Riet behoort tot de reuzen onder de grassen.
De halmen kunnen tot 4 meter hoog worden en 2 cm dik.
Van binnen zijn ze hol.
De bladeren, die in twee rijen langs de halmen staan,
zijn meestal breder dan 15 mm en ze hebben
een harig (niet vliezig) tongetje.
De bloeiperiode valt van juli tot oktober.
De bloeipluimen, die tot 50 cm lang worden,
bevatten vele aartjes die 3 – 5-bloemig zijn
en een overwegend paarsige kleur hebben.
Door de witte haren zien ze er wat wollig uit.
Riet groeit langs traag stromende en stilstaande,
voedselrijke wateren.
Door middel van de uitlopers die tot wel 10 meter lang
kunnen worden kan hij grote stukken grond bedekken.
Hoewel Riet vrij algemeen voorkomt stelt ze toch
hoge eisen aan haar leefklimaat.
Zo mag de plaats van kieming niet te droog en niet te nat zijn
en heeft ze bij voorkeur een zanderig substraat.
Terug naar: