Deze overjarige varen die tot 15 cm hoog wordt,
heeft apart staande bladeren die aan de wortelstok verschijnen.
De groenachtige bladsteel is ongeveer
even lang als de bladschijf.
De bladschijf is leerachtig van uiterlijk,
tamelijk stijf en diep geveerd.
Langs beide zijden van de bladspil bevinden zich
tot 28 deelblaadjes die lijnvormig-langwerpig zijn.
De randen zijn afwiselend gaaf, onopvallend getand of gezaagd.
De sporen ontwikkelen zich van juli tot september.
Eikvaren groeit graag op matig droge,
kalkarme leem- of zandgrond.
Meestal wordt hij aangetroffen in de halfschaduw
en zo groeit hij in lichte loofbossen,
aan de voet van lommerrijke bomen,
in de duinen en bij muren en rotsen.
In Nederland komt ze plaatselijk algemeen voor.
Terug naar: