Boskortsteel is een overblijvend gras
dat min of meer dichte pollen vormt.
Het wordt 60 – 120 cm hoog.
De halmen hebben 4 tot 5 knopen.
Onder, boven en op de knopen zijn ze zwak donzig behaard,
verder zijn ze kaal.
De bladscheden zijn losjes afstaand en behaard.
De bladschijven zijn onderaan het breedst (4 – 12 mm)
en worden naar de bladschede toe steeds smaller.
Ze zijn slap, behaard en in bosjes afhangend.
De tongetjes zijn stomp.
De bloeiaren knikken.
Ze zijn iets samengedrukt, met de brede kant
naar de as en ze hebben vijf tot zes bloempjes.
Het kroonkafje heeft een lange, ruwe kafnaald
die langer is dan het kafje zelf.
De bloeitijd valt in juli en augustus.
Dit gras groeit op humusrijke grond onder lommerrijke loofbomen
op kale stukken aan bosranden en in struikgewas.
Met name in Zuid-Limburg en het Gelderse rivierengebied
is ze te vinden.
In de rest van het land is ze uiterst zeldzaam.
Terug naar: