Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Vruchten en zaden


 
Na de bevruchting ontstaat er een vrucht in het vruchtbeginsel.
De vorm van de vrucht en het aantal zaden
is van soort tot soort verschillend.

Er is een enorme verscheidenheid aan vormen.
Op grond van de bouw worden de vruchten in verschillende typen ingedeeld:
Kokervrucht ontstaat uit een enkel vruchtblad en springt
na de rijping langs een overlangs naad open.
Peul wordt ook uit één vruchtblad gevormd,
maar springt meestal open via twee zijnaden.
Peulen zijn meestal langwerpig van vorm.
Doosvrucht wordt gevormd uit verscheidene vruchtbladen.
Bij rijpheid is de vruchtwand meestal droog,
leerachtig of verhout en gaat de doosvrucht met spleten open.
Steenvrucht heeft een vruchtwand uit verschillende lagen.
De buitenlaag is vaak vlezig en sappig.
Een inwendige, verhoute steenkern omsluit het zaad. (zoete kers)
Noot heeft een geheel verhoute vruchtwand die een min of meer
harde schaal vormt die bij rijpheid van het zaad niet openspringt. (eik)
Samengestelde vruchten ontstaan uit bloemen
met verscheidene vruchtbeginsels.
Elk vruchtbeginsel ontwikkelt zich dan tot een deelvrucht.
Een samengestelde vrucht valt in zijn geheel van de boom. (tamme kastanje)

Bij naaldbomen ontstaat er geen vrucht, maar worden er kegels gevormd.
Deze zijn als volgt opgebouwd:
Op de kegelas zitten bladachtige schubben die bij rijping verhouten.
Men onderscheidt hierbij dekschubben en zaadschubben.
Dekschubben zijn al tijdens de bloei goed zichtbare,
schubvormige blaadjes in wier oksels de zaadschubben
met daarop de zaadknoppen staan.


 
 
 
Meer over planten:
Wortelstelsel
Stengels
Bast en schors
Boomknoppen
Bladeren
Bloemen
Bestuiving
Vruchten en zaden
Verspreiding

 
 
 
Terug naar:

Home
Groene planten