Verder in Dutch

Hainan Island, also known as Qiong, is the second largest island in China with an area of 34,000 square kilometers. The parallel Wuzhi and Limu Mountains dominate the central area, taking up one third of the whole island. Lowlands surround the mountains except on the southern coast, where precipices meet the South China Sea. The Qiongzhou Strait separates the Hainan Island from the mainland. Over 20 kilometers wide, the Qiongzhou Strait connects the Beibu Bay to the islands, shoals, rocks, reefs, and shallows in the South China Sea. They are divided into four groups: Dongsha in the north; Xisha in the west; Zhongsha in the center, including Huangyan Island; and Nansha in the south, ending at the Zengmu Reef. The territory stretches 1,800 kilometers from north to south and over 900 kilometers from east to west.

Hainan Island has a long history tracing back to 6,000 years ago. The original native in Hainan is believed to be Li nationality. Han nationality moved in gradually from Han Dynasty onwards. Hainan first became part of China in "Spring and Autumn" Period at 200 B.C. Emperor Hanwuti established two administrative centers in Hainan after conquering the southern part of China in 110 B.C. During Tang Dynasty, additional administrative centers were established, and later Dynasties of Sung, Yuan, Ming and Qing, also set up various government offices for the administration of Hainan. Nowadays, Hainan is one of China's special economic zones, encouraging foreign investment, trade, and tourism.

Our boat is an afternoon boat from Bei Hai to Hainan. By the time the boat arrived at the Haikou Harbour (in northern Hainan), it was early in the morning next day. We visit Haikou the first day to sightsee, we rode 2 hours to the Xinglong; where we are staying that night. Xinglong is a farmland; where thousands of oversea Chinese returned to earlier on. There is really nothing to see there.

By the time we arrived at Xinglong, it was pretty dark already. We ate at a local restaurant, the food was okay but the light is very dim maybe they don't want us to see what we are eating! The hotel was okay, not too many facility but the rooms were clean enough to sleep and a pool in the nice garden.

Ate breakfast at the same restaurant the night before. The first attraction we went to that day was a Li Village in Sanya. Sanya The place has Li people¡¦s folk dance and some small items to buy. There is nothing really interesting to see. Second stop is the Nanshan temple (South Hill Temple). The place is newly constructed on a previous temple site. It is now a major Hainan tourist attraction. We ate vegetarian buffet at the temple restaurant, the food was good. There aren¡¦t any historic relics here. However, the surrounding is quite stunning; it is a great place to take pictures.
Afterward, we went to the most famous tourist spot in Hainan Island, Tianya-Haijiao. Tianya-Haijiao translates into Land's End of the Sky, Corner of the Sea. The story is that people marked this to be the south most point of China. After we arrived at the newly built gate, we walked 30 minutes past the new park and the beach to get to the Tianya-Haijiao. Well, you might have guessed that there must be something wondering to see at the end of the world¡K actually all that is to see is several big rocks with the words craved onto it! The rocks are also to be seen on a paper Yuan note. At least it is a beautiful beach with a nice view.

Later on, the guide asked the group rather we want to taste the special local feast, which we have to pay for. From all the experience, we know pretty well this is just a way for the guide to make extra cash. We stayed at a Hotel in the (H)Yalong Bay the No.1 Bay in the World¡¨ In the morning, we walked across the street to see the Butterfly Valley. The museum collected all butterfly specimens on the island and there is a butterfly captive but I am interested that kind of hubby.

Afterward, we went to the Yalong Bay Center down the road to see the seashell exhibit. It was okay, nothing special. Next stop was the Luhuitou Deer Look Back Hill. The big granite monument tell the folktale of a man falling in love with a deity a female deer personification, and how he chased her and eventually the deity turned into a woman to marry him. You can see quite a nice scene of the city and the surrounding from the top of this hill. Otherwise, that is all that is to see.

There is really nothing to see on Hainan Island except the nice beaches. And it is the beaches that are the biggest attraction here. Hainan has some of the most beautiful and well maintained stretches of sand not just in China but in southern Asia.The sand here is white, palm trees provide shelter from the sun and the sea is wonderfully blue and warm. This is just about the only place in China with a really laid back feeling and atmosphere. You could spend anything from a few days to a week or so here, soaking up the sun, relaxing and just enjoying the unique and relaxed ambience that dominates this place.
The weather is also very nice, it is always warm with light breeze. Maybe it would be a great place to retire!

Information from online sources

Witte stranden weldra in de westerse reisbrochures

Het Bali van China

Hainan is een militair strategisch gebied en SEZ. Vlakbij liggen olievelden in zee en na de eeuwwisseling wordt dit eiland heel zeker het Bali van de Chinese volksrepubliek. Hainan, dat voordien tot Guangdong behoorde, is sedert 1988 een afzonderlijke provincie. Het haalde in 2001 het nieuws toen de Chinezen op het eiland een Amerikaans spionagetoestel aan de ketting legden.
Met zijn 34.400 vierkante kilometer is dit eiland groter dan België. Er leven bijna acht miljoen 'eilandbewoners'. Hainan ligt op achttien zeemijlen van het vasteland. Ten tijde van de Song-dynastie werd Hainan beschouwd als 'Het Einde van de Aarde'.
De hoofdstad is Haikou. Hier leven bijna 400.000 ingezetenen. Het klimaat is hier vochtig en warm en zelfs in de winter daalt het kwik niet onder de 20 graden. De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt 26°graden. Het eiland is bergachtig, maar bezit ten zuiden, vooral bij de Baai van Shui Ying, vele kilometers witte stranden.

De toeristische exploitatie is nog in volle gang. Viersterren- en vijfsterren hotels volgen elkaar op. Ketens als Holiday Inn gaven het startsein.
Het mooiste witte strand is dit van Yalong Bay. Het is 23 kilometer lang. Tien jaar geleden was het een verlaten strand. Nu tronen er al vier hotels. De explosie moet nog komen en is een droom voor de Hongkongse financiers en investeerders.

Warmwaterbronnen

Toch dagen er onder de acht miljoen bezoekers al 400.000 niet-Chinezen op. En ClubMed zou ook al ogen op dit nieuwe strandparadijs dat vooral tijdens de winter geliefd is bij de rijkere Chinezen.

In 1998 werden de eerste resorts voltooid en liefhebbers kunnen al terecht op zes golfterreinen, terwijl er nog tien worden aangelegd in Xisha en bij de Qixianling warmwaterbronnen. De eilandjes Nansha, Zhongsha en Yuzhizhou komen na verdere uitbouw eveneens voor het toerisme in aanmerking. Yuzhizhou ligt op drie kilometer noordoostelijk van Sanya en is door een hoovercraft verbonden met Hainan. De stad Haikou, met haar brede lanen, omzoomd door kokospalmen, oogt modern en aangenaam en is in tegenstelling tot vele andere steden niet vervuild. Ook het verkeer verloopt er niet verstikkend.

Het strand én de rubberplantage van China

Een expressweg verbindt Haikou met het zuidelijk gelegen ,b>Sanya, dat eveneens over een vliegveld beschikt.
De beste verblijfsperiode op Hainan ligt tussen oktober en maart. De drukste periode is tussen juli en augustus omdat dan de Chinezen vakantie krijgen en met het Chinees Nieuwjaar.

Hainan is het rubbereiland van China. De lokale opbrengst van de 400.000 hectare plantages is goed voor zestig procent van de nationale rubberproductie. Een probleem was dat de plantages ingevolge het liberaliseringsproces opnieuw competitief moesten worden gemaakt. Hainan is ook het bloemenparadijs van China en voert zelfs uit naar… Nederland.

Een piek vol apen

In 758 vertrokken vanaf het eiland Hainan Arabische en Iraanse zeerovers om Guangzhou Canton, hoofdstad van Guangdong te plunderen en tijdens de Tang- en Song-dynastieën was het eiland, dat nu voor velen een verbanningsoord. Eén van de ballingen was de dichter Su Dongpo, die leefde in de 11de eeuw. Hainan bezit weinig historische of culturele blikvangers. Tot het zeldzame bezit, behoort een tempel ter nagedachtenis van de Song-dichter Su Dongpo. Hainan biedt ook een oude krater wiens flanken een mooi uitzicht bieden op de landbouwvlakten. De Wuzhi Shan, of Vijfvingerenberg, is met zijn 1880 meter de hoogste piek van het eiland. Hier leven onder meer gibbon-apen. De bergtop is meestal in de mist gehuld.

Minderheden

De eerste bewoners daagden hier net voor onze tijdrekening op. Ze kwamen van het Chinese vasteland waar ze verjaagd waren door de Hanren, de Han-Chinezen. Sommigen trokken nadien verder naar buurlanden als Thailand, maar de nazaten van deze minderheidsvolkeren leven nog altijd op Hainan. Zo zijn er de Zhuang - waarvan de meesten echter in de provincie Guangxi leven, de Li, de Hui en de Miao. De honderdduizenden Li, die de belangrijkste minderheidsgroep van Hainan vormen, waren de eerste inwijkelingen en leven nu in de tropische bergwouden. De Li stonden op een goed blaadje bij Mao Zedong. Hij kon op hun steun rekenen tijdens de strijd tegen Japan en gaf de Li uit dankbaarheid een autonoom district.
De Hui vormen nog geen 3000 leden tellende moslimgemeenschap, die hier eeuwen geleden bij toeval strandde. De zowat 60.000 Miao daarentegen waren vooral vluchtelingen, die in de 18de en 19de eeuw de veiligheid van het eiland opzochten na een mislukte opstand tegen de Qing-dynastie.

Bezienswaardigheden
Hai Rui tombe

Haikou is de hoofdstad van Hainan. Er wonen ca 500.000 mensen. Haikou bestond al ten tijde van de Tang-dynastie, maar zou pas groeien van de 14de eeuw af. Ten zuidwesten van de stad ligt de tombe van Hai Rui een politicus die ten tijde van de Ming-dynastie een voorbeeld van moed en rechtschapenheid was. Hij durfde zelfs kritiek uiten op de keizer.
Wu Han schreef het toneelstuk "Hai Rui uit zijn ambt ontslagen".
Dit bevatte een nauwelijks verholen kritiek op Mao Zedong en algemeen wordt aangenomen dat dit werk mede aan de basis lag van het uitbreken van de Culturele Revolutie.
Ten zuidwesten van Haikou ligt Ma'an Richel een 200.000 jaar oude krater die een toeristische trekpleister is.

Fucheng

Fucheng ligt vier kilometer ten zuidoosten van Haikou. Hier staat de Wu Gong Si of Tempel van de Vijf Hoogwaardigheidsbekleders.
Hij dateert van 1889 en is gewijd aan mandarijnen, die wegens hun kritiek op de Qing-keizer naar Hainan werden verbannen.
Vlakbij staat de herdenkingstempel voor Su Dongpo. Hij liet ongeveer vierduizend gedichten na.
Naast dit gebouw staat de Er Fu Po Si, ook Zhao Zong Si genaamd.
Hij is gewijd aan twee generaals uit de Han-periode, maar ook de confuciaanse wijsgeer Qiu Jun en de mandarijn Hai Rui worden hier vereerd.

Sanya

Sanya is, met bijna evenveel bewoners als Haikou, de havenstad van Hainan. Hier ligt de Baai van Yalong, die net als Shui Ying een trekpleister voor het Chinese strandtoerisme moet worden. Het Gloria Resort is één van de modernste hotelcomplexen.
Vakantieoorden zijn Luhuitou, Tianya Hai Jiao en het strand van Dadong Hai. Bij Sanya ligt ook al een golfbaan en vermoedelijk zullen hier de eerste casino's van de volksrepubliek uit de grond rijzen. De bewoners van Sanya noemen hun stad "het Hawaii van het Oosten".
De stad werd 1500 jaar geleden gesticht als Yazhou. Zij geldt in Chinese ogen als een oord van verderf. Gokken en prostitutie zijn hier levendig en de overheid treedt hiertegen in de praktijk zelden op.
Luhuitou betekent 'het hert dat zijn kop omdraait'. Dit vakantieoord ligt op vijf kilometer van Sanya. Volgens een legende achtervolgde een Li-jongen een hert. Toen dit vaststelde dat het de jager niet kon ontkomen, veranderde het dier in een mooie Li-vrouw. Ze leefden lang en gelukkig.
Het strand van Luhuitou is rotsachtig. Drie kilometer voorbij Sanya ligt het strand van Da Dong Hai, letterlijk Grote Oostelijke Zee. De stromingen zijn hier levensgevaarlijk.
Xidao en Dongdao zijn twee vlakbij gelegen koraaleilanden die geschikt zijn voor snorkelaars en duikers. Tianya Haijiao ligt een 25 kilometer verder bij een grote baai. Letterlijk betekent de benaming "Einde van de Hemel en Hoek van de Zee".

TONGZA EN BAOTING

De stad Tongza ligt centraal in het door de minderheden bevolkte gebied. Ze telt iets meer dan 100.000 ingezetenen. In de omgeving wonen de Li en de Miao in nog typische dorpjes of in de stadjes Baoting en Fanmao.
Fanmao ligt ten noorden van Tongza. Hier leven vooral Li. Vlakbij liggen de dorpjes Maodao en Maogan waar de Miao wonen. Zij huizen eveneens in Baoting.
In de omgeving van Qingzhong bevindt zich een hoge waterval in de Bai Hua Shan.

WENCHUANG EN XINCUN

Wenchuang ligt 75 kilometer ten zuidoosten van Haikou en vlakbij bevindt zich, bij de Tonghu Shan, het grote strand van Tian Shui.
Het gebied is rijk aan kokospalmen en de streek is gastronomisch gekend voor zijn Wenchuangkip. Vreemde rotsformaties kan men bewonderen in Wanning bij de Dong Shan. Iets verder ligt het vissersdorp Xincun, een dorpje dat faam verwierf door zijn parelkweek. Xincun is ook het woonoord van de Hakka-vrouwen met hun breedgerande hoeden.
Hier ligt ook het Apeneiland of Houzi Dao dat zowat duizend Resusaapjes herbergt. Men kan het bezoeken met een veerboot.

HAINAN BEER

Dit zou in Holland niet waar zijn!
Hainan, zo groot als ons land, maar met een vijfde minder inwoners, telt één brouwerij: Hainan Asia Pacific. De onderneming kampt met een afzetprobleem, zodat de enige brouwer van de provincie de helft van zijn productie moet uitvoeren!

HAINAN AIRLINES

De in 1995 opgerichte Luchtvaart maatschappij Hainan Airlines was de eerste in China, die met buitenlands kapitaal van de grond kwam.
Via American Aviation Investment verwierp de financier George Soros 21% van de aandelen. De maatschappij vliegt elfmaal per week op Beijing en verbindt ook Hong Kong, Guangzhou en Shanghai.
Hainan Airlines verwierf ook al een aandeel van 25 procent in het nieuwe vliegveld Haikou Meilan dat een capaciteit kreeg van acht miljoen passagiers per jaar. CAAC verwierf dertig procent.
Het oude vliegveld is Haikou Dayingshan.

Maandagochtend om 9 uur gaat de telefoon. Luo meldt zich. Hij is beneden. Ik vraag hem boven te komen. Hij heeft zijn nette pak aan. Ik ga zo aan de manager vragen of ik vrij kan krijgen, zegt hij. De manager is erg druk en vanochtend was hij er niet. Na een uur komt Luo terug. Alles is in orde. Hij mag een tijdje weg. De co-worker van Luo. In China hebben ze workers. De co-worker van Luo is van het spoorwegreisbureau. De reis naar het eiland Hainan wordt door hem geregeld en even later zitten we in het minibusje van het spoor. We gaan langs het station om de tickets op te halen. De tickets worden gelukkig boottickets. Het vliegtuig was toch een stuk duurder. De boot een grote passagiersboot van het type dat nogal eens omslaat in Aziatische zeeën, is vol geladen met Aziaten. Ik weet nu hoe een zeer zwarte man uit Afrika zich in Europa voelt. Hetzelfde als ik nu hier in China als zeer witte heer uit Europa. De mensen staren, kijken, lachen. Sommigen zeggen hello. Sommigen zeggen niets. Het went snel. Zeer zeker in de bedwelmende atmosfeer van de 4 persoonshut. Vier zwetende lijven. Gelukkig is er een raam en een vluchtgat.

Zo zit ik op het vaste land van China, toch groot genoeg zou je zeggen. Nee hoor we moeten het ruime sop weer kiezen om op een eiland te komen. 12 uur varen van af Beihai. S’avonds om 6 uur vertrekt het schip en komt de volgende morgen om 7 uur aan. Luo als echte Aziaat moet voor dat hij de boot opgaat eerst pillen inkopen. Pillen tegen ziek, zwak, en misselijk worden. Ik slaap heerlijk. De volgende morgen in de haven van Haikou, de hoofdstad van Hainan worden we na een uur afgehaald. We worden opgewacht door een Chinees sprekende reisgids. Die komt echter een uur te laat. Want de boot was vroeger aangekomen.

Van een originele echte oude Chinese sfeer is geloof ik in heel China geen sprake meer. Ook in Haikou de hoofdstad van het tropische Chinese eiland rijzen de flats als karstbergen uit de grond. Het oude Haikou is niet meer. Haikou bestaat uit grote flats en  is heel erg modern, druk, gezellig en vooral erg warm. De skyline van Haikou doet niet onder voor Rotterdam dat in vergelijk met Haikou een dorp is.

Als de gids ons eindelijk heeft gevonden gaan we met de bus naar een hotel. Het ontbijt mag niet worden overgeslagen anders is een Chinees geen Chinees. En er wordt alles gegeten. Als Luo een duif ziet vliegen zegt hij, die zal lekker smaken. Of het nu Thinh uit Vietnam is of Luo uit China. Het blijven barbaren. In een zaal in een boeddhistische tempel vol heiligenbeelden zegt Luo, ‘dit zou een mooi badminton zaaltje zijn. De meeste tempels die ik gezien heb zijn grote souvenir verkoop centra geworden. De monniken zijn voorgoed naar het Nirvana gestuurd. Daarvoor in de plaats snelle verkopers.

Na het ontbijt gaan we de bus in. De vrouwelijke gids spreekt lokaal Chinees. Luo verstaat het met moeite. Gelukkig kunnen ze met Mandarijns, de taal voor heel China, overal terecht. Iedereen moet zich met de microfoon voorstellen. Ik heet direct ‘Alike? Alike lacht maar wat want Alike begrijpt er geen snars van. In de groep zitten twee doktoren een voor botten en de ander doet in plantaardige middelen. Hij grijpt mijn pols en voelt daaraan dat ik een niersteentje had en dat ik te snel uit het ziekenhuis kwam. Ik moet maar veel rusten zegt hij.
De eerste stop is bij een rivier. De Chinezen hebben duidelijk een ander idee van bezienswaardigheden dan ik.

Dinsdag 1 april Hainan eiland Hot Springs Resort Center Hainan XingLong. Hier logeren we s’avonds. Er is een goed restaurant. Prachtig zwembad met heet bronwater. Goed tegen alle kwalen. Ga jij dan maar eens met je hoofd onder water zeg ik tegen Luo. Goed voor je ogen. Hij heeft zeer slechte ogen. In zijn ijdelheid heeft hij zijn bril niet altijd op. Op zoek naar een bank om geld te wisselen liepen we drie keer langs de bank zonder dat Luo kon zien dat het een bank was. Tot hij zijn bril opzette en zei. Hier is de bank. Hier zijn we al drie keer langs gelopen zeg ik. Leuk zo’n Chinees zonder bril. Ik moet hem dan zowat leiden. Ik zal eens kijken of er een goede hond voor hem te vinden is.
Woensdag 2 april Hainan Island Sanya Hotel Yin Hai. De volgende dag komen we in Sanya aan. Sanya ligt in het Zuiden van Haynan. Heeft prachtige stranden. Mooie hotels en een stralende blauwe lucht.
De tocht over de snelweg van Xinlong naar Sanya. Op de heenweg bestaat de weg uit twee stroken. De terugweg uit een strook. De gids legt uit dat het meeste verkeer van Haikou naar Sanya over deze snelweg rijd. De terugweg gaat meestal via de weg door de bergen. De baan op de snelweg terug naar Haikou is dus niet druk bereden en bestaat om die reden uit slechts een baan.
Onderweg stoppen we nog bij een bedrijf waar artikelen van schildpadden worden verkocht.Er zijn zeldzame soorten bij. In een teiltje spartelen watzeer zeldzame beestjes rond. Ze worden er uitgehaald en je kunt er mee op de foto. Ook kun je ter plekke een levende schildpad uitkiezen voor de soep of er wordt dan een bril, brillekoker of broekriem van gemaakt. Het vlees van het beest kun je direct tot soep laten verwerken en opeten of in een zakje voor thuis meenemen. Ook de winkels waar parels worden verwerkt, worden niet vergeten.

Een bijzonder hoogtepunt was een bezoek aan het bedrijf dat marmer verwerkt. Het bedrijf dat wij bezochten leverde het marmer voor het mausoleum van de grote voorzitter Mao.
De herten in het herten park dat we ook bezoeken zijn een beetje agressief. Ze willen het voer dat ik ze wil geven direct hebben. Ze worden een beetje opdringerig. Met een stok geef ik een oplawaai. Nu vallen ze een Chinees lastig. Zo is het beter.
In Sanya bezoeken we ook Landsend. Het laatste Zuidelijkste puntje van China. Vlak bij Vietnam.

Op de bankbiljetten van 2 Yuan staat de rots afgebeeld die hier in Sanya door duizenden Chinezen wordt gefotografeerd. Er is ook een mooi zeeaquarium. Ik moet een T-shirt met de rots er op kopen van Luo. Leuk souvenir, zegt hij.
Op vrijdag is er in Haikou Kokosnootfestival, niemand weet te vertellen wat het precies inhoud. Dat moeten we gaan bekijken zegt Luo. Als we er eindelijk aankomen is het afgelopen. Tienduizenden Chinezen stromen van het veld waar het festival s’ochtends werd gehouden.

Boot Haikou-Beihai 18 uur. Het waait. Er is een klein golfslagje. Luo verdwijnt van het dek naar de hut en van de hut naar het dek. Neemt zijn eerste pil en trekt bleek weg.Hij is niet de enige. De boot heeft het ruime sop nog niet eens bereikt. Haikou is nog niet uit zicht en ik ben al de enige die nog niet over de railing hangt. De rest is onder zeil, op de w.c. of ligt mijn gangpaden te bevuilen. Als ik in de hut komt ligt Luo bleek te bed en is ziek. Hij ziet groen. Normaal is hij bleek. Niet eens geel. Ik voer hem nog wat pillen tegen de zeeziekte. Hopelijk helpt het. Ik ga ook te kooi. Ik droom heerlijk weg op de golven.

Om 6 uur de volgende ochtend komen we weer aan in Beihai. Om 7 uur regent het gelukkig. Luo heeft me uitgenodigd voor herdenking van Deng Xiao Peng. De herdenking is om 9 uur in het park in Beihai. Daarna worden er spelletjes gedaan waaronder Karaoke. God beware me. Gelukkig blijft het regenen en kan ik de plaat poetsen. Ik laat me door Luo naar de bus brengen. Neem afscheid van hem. Om half een s’middags vertrekt de bus. Slaapstoelen in twee verdiepingen, comfortabel op weg naar Nanning. Na 4 uur rijden begeeft de bus het. Voor dat ik dat in de gaten heb zitten de andere passagiers al lang in een andere bus en kan ik comfortabel staan. Gelukkig is Nanning niet ver meer. Er is geen Chinees die er aan denkt op te staan voor mij, oude man. Ook voor een oudere vrouw wordt niet opgestaan.

Op het station van Nanning krijg ik na enige aandrang een kaartje voor de volgende dag naar

Pinxiang

Pinxiang: aankomst tegen 1 uur s’middags. Het is zondag en er is markt. Uit de omgeving zijn de bergbewoners gekomen om een kip te kopen of verkopen. Het zweet breekt me elke keer weer uit van ellende als ik op zo’n markt op de vleesafdeling of de afdeling levende have rondloop. Biggetjes liggen met de poten vastgebonden in de brandende zon alvast voor te braden. Honden in gazen kleding. Een mooie grote herdershond opgevouwen in een rieten korfje. En de kooplui maar aanprijzen en denken dat ik ze geld zou willen laten verdienen aan de verkoop van zo’n beest. Mijn afkeurende blikken over het bewaren van hun handel zal wel niet worden begrepen.
Er is ook een afdeling rariteiten. In een cirkel staan kooitjes opgesteld. Achter de kooitjes de trotse eigenaren van de handel in de hokjes. Twee katachtige beestjes met strepen. Varanen. Veel slangen. Een arend. Een miereneter.Alles voor in de wok.

Dat Vietnam dichtbij is blijkt uit de vele Vietnamese drankjes en medicijnen. Zoals gedroogde en platgeslagen schildpad, slang en hagedis in de fles met alcohol. En de beroemde Vietnamese vissaus, nuoc mam.
Van uit Beihai is er langs de zee een weg die naar een grensovergang metVietnam leidt. Alleen bestemd voor Chinezen en Vietnamezen en nog niet voor buitenlanders. Ik moet dus helemaal terug naar Nanning en van daar via de Friendshipgate de grens bij Pinxiang Lang Son Dong Dang over. Luo zegt dat ik rustig daar de grens Dongxing Mong Cai over kan. Chua Tra Co, Mong Cai Ik denk dat de Chinezen geen bezwaar hebben. De Vietnamezen willen dat je bij de Vriendschapspoort het land binnen komt. Dat staat ook op het visum in mijn paspoort.
Inmiddels is de regeling dat je bij binnenkomst in Vietnam op je visum moet hebben aangegeven bij welke grensovergang je het land inkomt vervallen. Je kunt nu via alle international grensovergangen met Vietnam zonder entry/exit point in je paspoort het land in en uit.
Meerdere keren ben ik dan ook via de prachtige weg Dongxing --> Mon Cai gegaan. Van af
Mong Cai,
de Vietnamese grensplaats kun je met een
Hovercraft 2008 no longer available van af Tra Co, dwars door de Halong Bay karst bergen naar Hong Gai(Halong Bay)


From Mong Cai to Halong Bay
High-speed ships for new tourism route.

The Hoang Chau Company Limited recently put into use a high-speed ship called Green Lines to carry tourists from Haiphong to Cat Ba and Mong Cai. The ship is able to carry 128 passengers. Its engine capacity is 2000 CV. It runs from Haiphong to Cat Ba in 40 minutes and to Mong Cai in two hours 45 minutes, about 10 hours less than the previous journey time.
Time table Speed Boat
An other Time table Speed Boat


Border China Vietnam

Vietnam and China have some border crossings. But the busiest one is Huu Nghi at Dong Dang of Lang Son Province to Pinxiang and Nanning on the chinese side. On the other hand, Lao Cai border crossing to Kunming and Mong Cai border crossing to Quangzhou are also open to foreign tourists. There are two railways linking Hanoi and Beijing via Huu Nghi and Lao Cai border gates. Buses run every day from Hanoi to these border crossings and the same on the chinese side to cities. Other means of transport such as: bus, taxi, Honda Om are available in each frontier province to its border crossing.You will need a Vietnamese visa.

Dong Xing Mong Cai Border

A bridge links China's Dongxing on the northern bank, and with the Vietnamese border town of Mong Cai on the southern bank across the Beilun.
Dongxing has been a famous border trading port in China's modern history. It was once a flourishing port in South China for trading with Southeast Asia, France, Britain, the United States and Japan. Between the 1920s and 1940s, in particular, merchants in businesses of shipping, salt, fish and tobacco from other parts of China and other countries gathered here in large numbers, and the population reached over 20,000. In those days, the financial market at Dongxing was controlled by eight Chinese and foreign banks. There were also 100 moneychangers, who exchanged between gold and silver, Chinese and foreign currencies. The streets were crowded with a countless number of companies, shops, restaurants, hotels, gambling houses and brothels. The market bustled with activities during the day. In the evening, feasting and revelry, songs and dance, went on throughout the night. Dongxing in those days was called Little Hong Kong.

As times changed, Dongxing ceased to be an "adventurers' paradise", though it continued to be an important border town and top trading port. Later, after the border war with Vietnam, Dongxing sank into silence for some time. But today the city is regaining its vigour as never before and taking advantage of its favorable geographical location as the only port linking China and Vietnam by both land and water. With favorable political and economic conditions, Dongxing has been transformed since the early 1990s into an international business and tourist paradise.

Strolling down the streets of Dongxing, it is obvious that the border city has some very unique features. Most of the old buildings on both sides of the narrow streets are of combined Chinese-Western architectural style, reminding visitors of bygone days. There are many French-style multi-storey buildings, evidence of the French influence when Vietnam was under French occupation. During the Sino-Vietnamese War, Dongxing was hit by 3,280 cannon shells, which did great damage to the buildings. Although much of the damage has been repaired, curious visitors to this border town still search out the destruction.

The old buildings, however, are decreasing in number as modern business mansions springing up as trade and commerce develop are rapidly replacing them. Both the old and new streets seem to be always crowded.
Visiting the Jing People
Dongxing is a place where the peoples of China and Vietnam have had the most frequent contact. The good neighborly relations of the border people on both banks of the Beilun River were described as "people drinking water from the same river" in the 1960s.
The close relationship can also be seen in the customs of the Jing people, who live on the Jingdao Islands at the mouth of the Beilun River, are related by blood with the Vietnamese people.

 Border Bridge Dong Xing Mong Cai

The Jingdao Islands, also known as the Three Islands of the Jing People, are the only places where the Jing people live as a distinct community in China. As the sea between the islands has been reclaimed, the three islands¡ªWutou, Shanxin and Manwei¡ªare now connected with the continent by a long dyke and have become a peninsula. The ancestors of the Jing people moved to the islands from Don Son and other places in Vietnam 800 years ago. With a population of 12,000 now, they have retained their own customs and habits.
The first thing visitors see on arrival at the Three Islands of the Jing People is a wide beach lashed by rolling waves, where groups of Jing fishermen move huge fishing nets out to sea on unique bamboo rafts and boats.
Another interesting sight is fishing on stilts. With great ease, the fishermen walk on stilts into the sea, where they cast a small net. This style enables them to fish in deeper water and prevents injury to their feet from the shells and rocks on the sea bottom. This is indeed a unique method of fishing only seen here.
The Jing depend on the sea for a living and are deeply attached to the sea. Their beliefs and festivals are also associated with the sea. One example is the Ha Festival. Ha means  "song"  in the Jing language, hence the name, the Song Festival; its origin is associated with the sea.
According to a legend, there was a man-eating centipede spirit in the sea. Every time a boat crossed its path it had to give the spirit a live man to eat. Otherwise, the boat would be capsized. Later, an immortal came to eliminate the evil for the people by throwing a pumpkin filled with hot peppers into the mouth of the centipede spirit. After swallowing the pumpkin, the centipede spirit broke into three sections, which became the three islands of Wutou, Shanxin and Manwei. The immortal was honored as the Sea Pacifying King, or Sea God. The Jing people celebrate the Ha Festival with song every year and give offerings to the Sea God. Gradually, the festival also became an occasion for singing and other amusements. During the festival, people carried the altar of the god to the seaside, where he is worshipped in the Ha Pavilion, a temple that serves not only as an ancestral shrine, but also as a singing hall and a place for amusements.

A sideshow of the festival is called "kicking sand" or "throwing leaves". When a young jing man and woman are in love, they will take a stroll on the moonlit beach. At the right time, the man will cough aloud, the first signal for the marriage proposal. The woman will slow her steps and wait; the man will scoop up a pile of sand with his feet and kick it to the woman, the second signal. If interested, she will kick sand back to the man. They thus become engaged. If there is no sand, they will wind some creeper vine leaves into a ball and express their feelings by throwing it at each other.
With the increasing number of tourist, the Three Islands of the jing have undergone great changes. More visitors come to see the virgin forest on Wutou Island where tens of thousands of egrets gather. The beach of Manwei, in particular, has become a tourist hot spot. This 13-kilometre-long broad beach is covered with fine, golden sand and washed by gentle waves. As it is facing the Silver Beach in Beihai, it is called the Gold Beach. During the summer, the beach is crowed with swimmers and colorful beach umbrellas, and some jing people have transformed into entrepreneurs of seafood restaurants and shops selling and renting swimsuits. Fishing boats now also serve as pleasure boats.
Dong Xing
If time permits, visitors should not miss the opportunity to visit Mong Cai in Vietnam on the other side of the bridge over the Beilun River. The border checks point in Dongxing is already crowded with people early in the morning; among them are businessmen and local people visiting relatives. But most are tourists going on a one-day tour of Vietnam or starting off their trip to tour the whole of Vietnam. A line drawn across the Friendship Bridge over the Beilun River marks the international boundary.
Nowadays there are only a few cargo vessels plying both sides of the river, but few years ago before the bridge was built, there were innumerable vessels sailing between the two shores of Beilun. Today, as most of the goods in bulk are transported across the bridge by trucks, the river has become deserted.
Mong Cai was once the capital of Vietnam's Quang Ninh Province with a population between 70,000 and 80,000, which made it a city of considerable size in Vietnam. After the outbreak of the Sino-Vietnamese War, most of the buildings in the city were pulled down and moved 30 kilometers away. The provincial capital was also moved to Hong Gay. Mong Cai literally disappeared. With the normalization of relations between the two countries and the development of border trade, Mong Cai has once again become a market town.
The largest building in this town is a hexagonal market building at the center of the town. On all sides of this building are open-air stalls. There are shops in both large and small streets, selling all kinds of things, ranging from surplus war materials, agricultural and sideline products, mountain delicacies and games, down to gold and silver jewellery, gems, medicinal herbs, spices, hardwood furniture, arts and crafts, and anything else that can be sold. The most characteristic of Vietnamese arts are the bone and shell carvings, which are sold at reasonable prices.
Parked in the square in front of the central market are row upon row of buses, mini-buses and passenger-carrying motorcycles, awaiting passengers starting tours in Vietnam.


De tocht van een kilometer of tien naar de grens Pingxiang --> Lang Son in Vietnam, gaat achterin een motortaxi met vrouwelijke chauffeur. Het landschap is mooi bergachtig met bamboe bossen. Sommige hellingen zijn bijna teveel voor de motor. Kruipend bereikt het motortje de Vriendschaps Poort, de grens met China en Vietnam en zet mevrouw me af. Mijn bagage loopt op rolletjes. De Chinezen hebben niet alleen sinds kort een prachtig nieuw en koel grensgebouw maar ook een  computer aan deze grens. De ambtenaar achter het ding kan sneller met een telraampje overweg. Zijn vrouwelijke collega die hem instructie geeft schuift hij terzijde. Hij kan mijn naam niet vinden. Op het paspoort kan hij niet lezen dat ik uit Holland kom. Het Koninkrijk der Nederlanden. Het nummer van mijn paspoort kan hij niet vinden. Na veel gepuzzzel blijk ik toch nog ergens China te zijn ingekomen en kan ik er nu via een stempel officieel uit. De juffrouw van de douane doet nog een poging om te informeren of ik wat heb aan te geven. Ik heb niets aan te geven. Ze schuift me snel het land uit als ik een zin in het Engels zeg.Dag China. Op naar Vietnam.

Eerst nog door de Vriendschapspoort, een soort Arc de Triomph en dan een stukje niemandsland. Ik wordt vriendelijk uitgezwaaid door het Chinese leger. Ze doen oefeningen in het elkaar neersteken met bajonetten bij de Vriendschapspoort. Ik wordt uitgenodigd mee te doen. Ik heb geen zin in dat soort spelletjes en loop door.

Pingxiang --> Lang Son --> Hanoi




Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!