De Zuurbes is een rechtopstaande, gedoornde struik
met boogvormige, overhangende takken.
Hij bereikt een lengte van 1 – 3 meter.
De jonge loten zijn overlangs gestreept kantig
en hebben een opvallende licht grijsgroene kleur.
Langzamerhand verhouten ze en vormen geel gekleurd hout.
De twijgen zijn in het bezit van kleine,
puntige doorns, die eigenlijk veranderde bladeren zijn.
De bladeren staan in verspreid langs de twijgen.
Hierbij treedt bundelvormig op waardoor het soms lijkt
of ze tegenoverstaan.
De tot 4 cm lange, langwerpige bladschijf heeft een
afgeronde of toegespitste top.
Van boven is hij donkergroen, van onderen is hij lichter gekleurd.
Hij is in het bezit van een krachtige middennerf.
In de herfst lichten ze in vele kleuren,
van geel tot bloedrood en donkerbruin, op.
Van mei tot juni staat de struik in bloei.
De bloemen hebben gele kelk- en kroonbladen en vormen hangende trossen.
De zes gele meeldraden krommen zich plotseling naar binnen
wanneer ze aan de voet beroerd worden.
Op deze manier wordt het stuifmeel doeltreffend overgebracht
op de insekten die voor de bestuiving zorgen.
De vruchten verschijnen vanaf september in de vorm van langwerpige,
tot 1 cm dikke, helderrode bessen, die eetbaar zijn
maar een zure smaak hebben.
De zuurbes groeit graag op een kalkrijke bodem
en vindt zich vaak een standplaats in struwelen en langs bosranden.
Als drager van schimmelsporen die de beruchte graanroest verbreiden, Home
is deze fraaie struik reeds uit veel gebieden in Europa verbannen.
Terug naar:
Groene Planten
Bomen en struiken
Struiken