DORPSLEVENLeven op het plattelandVerkenning van dorpslevenOm negen uur sta ik te wachten bij het busstation van Green Line dat enige blokken van het hotel verwijderd ligt. Ik ga met een groep van twaalf Nederlanders onder leiding van een plaatselijke gids enkele dorpen in de omgeving verkennen. De dorpjes liggen tien, vijftien kilometer van de stad in de lagere heuvels die Kathmandu. omringen. We rijden via Patan en het uitgestrekte terrein van de universiteit, waarvoor men honderden boeren het bouwland heeft moeten onteigenen. Tegenwoordig verdienen die boeren de kost met het maken van handwerkproducten voor toeristen. Ook allerlei andere traditionele ambachten hebben ze weer opgenomen. In Kirtipur stappen we uit en gaan te voet verder. Veelbewogen bloedige geschiedenisKirtipur ligt op een heuvelrug en was vroeger een strategische plaats, die de toegang tot de hele vallei beheerste. Hier heeft dan ook menige veldslag gewoed. De laatste vond plaats in 1768. Nadat het fort na een belegering van twee jaar overmeesterd werd door een Ghurka krijgsmacht, werden de oren en neuzen van alle overlevende mannen afgesneden als straf voor hun langdurige verzet. Sindsdien heeft deze stad geen militaire rol van betekenis meer gespeeld. De inwoners hadden genoeg van strijd en geweld. Het stadje lijkt van verre meer op een uitgestrekte militaire vesting dan op een boerendorp. Vanuit Kirtipur wandelen we met de groep op ons gemak via dorpjes als Panga, Chobar en Kohkna naar onze eindbestemming Bungamati. Daar worden we weer door de bus opgepikt. Genoeg interessants te zienKirtipur heeft verschillende bezienswaardigheden, zoals een stoepa, een Vishnu - tempel met een fraai uitzicht over het dal en een fonkelnieuwe Thaise Boeddha - tempel, geschonken door Bhumipol, de huidige koning van "Siam". Het meest interessante vind ik echter de manier waarop het dagelijkse leven van de autochtone bevolking zich voor onze westerse ogen ontrolt. Praktisch alle activiteiten zijn er gericht op landbouw, indirect dus op brood op de plank. Het zijn hoge huizen, dicht op elkaar gebouwd en bestaande uit leem en stenen. Hiernaast kijken drie generaties Nepalezen me uitdrukkingsloos aan wanneer ik een foto maak van een opmerkelijke klok in een van hun talloze tempels. Citaat
|
Onze gids, Kisson Nagarkoti geheten, is een tanig mannetje van mijn leeftijd en draagt kleren uit de jaren zestig; verschoten spijkerjack en een ouderwetse hoornen bril. Gelukkig spreekt hij voor mij verstaanbaar Engels, waardoor ik regelmatig met hem in gesprek raak. Eigenlijk is hij fotograaf van stiel, maar hij werkt al jaren als gids bij Marco Polo Travels, een plaatselijk bureau waaraan OAD al haar excursies en binnenlandse reizen heeft uitbesteed. Dankzij de toeristen heeft hij zijn kinderen kunnen laten studeren in India, vertrouwt hij me niet zonder trots toe. Hij komt vaak in deze dorpen en kent er vele mensen persoonlijk. Als hij er bij staat is fotograferen dan ook geen enkele moeite; de mensen vinden het dan zelfs leuk. Zonder zo'n welkom binnenkomertje met een gids lijkt me het maken van foto's vaak een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de bevolking. Daarom maak ik ook gretig gebruik van mijn telelens, je kunt zo een eerbiedige afstand tot de mensen bewaren. Bovendien hebben ze meestal niet in de gaten dat ze in de zoeker van een of andere camera zitten en dan gedragen ze zich een stuk natuurlijker. Na afloop van deze dagexcursie heb ik bijna een heel rolletje van 36 opnames volgeschoten.
Nog niet zo lang geleden, acht jaar meen ik, heeft Nepal een soort constitutionele monarchie gekregen, een hele verademing na eeuwen feodalisme en autoritair koningsbewind. De dorpen waar ik vandaag doorheen trek lijken me allemaal in de ban van het communisme, een politieke stroming die in de rest van de wereld zwaar op haar retour is. Hier schijnt zij gezien de banieren, vlaggen en leuzen op de muren echter nog springlevend te zijn. In de verkiezingen van vorig jaar hebben de roden een niet te veronachtzamen aantal zetels in het parlement weten te veroveren. Regeringsmacht hebben ze niet, daarvoor is de partij te klein. Waarom juist deze dorpen communistische bolwerken zijn weet ik niet; ook gids Kisson moet me op die vraag het antwoord schuldig blijven.
Rond het middaguur dalen van de heuvelrug af naar het rivierdal van de Bagmati die zich hier in miljoenen jaren tijd een weg door de heuvels heeft geslepen. Vlak voor de nauwe kloof van Chobar is in het begin van de deze eeuw een ijzeren brug uit het Schotse Aberdeen aangelegd. De onderdelen van deze brug werden per muilezelkaravaan uit Bombay (2.000 kilometer verderop) aangevoerd. Een prestigeproject, want echt nodig was de brug niet. We klimmen een stuk omhoog tegen de andere oever en strijken in de schaduwen van de schaarse bomen neer. We hebben een weids uitzicht over de vallei; helaas wordt dat bedorven door een cementfabriek aan de oevers die met zijn walmende schoorstenen de omgeving danig vervuilt. Een echte dissonant in dit vredige landschap.We krijgen allen een lunch pakket uitgereikt met de volgende inhoud: 2 gekookte eieren met zout, twee sandwiches, een kipschnitzel met een kippenbot er aan bevestigd, een stukje kaas, een appel en een banaan en tenslotte nog een handvol chips om de doos helemaal te vullen. Ik laat het me goed smaken. Met tegenzin neemt Kisson de lege dozen mee om ze later opgelucht ergens op een vuilnishoop te dumpen; eigenlijk had hij ze al direct achteloos langs de weg willen deponeren zoals alle Nepalezen dat doen. Bij een groep Nederlanders kun je je zo'n milieuonvriendelijk gedrag echter niet veroorloven en dat weet de goede man.
Onder het lopen maak ik kennis met enkele van de wandelaars. Er loopt ook een zekere Hans mee; deze blijkt net als mij leraar Nederlands aan een middelbare school te zijn. Hij geeft les m Helmond en tijdens rustpauzes beantwoordt hij de vragen over stijlfouten die twee middelbare scholieren uit Bodegraven hem stellen. Ik hou wijselijk mijn mond, bang om door de mand te vallen. Ook loopt er een goed geconserveerde vrouw van mijn leeftijd mee die vergezeld gaat van haar moddervette dochter van twintig. Als 's middags de zon gaat branden loopt zij alleen nog maar in haltershirtje rond, waardoor alle Nepalese mannen naar haar omkijken. Aan hun gezichtsuitdrukking kan ik niet beoordelen of ze dit nu aantrekkelijk of wanstaltig vinden. Ik neig naar het laatste.
Na de middag gaat de tocht verder door droge terrassen, want de rijst is enkele maanden geleden geoogst. Wel groeien er nu andere gewassen zoals kool, aardappelen, wintertarwe en gierst. Gelukkig is het al weken droog gebleven zodat we moeiteloos over de dijkjes en walletjes tussen de velden door kunnen lopen. Via het dorpje Khokna bereiken we het grotere plaatsje Bungamati, waar de tocht eindigt. We bekijken de laatste tempel die aan een plein omringd door graanpakhuizen en hoge boerderijen ligt. Ook in dit laatste dorp bruist het leven kleurrijk.Het busje staat ons op te wachten en brengt ons via de rondweg terug naar de "grote"stad.
Terug in Kathmandu ontdek ik een plek waar ze uitstekende koffie serveren.
Alweer geen e-mail van Clim, wat me zo verbaast, dat ik inzage vraag in de lijst
van binnengekomen mail. En ja hoor, daar ontdek ik mijn eigen adres als afzender,
maar de geadresseerde staat onder het trefwoord "Response" genoteerd.
Hij schrijft in telegramstijl, alsof elke letter geld kost. Dat valt me tegen,
ik had een uitgebreider antwoord verwacht. Daarom kwam dat bericht dus niet
aan, het was gewoon verkeerd geadresseerd! Ik mail Clim onmiddellijk terug met instructies hoe hij het dan wel moet
aanpakken. Ben benieuwd of het de volgende keer beter zal lukken. Na een maaltijdsoep
vol heerlijke, gevulde momo's blijf ik de rest van de avond lezen op mijn kamer.
Pagina's op deze Nepal - site:
|