Varenachtigen komen niet tot bloei en vermeerderen zich
dus niet door middel van zaad.
Er worden door deze planten sporen gevormd
die met behulp van de wind verspreid worden.
Tot de sporeplanten (cryptogamen) behoren onder andere de varens,
de paardestaarten en de wolfsklauwachtigen.
Het zijn in feite de laatste, kleine nakomelingen
van de ooit zo indrukwekkende vegetatie uit het Carboon-tijdperk
waaraan we nu nog onze steenkool danken.
In de bouw van hun stengels en wortels
(met name door het bezit van houtvaten) naderen deze vaatcryptogamen
meer het type van de bloemplanten; ze nemen dus een tussenpositie in
tussen bloemplanten en lagere planten zoals mossen.
Ze geven de voorkeur aan vochtige standplaatsen.
Paardestaarten zijn sporenvormende planten die als eigenschap hebben
dat je de leden van de stengels uit elkaar kunt trekken.
Rode lijst (Nederlandse benaming) | Wetenschappelijke benaming (Alfabetische lijst) |