SARANGKOTEen klein bergje bedwingenHotels op de topAl voor negen uur zit ik bij Prakesh in de taxi. Hij zet me een paar honderd meter onder de top af, want daar kan hij niet meer verder. Het laatste stuk moet ik zelf omhoog. In de reisgidsen geeft men aan dat dit een half uur kost, maar ik doe er veel langer over. Hier en daar maak ik een praatje met mensen die aan het pad wonen. Ook sta ik regelmatig stil om foto's van kinderen of van het weidse uitzicht op het Annapurna-massief te maken. Ik heb een onbelemmerde blik over de 'foothills' tot aan de Himalaya die echt als een muur oprijst uit het landschap. Ik heb geluk, want er is geen noemenswaardige bewolking, noch is het heiig vandaag. Op de top blijf ik een paar uur rondhangen; niet alleen genietend van het panorama, maar ook lezend en een ontbijt met omelet en warm Tibetaans brood gebruikend. Op de top liggen namelijk restaurantjes en zelfs een of twee hotels. Een aantal van de meer eenvoudige trekkings start of eindigt hier. Ook de zonsopgang en -ondergang schijnen vanaf de top heel mooi te zijn. Wil je die meemaken, dan moet je er wel blijven overnachten omdat klimmen en dalen in het duister sterk wordt afgeraden. Richard, tourist from Hong KongIk maak er een praatje met een Richard Lee, een 'young urban professionel' , yup dus, uit Hong Kong. Hij beweert 'junior bank officer' te zijn, maar daar geloof ik niet veel van. Zijn houding is daarvoor veel te nonchalant en zijn gebit is een chaos. Dat laatste is in China een bewijs dat je niet tot de toplaag van de samenleving behoort. Hij is met een groep hier, waarvan de meeste onder aan de berg zijn blijven steken. Desgevraagd vertelt hij me dat de meeste inwoners van de voormalige Britse kroonkolonie geen echte last hebben van de nieuwe overheersers, de communistische Chinezen van het vasteland. Zo lang je je maar niet bemoeit met politiek leggen zij je geen strobreed in de weg. Alleen op het gebied van de taal zijn er veranderingen doorgevoerd. Het voorheen gebruikte Kantonees is vervangen door het Mandarijn, dat uit Noord - China afkomstig is. Gelukkig is het karakteristieke schrift hetzelfde gebleven, zodat communicatie niet helemaal is uitgesloten. Nee, Richard is een tevreden man. Weids uitzicht op de HimalayaSarangkot is 1593 meter hoog, het stadje Pokhara ligt op 884 meter hoogte. Op de top wordt een donatie voor restauratie van tempels gevraagd. Iedereen geeft wat, valt me op. Daar staan ook nog banyan- of bodibomen die gekenmerkt worden door de vele brede bovengrondse wortels. Veel van die bomen hebben een religieuze functie gekregen. Naar het schijnt heeft de Boeddha onder een van hen het licht gezien. Interessant is de plaquette waarop de namen staan gegraveerd van de bergkolossen die je van dit punt van links naar rechts kunt zien. Links begint het met de Dhaulagiri, rechts eindigt het met de Annapurna IV piek. Naar het noorden kijk je zoals al gezegd uit op de Himalaya. Als je je blik naar het zuiden werpt zie je ver onder je de spiegelende vlakte van het Phela Tal - meer met Lakeside liggen. Die kant ga ik op als ik even na twaalf uur begin aan de afdaling, waarvoor volgens de boeken twee uur staat. Opdringerige kinderenIn het begin word ik vaak aangeklampt door jochies die zich als gids opdringen, maar ik heb geen behoefte aan hun overbodige diensten. Verdwalen kun je hier niet echt, recht omlaag gaan is eenvoudigweg het devies. Op de flanken van de hellingen liggen kleine dorpjes, die het van landbouw moeten hebben. Na een uur wordt de omgeving wat ruiger en loopt het pad door struiken en bosschages. Daar krijg ik gezelschap van een wel bijzonder hardnekkige 'gids', deze keer iemand die ouder is en redelijk Engels spreekt. Ik kan hem maar niet van me afschudden. Van de weeromstuit maak ik een praatje met hem. Citaat
|
Het meer is dan niet ver meer. Via rotsige paadjes, droge beekbeddingen en slordige trappen van leisteen bereik ik de droogstaande rijstterrassen. Daar moet ik over de dijkjes heen naar het meer lopen. Ik ben toe aan een lange rustperiode. Niet omdat ik uitgeput zou zijn, maar wel omdat mijn krakende knieën, stramme gewrichten en een slap gevoel in de benen me tot rust manen. Het is dan al half drie, een half uur "over tijd" dus ....Met uitzicht over het vredige meer zit ik een uur lang te lezen onder een eenvoudige bamboe overkapping van een restaurantje. Het is nog een half uur lopen naar Lakeside; ondertussen drink ik een liter mineraalwater op, want ik voel me een beetje uitgedroogd. Onderweg heb ik drie uur lang niets te drinken gehad; met die inspanningen en onder die zon merk je dan al gauw dat je vocht moet bijtanken. Dit gedeelte van de oever doet nogal armoedig aan; hier komen wel toeristen, maar alleen plaatselijke of westerlingen die écht op zwart zaad zitten. De prijzen liggen er belachelijk laag, maar de kwaliteit van het gebodene is dan ook navenant. Voor de afwisseling eet ik eens een Indiase schotel met dal, curry, geitenvlees en chapati's. Echt lekker smaakt het niet als je weet dat er tal van andere heerlijke gerechten op het menu staan.
Er is brand in het dorp. Alle autochtonen, op de winkeliers na dan, rennen nieuwsgierig achter de brandweerauto aan. Enkel de toeristen blijven rustig zitten, die zijn niet zo sensatiebelust. Zou een cultuurverschil daarvan de verklaring kunnen zijn, of is men in het westen dankzij televisie blasé of ongevoelig geworden voor opmerkelijke gebeurtenissen? Ik snuffel nog wat rond in de vele boekhandels die er tot mijn verrassing liggen. Ze hebben allemaal afdelingen met duizenden tweedehands boeken die trekkers hebben achtergelaten. Je kunt er je eigen boeken die je uit hebt ook ruilen of verkopen. Ik besluit het laatste; 'Bombay ijs" heb ik inmiddels uit, dat kan ik ruilen voor 15 ansichtkaarten. Op de stoffige schappen ontdek ik dat de complete wereldliteratuur aanwezig is, vooral in het Engels. In het hotel ligt mijn wasgoed keurig gewassen en gestreken op mijn opgemaakte bed . De lampen in de badkamer zijn nog steeds niet gerepareerd of vervangen.
Pagina's op deze Nepal - site:
|