|
|
De Korenwolf is van oorsprong een dier van de steppe. In Oost-Europa komt het dier nog in grote aantallen en dichtheden voor. Hoe meer naar het westen, hoe gefragmenteerder de verspreiding en hoe lager de dichtheden. In Duitsland, Oostenrijk, de Benelux en Frankrijk leeft de hamster in lössgebieden in van elkaar gescheiden populaties. Volgens wetenschappers telt een duurzame hamsterpopulatie minimaal 200 dieren. Waarschijnlijk zijn alle West-Europese hamsterpopulaties kleiner dan dit minimum.
De verspreidingskaart:
De Korenwolf in Nederland Van oudsher komt de hamster in Nederland voor op leemhoudende gronden (löss), die bijna uitsluitend te vinden zijn in Midden- en Zuid-Limburg. De hamster was in 1970 nog niet in zijn voortbestaan bedreigd. De stand was toen wel al jaren in een neerwaartse trend. Na 1970 echter raakte de soort gaandeweg zeer veel leefgebied kwijt. Resterende leefgebieden gingen in kwaliteit achteruit en raakten meer en meer van elkaar geïsoleerd. Uit onderzoek blijkt dat de soort feitelijk uitgestorven is. Een fokprogramma en de vorming van reservaten zijn de uiterste middelen om de soort voor Nederland te behouden.
Historie van de verspreiding: twee theoriën De gangbare theorie is dat de hamster in een koudere periode, zo'n vijf- tot vierduizend jaar geleden, via Rusland naar her westen is getrokken. In die tijd vormde de Noord-Europese laagvlakte een aaneengesloten steppe of toendra. Ook in Engeland, toen nog geen eiland, hebben onderzoekers botten van hamsters gevonden. Later werd het klimaat warmer en de Noord-Europese laagvlakte raakte bebost. De hamster zou hebben overleefd in de akkers van de eerste landbouwers op vruchtbare lössbodems. Historisch gezien is dit niet onmogelijk. Een andere theorie stelt dat tijdens het opwarmen van het klimaat, duizenden jaren geleden, West-Europa bebost raakte en de hamster er verdween. Vervolgens is de hamster eerst hooguit enkele eeuwen geleden, maar hoogstwaarschijnlijk in de 19de eeuw weer in West-Europa beland. Het dier kan met graantransporten of anderszins meegevoerd zijn. Her en der vond het dier in West-Europa een geschikte cultuursteppe (vooral dus kruidenrijke graanakkers op lössbodems) waar het goed toeven was. Deze laatste theorie valt te ondersteunen met historische documenten. Van veel diersoorten wordt in historiche geschriften melding gemaakt, zeker als deze soorten plagen veroorzaken, een gevaar voor de mensen vormen of nuttig zijn.
Verspreiding in Nederland Rond 1970 was de hamster in aantal en verspreiding al geleidelijk achteruitgegaan; de soort was toen evenwel niet accuut in zijn voortbestaan bedreigd. In 1994 constateren onderzoekers dat tussen 1970 en 1993 een sterke achteruitgang plaatsvond, zowel in verspreiding als in dichtheid. Het aantal hamsterburchten is in 1994 minder dan 100. In bijna de helft van de kilometerhokken (een kilometerhok is gelijk aan 100 hectare) treffen zij slechts een enkele hamsterburcht aan. De resterende hamsters zijn verspreid over meerdere locaties, die geïsoleerd van elkaar liggen. Er is op dat moment totaal geen sprake meer van enige populatie van 200 of meer hamsters. Het aantal van 200 per populatie is volgens wetenschappers minmaal nodig om duurzaam voortbestaan te garanderen. In de periode 1994-1997 is de toch al schamele hamsterstand verder gedaald. In 1994 waren er nog 17 verspreid liggende restpopulaties. In 1998 worden op nog slechts vier verschillende plekken in Limburg hamsters geconstateerd. Het gaat daarbij steeds om slechts enkele burchten. Das&Boom monitorde sinds enkele jaren de restpopulatie nabij Heer (ten westen van Maastricht). Eind 1998 kon daar nog maar van vijf burchten worden vastgesteld dat er hamsters in winterslaap gingen. In het voorjaar van 1999 kwamen de hamsters bij Heer uit hun winterslaap. Twee van de vijf burchten bleken al snel onbewoond; wat er met deze dieren was, was op dat moment onbekend. Eén hamster werd door een Das&Boom-medewerker overdag in het veld gewond -wellicht door een hond gegrepen?- aangetroffen. De akkers vormen namelijk een favoriete hondenuitlaatplaats. Das&Boom kreeg toestemming voor het vangen en opvangen van drie korenwolven uit Heer. De overheid bleek een aantal boeren in Midden-Limburg financieel tegemoet te komen voor vermeende hamsterburchten. Das&Boom stelde namelijk vast, dat het om holen van woelratten ging. Van enige aanwezigheid van hamsters was in Midden-Limburg geen spoor. In de nazomer van 1999 vindt er wederom een grote inventarisatie plaats. Uiteindelijk vindt men slechts 23 hamsterburchten, te weten op de locaties Heer (13), Amby (9) en Ubachsberg-zuid (1). De overheid verzuimt de burchten bij Ubachs-zuid en de burchten bij Amby krachtdadig veilig te stellen. Binnen twee weken na de vondst blijken de buchten omgeploegd en vindt er nadien geen herstel door hamsters meer plaats. De burchten nabij Heer liggen bijna allemaal in percelen die hamstervriendelijk worden beheerd door de Waterleiding Maatschappij Limburg en door enkele boeren. Met vergunning van de overheid en instemming van de collega-organisaties Natuurmonumenten, Natuur&Milieu en Milieudefensie, vangt Da&Boom de overige hamsters bij Heer. In totaal zijn er 1999 dus 15 hamsters gevangen. Uitgebreid onderzoek door de Britse deskundige M. Jordan (oktober 1999) wijst uit dat al deze dieren hoogstwaarschijnlijk nauw aan elkaar verwant zijn, gezien de uiterlijke tekenen van inteelt en de leeftijdsopbouw. Jordan neemt haarmonsters voor diepgaand genetisch onderzoek. Waarschijnlijk hebben de twee dieren, die in het voorjaar niet werden gevonden, twee nesten geworpen. De jongen van het tweede nest waren in een zodanige conditie, dat zij volgens Jordan in het wild niet de winter zouden overleven. De overlevingskansen in gevangenschap slaan Jordan en andere deskundigen veel hoger aan. Jordan fokt sinds jaren zelf hamsters, met veel succes. Bovendien is hij lid van de International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN). De IUCN heeft regels opgesteld voor fokprogramma's en herintroductie van dieren in het wild. Van de gevangen hamsters blijkt er een oud en ziek; het dier komt te overlijden. In het najaar van 1999 gaan 14 hamsters in gevangenschap in winterslaap. Het is nog onbekend of er nog een of enkele hamsters in Limburg in het wild voorkomen. |
© Henk Smits |