Mannetjesvaren is een overblijvende, zeer imposante soort.
De tot ruim 1 meter lange, dubbel geveerde bladeren
staan in een rozet en dragen bruine sporenhoopjes
aan de onderzijde van de deelblaadjes.
Bij het ontluiken van de bladeren in de lente
zijn ze aanvankelijk omgekruld, als een bisschopsstaf.
De sterke bladsteel is veel korter dan de bladschijf.
Hij is enigszins geel van kleur, een beetje gegroefd
en schaars bezet met bleke schubben.
Bij het aanbreken van de winter kleuren de bladeren bruin.
De sporen rijpen van juli tot september.
Mannetjesvaren groeit in loof- en naaldbossen met veel ondergroei
en heeft een voorkeur voor voedselrijke, losse leemgrond.
Daarnaast kun je haar ook wel op open terreinen tegenkomen.
Het is een algemeen voorkomende soort in Nederland.
Vergelijkbaar met:
Geschubde mannetjesvaren
Home
Groene planten
Varenachtigen