'EERST
PAUS, DAN HEILIG'
dr. J.M. Gijsen,
bisschop te Roermond
Groene Amsterdammer 20 september 1989
Ook dreef hij als beginnend kapelaan
een ilegale kroeg in zijn kelder, maar de
dame in de 'Kapel in 't Zand' verzekert
me: 'Ach meneer; onze bisschop is een
heilige, hij slaapt nooit!' Om vier uur
's nachts brandt er nog licht achter het
glas-ln-lood raam op de eerste etage in
de Paredisstraat. Waarschijnlijk heeft
mgr. dr. J. M. Gijsen via het levensgrote
Mariabeeld op zijn kamer contact met de
hemel. Om 'bij Ons Moeder te rade te
gaan' over de vele conflicten die rond
hem zijn ontstaan.
Op het Hoogfeest van de Heilige
Rozenkrans, 7 oktober 1932, kreeg in het
Brabantse gehucht Kruispunt (gemeente
Oeffelt) Gertruudje Gijsen er een
broertje bij: Joannes Mathijs, Jo
genoemd. De gelukkige ouders konden niet
bevroeden dat hun blozende baby 53 jaar
later door het maandblad
Opzij tot lelijkste man van Nederland zou
worden gekozen.
Jojo groeit op in Sittard. Als meester
Snel van de katholieke Lagere School aan
de Engelkampstraat vraagt wat Jo later
wil worden, antwoordt de knaap
bescheiden: 'Eerst paus, dan heilig'.
Na gymnasium en Groot Seminarium Rolduc
trekt Jo op vijfentwintigjarige leeftijd
de priesterrok aan en vertrekt hij als
kapelaan naar de parochie van
Altijddurende Bijstard in Valkenburg. De
manier waarop kapelaan Jo
katechismusonderricht onder de knapen
bedrijft veroorzaakt de eerste storm van
kritiek. Men spreekt schande als bekend
wordt dat de kapelaan in de kelder van
zijn woning aan de Oosterbeekstraat een
illegale jongerenkroeg drijft. Een van de
vaste klanten van dit etablissement zou
later memoreren dat de kapelaan
'openstond voor alle opinies. Als wij als
jeugd van de parochie wel eens vroegen
van "Kapelaan, kan dat wel?"
dan zei hij gewoon "Dat moet je
proberen. Laat de jeugd eens
experimenteren."
Er werd flink op los geëxperimenteerd,
ook als de kapelaan er met een tentje
opuittrekt met de 'boys' van zijn kroeg.
Jos Caelen, een in Eijsden woonachtige
kunstschilder liet in De Limburger weten
'Van een aparte tent voor de kapelaan was
toen beslist geen sprake. Daardoor kan ik
nu zeggen dat ik naast de bisschop in de
tent heb gelegen. Ik heb er hele leuke
herinneringen aan.'
Na twee jaar met katholieke jongens te
hebben geëxperimenteerd haalt Gijsen
zijn MO-geschiedenis en gaat in Bonn aan
de Rooms-katholieke faculteit theologie
studeren. Daar promoveert hij in 1963 cum
laude op een achttiende-eeuwse abt van
Rolduc.
Drie jaar doceert Jo kerkgeschiedenis aan
het groot seminarie van Roermond en is
tevens stafdocent algemene wetenschappen,
Cultuur- en geestesgeschiedenis aan de
Limburgse Academie voor Bouwkunst in
Maastricht om vervolgens als rector te
worden opgenomen in
zwakzinnigeninrichting Op de Berg in
Schinnen.
Bruid
Dan trekt hij in hij de nonnen van het
vrouwenklooster St. Elisabeth te Nunhem,
tot het moment waarop Rome hem beveelt
bisschop te worden. Nog steeds breien de
nonnen het grofwollen ondergoed van Zijne
Eminentie.
Bij zijn benoeming laaien de emoties hoog
op, omdat de paus z'n kont had afgeveegd
met de zogenaamde 'kapittelvoordracht'.
Tweeënvijftig Limburgse priesters
protesteren tegen zijn benoeming. 'Ik
wijk voor niemand', zegt de kersverse
bisschop. Zijn eigen diocesane pastorale
raad besluit hem niet te feliciteren.
Twee weken later schuift paus Paulus
VI zelf de bisschopsring om de slanke,
zachte vinger van Jo, 'als teken van
trouw ten opzichte van de bruid van de
bisschop'. Uiteraard wordt met deze
'bruid' geen vrouw maar het Vaticaan
bedoeld.
Onder gemor en getier betreedt de
bisschop voor het eerst zijn Sint
Christoffel-kathedraal, een kerk genoemd
naar de nèt door Rome afgekeurde
beschermheilige van automobilisten, omdat
er met de beste wil geen aanwijzingen
waren gevonden dat Christoffel ooit had
bestaan.
Nog in zljn wittebroodsweken als
bisschop wijst Gijjsen de twee
vicarissen-generaal de deur en haalt zijn
vriend Alfons Castermans binnen, die tot
hulpbisschop wordt geconsacreerd. De
diocesane pastorale raad maakt het niet
lang meer, wanneer deze voorzichtig
kritiek uit op de eerste beleidsnota van
de bisschop. Een conflict met de kaders
van het bisdom leidt tot een
vertrouwensbreuk met Gijsen, dle vlug
naar Rome vliegt om bij de paus te klagen
over zoveel ongehoorzaamheld.
Al zeventien jaar lang probeert de nu
56-jarige kerkprins de meest
uiteenlopende groeperingen tot de
katholieke orde te roepen. Halsstarrig
weigeren de meesten te handelen naar de
in overeenstemming met de officiele
kerkelijke leer zijnde bevelen en
verboden. Het zijn niet alleen potten,
flikkers of gehuwde priesters die
ongehoorzaam zijn. Ook 'zich katholiek
noemende ministers' luisteren niet.
Geheel in overeenstemming met aloude
Romeinse tradities dreigt Gijsen in 1972
de katholieke minister-president Van Agt
met excommunicatie als deze meewerkt aan
de totstandkoming van een abortuswet.
De kerkprins schrikt er zelfs niet voor
terug om Amsterdamse krakersbolwerken te
bestormen. Een donkerblauwe BMW 520 met
bisschoppelijk wapen werd een jaar
geleden in de Staatsliedenbuurt
gesignaleerd. Een actiegroep vond het
nogal verdacht en noteerde het
nummerbord: TB-93-NB. In kraakblad De
Grachtenkrant nr. 399 werd onthuld wie de
bezitter was: J.M. Gijsen, Paredisstraat
10, Roermond. Het Parool meldde op 27 mei
van dit jaar dat de bisschop naar
Amsterdam was gekomen om de piek te
bezoeken waar Maria verschenen zou zijn.
De lichten op de eerste etage van het
bisschoppelijk paleis doven om zes uur en
vijf over zeven stapt Zijne Eminentie in
de donkerblauwe BMW. Een drukke dag:
pontificale hoogmis, huisbezoeken aan
priesters, plechtige vespers en een
pontificaal lof. Soms gaat zijn aankomst
gepaard met scheldpartijen en protesten.
Deze ondergaat de zachtmoedige prelaat
gelaten als een ware martelaar, 'want
hebben ze de Christus zelf niet bespot en
beschimpt!'
Redactioneel artikel in De Groene
Amsterdammer 20 september 1989
HOME
|