De stengels van de Kattedoorn hebben scherpe dorens
die doen denken aan de nagels van een kat
(ziehier de naam).
In Nederland is ze vrij algemeen langs de grote rivieren,
op de waddeneilanden en in het delta-gebied.
Ook op andere plaatsen komt ze wel voor,
zij het veel zeldzamer.
De verspreidstaande bladeren zijn handvormig samengesteld.
Dit geldt tenminste voor de bladeren die zich onderaan bevinden,
de bovenste bladeren zijn vaak ongedeeld.
De deelblaadjes hebben een getande rand en een stompe top.
Vanaf juni tot in september bevinden zich
de kortgesteelde, witte, roze of rode bloemen aan de plant.
Ze groeien zowel alleenstaand als ook in trossen.
De bloem bestaat uit een vijftal vergroeide kroonbladeren
waarbinnen zich 10 meeldraden bevinden.
De Kattedoorn bereikt een lengte van ongeveer 50 cm Home
en groeit het liefst op een zonnige plaats
in matig bemest grasland.
De soort is sterk achteruit gegaan juist door bemesting.
Vanwege haar scherpe dorens laten zelfs schapen haar staan.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Struiken