De vrijwel ongedoornde stengels staan niet rechtop
maar kruipen over de bodem.
De handvormig samengestelde bladeren zijn bezet
met klierharen die een stalgeur verspreiden.
Hiermee is dan ook haar Nederlandse naam verklaard.
De deelblaadjes hebben een stompe top en een getande rand.
Van juni tot september staat de plant in bloei.
De witte, roze of rode bloemen bevinden zich
zowel alleenstaand als ook in trossen aan de twijgen.
De kroon bestaat uit 5 vergroeide kroonbladen.
Vanwege haar geur heeft ze niet te vrezen van schapen, Home
konijnen of andere grazers.
Die trekken de neus voor haar op.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Struiken