De lang gesteelde, samengestelde bladeren zijn meestal
vijf-tallig met breed eleptische blaadjes.
Deze hebben een toegespitste top
en zijn grof en onregelmatig getand.
De bovenzijde is dof tot iets glanzend donkergroen,
de onderzijde is lichter gekleurd.
De bladsteel en bladspil zijn in het bezit van stekeltjes.
De bloemen ( vanaf juni) die 5 kroonbladeren hebben
zijn wit of lichtroze van kleur.
Ze zijn talrijk en vormen samen eindstandige pluimen
aan de twijgen van het voorgaande jaar.
De samengestelde steenvrucht, die bekend staat als braam,
is in eerste instantie rood, maar kleurt bij rijpheid zwart.
Het vruchtvlees is zeer sappig.
De Gewone braam komt zeer algemeen voor in ruigtes,
langs bosranden, op kapvlaktes en in struwelen.
De Gewone braam is een complexe soort die op grond Home
van diverse detailkenmerken in honderden 'kleine soorten'
kan worden onderverdeeld.
Determinatie van al deze vormen is zeer lastig.
Voor praktische doeleinden kan worden volstaan
met de hier gebruikte verzamelnaam.
De meeste vormen komen voor in Zuid-Limburg.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Struiken