Wilde sorgo komt oorspronkelijk uit Noordoost-Afrika.
Door haar kwaliteiten als voedergewas en haar aggressieve groei
is ze over de gehele tropen en subtropen verspreid.
Ze dringt steeds verder de gematigde gebieden binnen
en heeft inmiddels ook Nederland bereikt.
Ze is vooral te vinden in steden en langs wegen
en ze is plaatselijk al algemeen te noemen.
Deze grassoort groeit op vochtige, voedselrijke
en oppervlakkig verstoorde grond.
De rechtopstaande stengels zijn rond van vorm
en hebben een onbehaard oppervlak.
Hierlangs staan de bladeren, die lijnvormig zijn, in twee rijen.
De bloeipluimen zijn te zien van juli tot oktober.
Ze worden gevormd door aartjes met een paarse tot groene kleur.
De plant kan echter slecht tegen vorst en de herfsten
zijn hier te koud om haar vruchten te laten rijpen.
Voor verdere verspreiding is ze dus van de mens afhankelijk.
Terug naar: