De behaarde bladeren zijn 3 – 5 lobbig
en hebben een diep gekartelde of getande rand.
Ze zitten in bundels aan de twijgen geplaatst.
De bloemen zijn groenachtig gekleurd of purper aangelopen.
Vanaf april groeien ze zowel alleenstaand
als ook in trossen aan de twijgen.
De eetbare vrucht is een rondachtige, tot 2 cm dikke bes.
Hij is groenachtig van kleur en borstelig behaard
en vooral te herkennen aan de doorschijnende overlangse strepen.
Vanaf juli zijn ze rijp.
In lichte struwelen en ooibossen
voelt de kruisbes zich het prettigst,
hoewel hij weinig eisen aan de bodem stelt.
Home
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Struiken