BUSREISVan Kathmandu naar PokharaTe vroeg uit de verenOm vijf uur word ik al gewekt, een half uur eerder dan verzocht. Ik durf niet nog wat door te slapen omdat ik bang ben me dan pas echt te verslapen. In plaats van te ontbijten drink ik twee mokken gloeiend hete koffie. Daarna ga ik sjouwend met mijn tassen in het duisternis op weg naar het nabijgelegen busstation. Ik ben er de eerste passagier die zich meldt, dat is pas matineus! Dat zouden ze op school eens moeten weten. Exact om zeven uur vertrekt de bus. Hij zit half vol toeristen, aangevuld met Nepalezen uit de gegoede burgerij. Green Line heeft de naam de beste (en ook duurste) buscompany van het land te zijn. Tijdens het eerste gedeelte van de reis mis ik indrukken van het landschap waar we doorheen rijden: eerst door de duisternis, daarna doordat ik in slaap ben gevallen en tenslotte gooit ook nog de hardnekkige ochtendmist roet in het eten. Als het zicht helder is geworden kun je pas zien hoe mooi de streek is waar we zitten. Steenbrekers zijn echte sloebersWij rijden voortdurend door rivierdalen. Langs de oevers van de Triseti - rivier hebben zich veel steenbrekersfamilies gevestigd, in mijn ogen zijn dit samen met de menselijke pakezels de meest te beklagen arbeiders in dit land. Met lange stokken woelen ze, op blote voeten in de ochtendkou, geschikte stenen los in de drooggevallen rivierbedding. Dit soort paria's zorgt ook voor de 'muren' langs de weg. Geen gemetselde baksteen of iets dergelijks; nee, deze muren bestaan uit mooi op elkaar gestapelde, op maat gekapte rotsstenen die met kippengaas bijeen worden gehouden. Erg stevig lijken ze me niet.
|
Als ik weer op weg ben voor de laatste etappe naar Pokhara moet ik regelmatig terugdenken aan mijn voormalige Hongaarse vriendinnen Tünde en Eva (die overigens in Roemenïe woonde). De reis wordt minder interessant, omdat we uit de bergen de vallei van Pokhara inrijden. Op dat meer vlakke terrein kunnen we plotseling genieten van prachtige vergezichten op het Annapurna - bergmassief dat veertig kilometer verderop parallel aan onze weg loopt. Ik probeer wat foto's uit de rijdende bus te maken, maar het resultaat is niet bijster goed.
Om twee uur komen we in Pokhara aan. We stappen uit in de toeristengebied Lakeside dat uiteraard aan de oever van het Phela - Meer ligt. Een taxi brengt me in twee minuten naar het hotel Green Peace. Wat ik onderweg zie geeft me te denken. Hier ga ik me vervelen, althans als ik in dit puur op de commercie toegesneden dorpje blijf. Bijna alles staat hier in het teken van het toerisme; hotels, restaurants, souvenirshops en booking offices bij de vleet Mijn hotel is gelukkig van een heel behoorlijke standaard. Ik heb alles wat ik wens en bovendien werkt alles ook nog, bij aankomst wel tenminste. Keurig nieuw sanitair, airconditioning, een dubbelbed, veel verschillende lichtpunten, zitje met schrijfbureau en een satelliettelevisie staan tot mijn beschikking. Het personeel is aardig, bijdehand en spreekt een redelijk woordje Engels, de poetsjongens uitgezonderd. Op mijn balkon blijf ik een uurtje in het milde zonnetje relaxen. Het stadje ligt op slechts achthonderd meter hoogte, vergeleken met Kathmandu (dat op 1400 meter hoogte ligt) is het klimaat hier minder streng. Ik eet een Filet Mignon in het veramerikaanste restaurant Mike's aan de oevers van het blauwe meer. Het eten is slecht, maar honger maakt rauwe bonen zoet. De prijs is aan de hoge kant. Dat merk ik ook als ik de zoveelste e-mail naar Clim opstuur en twee keer zo veel moet betalen als in Kathmandu. Op alle gebieden blijkt het prijspeil hier hoger te liggen. Vooral met eten en bier drinken tikt dit aan, want dat is het enige wat je hier kunt doen, lijkt me.
Lakeside in Pokhara: |
weinig aantrekkelijk toeristisch oord |
Pagina's op deze Nepal - site:
|