In schrale graslanden, lichte loofbossen
en wegbermen groeit het Gewoon reukgras,
dat altijd op een niet te voedselrijke, zure bodem staat.
In Nederland komt ze zeer algemeen voor.
Deze overbijvende plant is één der vroegst bloeiende grassen.
De halmen bereiken een lengte tot 50 cm.
Al in april zijn de pluimen te zien.
Deze zijn wat eivormig/aarvormig samengetrokken.
Uit de bloempjes komen eerst de stampers, en pas later de 2 meeldraden.
Dat laatste gaat heel vlug.
Ze zitten eerst verstopt tussen de kroonkafjes
en schieten plotseling tevoorschijn.
De bloei duurt tot juni.
Reukgras heeft de geur van gemaaid gras en het heeft
heel zwak de smaak van caramel.
Terug naar: