Geel zonneroosje wordt ook wel 'Groot zonneroosje' genoemd.
Ze komt in Nederland alleen voor op de Sint-Pietersberg.
Haar hoofdverspreiding ligt meer zuidelijker van ons land.
De struik groeit op droge, zonnige onbemeste en kalkrijke hellingen.
De bladeren bevinden zich zowel verspreid
als tegenoverstaand aan de takken.
Ze zijn lancetvormig met een spitse of stompe top.
Het uiterlijk is wat leerachtig en zijn aan de rand opgerold.
Aan weerszijden zijn ze bezet met een zachte beharing.
De gele bloemen, die tot 3 cm groot zijn, groeien in trossen.
Ze draaien zich naar de zon en gaan pas open
als de temperatuur hoger komt dan 20 graden Celcius.
Vanaf juni tot september sieren ze de struik.
Ze zijn opgebouwd uit 5 kroonbladen en in het bezit
van meer dan 20 meeldraden.
Deze laatste ontstaan door deling en de buitenste
spreiden naar buiten zodra hun basis aangeraakt wordt.
Na de bloei ontstaan er doosvruchten Home
waarin zich de zaden bevinden.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Struiken