Pijpestrootje komt algemeen voor op voedselarme, vochtige grond.
Vooral in veengraslanden is hij te vinden,
maar ook in natte heide en lichte bossen.
Ze komt met name voor op de hoge zandgronden
en op de waddeneilanden.
De halmen van dit overblijvende gras worden tot 150 cm lang
en zijn van binnen hol.
Ze zijn schijnbaar zonder knopen,
maar deze zitten samengedrongen aan de voet van de stengel.
De bloeiperiode is van juli tot september.
De paars tot groen gekleurde aartjes vormen samen losse pluimen.
Terug naar: