best wel in orde vond nadat hij een blik op het harige beest had geworpen. Hij vond het er nogal onschuldig uitzien dus verwachtte hij zeker geen problemen. Nadat iedereen die wou meedoen zich had ingeschreven zochten de meiden en diegene die besloten niet mee te doen een plaatsje om de gevechten gade te slaan en te supporteren. Leny had haar sjaaltje aan Ye'roons arm gebonden zodat deze hem geluk zou brengen [-ohhh hoe lief -]. De organisator begroette iedereen en de gevechten konden beginnen. 

 

Voor de oude man leek dit het perfecte moment om zich af te zonderen en te hervallen in het vreemde gemompel waar Marvaissi hem eerder op had betrapt. Hij bleef dan ook in de herberg achter en wachtte in z’n kamer geduldig af tot elk geluid beneden verdwenen was. Het laatste waar hij in deze vreemde en bepaald ongemakkelijke dagen nood aan had was het geweld waarin z’n mannelijke reisgenoten zich zo enthousiast gingen storten. Het geweld waaraan hij enkele dagen eerder bloot was gesteld vulden z'n lichaam met genoeg afkeer dat hij nu nog zou zweren nooit meer iemand zonder nadenken een pak slaag te verkopen, zelfs niet in een dronken bui. En zelfs niet voor geld. Geld was, zeker nu, niet het belangrijkste aan z’n hoofd, al besefte hij best dat ze het hard nodig gingen hebben, en hoewel het z’n taak was te waken over het welzijn van z’n kompanen, konden ze hem op dit ogenblik gestolen worden. Hij ging op de harde matras van z’n bed zitten en opende z’n geest... 

 

Toen de meiden (hihi) een zitplaats gevonden hadden gingen de vechters naar hun plaatsen. Ze kwamen een schildwacht tegen die er ondanks zijn verfromfraaide kleren en wapenrusting toch gevaarlijk uitzag. Waarschijnlijk mede door de vele littekens in zijn gezicht waarvan er één zijn oog in een vreemde hoek leek te plaatsen.
De deelnemers volgden deze man naar een soort groot gebouw waar ieder een plaatsje kreeg op een bank. Het was er niet echt gezellig, er waren enkele hoge ramen juist onder het dak, waardoor er een beetje licht binnekwam, maar waardoor er vooral aandacht werd gevestigd op de vele spinnewebben die aan de zoldering hingen.
Marvaissi-El-Ghermad moest zich niet echt gereedmaken, tijdens zijn tijd in het bos, die nu al jaren geleden leek, had hij zich altijd kunnen redden zonder hulpmiddelen. Maar hij kun nu wel de andere deelnemers eens goed bekijken. De meeste waren armzalige mensen, graatmager en een blik in hun ogen alsof ze niet echt beseften wat ze hier kwamen doen. Ze kwamen meedoen voor het geld, maar eigelijk hoopten ze er niet echt op. Maar er waren enkele anderen die de aandacht trokken. Er was een man zoals V er nog nooit één gezien had, hij had een ravenzwarte huid en droeg niet veel om ervan te bedekken, alleen het broodnodige. Hij had een lange stog bij en een soort slinger, met enkele puntige stenen aan zijn gordel. Een andere man had een zware wapenrusting aan, met een helm waardoor alleen zijn ogen zichtbaar waren en die hem een angstaanjagend uiterlijk gaven. Aan zijn gordel hing een vervaarlijk zwaard, met aan de punt ook nog 2 horizontale pieken. Aan de kant waar Marvaissi-El-Ghermad zat was er ook nog een man met blijkbaar gewone kleren aan, maar met bescherming ip zijn schouders. Hij had er geen goed zicht op, maar het was dof geelachtig wit, en als hij goed keek leken 2 ogen hem aan te staren. Deze man had een stok met een lang mes aan bij. Het leek op een speer, maar leek gemaakt te zijn om te hakken in plaats van te steken.
Marvaissi-El-Ghermad werd onrustiger naarmate de tijd verstreek. Niet om zichzelf, maar voor zijn vrienden. Ye'roon, Dilan en Viperion zaten allemaal langs zijn kant, en hij waarschuwde hen allen ook voor de mannen die hij gezien had: 

Ik weet niet hoe het komt, maar die simpele man met zijn zwaardstok jaagt mij nog het meeste schrik aan, hij lijkt eenvoudig en gewoontjes, maar iets aan hem straalt ... dood uit.

 Marvaissi-El-Ghermad werd wat rood in zijn gezicht na deze dramatisch klinkende woorden gesproken te hebben, en hij mompelde nog iets erachter waarvan enkele woorden klonken als: .. gewoon ... om jullie ... 

 

Dilan maakte zich helemaal geen zorgen over wat hem te wachten stond. Hij was inmiddels goed bevriend met Ye'roon en daar maakte hij zich wel zorgen over. Ook wilde hij Marvaissi beschermen. Marvaissi zag er zo aandoenlijk uit maar Dilan kende hem pas kort dus wist weinig over hem. Hij klad zich aan met een licht harnas die vooral bij de torso en de armen bescermde. Daaronder deed hij een malienkolder aan en daarover een tuniek. Als wapen koos hij een fijn zwaard die hij altijd bij zich droeg. Hij voelde er gewoon goed bij het zwaard vast te houden ook al was het te klein voor zijn gewone vorm. Zodanig droeg zijn paard het gewoonlijk voor hem.

Hij had er absoluut zin in om te knokken!!!! Hij had nog wat helende kruiden bij zich in zijn zakje (gewoon een leren knikker zakje ) die hij in geval van nood wilde gebruiken.

Als vijand was Dilan niet van plan de arme dorpelingen te kiezen. Boven alles wilde hij zijn eer en die van zijn vrienden beschermen. Daardoor koos hij voor de man met de hellebaard. Terwijl de anderen nog hun wapentuig ( ) aan het aandoen waren, stapte Dilan moedig de arena in....

 


 

 

 

 

 

 



 

 

 

 

To be continued ...