Dubbelloof is een overblijvende varen met een korte,
samengedrukte wortelstok.
Hierop staan de gesteelde bladeren in een rozet.
De bladsteel is echter zeer kort.
De kamvormig geveerde bladeren zijn lancetvormig
en worden 30 – 40 cm lang.
Ze hebben een wat leerachtig uiterlijk.
De buitenste bladeren hebben bredere bladslippen,
die donkergroen zijn en de fotosynthese verzorgen.
Zij liggen op de grond of zijn ver teruggeslagen.
Ze zijn onvruchtbaar en overwinteren.
In het centrum van de plant zitten stijve, rechtopstaande,
vruchtbare bladeren met bruine, visgraatachtig gerangschikte,
gespecialiseerde blaadjes waarop zich de sporen ontwikkelen.
Deze zijn langer dan de steriele en blijven in de winter niet over.
De sporen worden gevormd van juli tot september.
De soort is bij ons vrij zeldzaam in bossen.
Hij heeft een voorkeur voor voedselarme, zure grond
in met name dennenbossen waar de voorkeur uitgaat
naar greppelranden en slootkanten.
Hier groeit hij op half verteerde humus.
Terug naar: