Struisvaren werd in eerste instantie in tuinen aangeplant
van waaruit ze zich hier en daar verwilderd heeft.
Je kunt haar tegenkomen in loofbossen en kwelgebieden.
Met name in lichte bossen rond de Maas is ze te vinden.
Haar voorkeur gaat uit naar voedselrijke, vochtige plaatsen.
De bladeren groeien in een rozet vanuit de wortelstok.
Ze zijn oneven samengesteld en de deelblaadjes hebben een gave rand.
De sporen worden in de maanden augustus en september gevormd.
Terug naar: