PASHUPATHINATHOp naar de crematie-ghatsInfo over Kathmandu1
/ Info over Kathmandu 2
/ Kaartje Kathmandu
|
Die morgen ben ik weer vroeg op. Na een ijskoude douche en een Amerikaans ontbijt met spek en eieren laat ik me in een motorriksja naar de Hindoeïstische tempel van Pashupathinath in het oosten van de stad brengen. Het verkeer is erg hectisch in het spitsuur. Bij de ingang koop ik in een impuls direct twee zware houtsnijwerkjes. Ook word ik daar al belaagd door kleurrijke sadhoes met lange haren en wilde baarden die voor een kleine geldelijke tegemoetkoming graag op de foto willen. De meeste foto's uit de serie "Sadhoes" stammen uit dit complex, dat het belangrijkste Hindoecentrum van het land is. Het is tevens een bedevaartsoord voor Indiase gelovigen die er speciaal een gereïncarneerde vorm van Shiva komen vereren. Dat kun je ook aan die bedelmonniken zien die vaak met een Shiva drietand rondlopen.
Het is er nog niet druk, Zodat ik alles op mijn gemak kan bekijken. Helaas mag ik als niet - Hindoe niet de hoofdtempel binnengaan, maar in de bijtempels, onder andere die van de godheid Rama, ben ik wel welkom. De tempel van Rajraniesjwar, meer een bouwval eigenlijk, is inmiddels als dharamshala in gebruik genomen. Dit betekent dat er ouderen zonder familie, daklozen en andere behoeftigen permanent onderdak hebben gevonden in de tempel. Ze kruipen net verkleumd uit hun haveloze dekens als ik er rondloop, want het is nog maar net licht. Op de crematieghats, de trappen naar het water waar de doden gecremeerd worden, is nog niet veel bedrijvigheid. De meeste crematies vinden in de namiddag plaats, maar daar zal ik niet op wachten. Dat hier nog echt veel gebeden wordt kun je zien aan de vele kraampjes met souvenirs en vooral offergaven en bloemen voor de pelgrims. In de omgeving is alles gericht op het geloof. Ik neus er op mijn gemak rond, loop hier en daar een binnenplaats op, waar een schoolplein blijkt te zijn (ineens veel aandacht voor mij dus) en beklim een nabije heuvel om een betere totaalindruk van het complex te krijgen. Ik hou het daar voor gezien en steek de sterk vervuilde rivier over.
Ineens zie ik enkele apen in de rivierbedding verschijnen, even later gevolgd door hele families, wat heet, een invasie van een honderdkoppig monkeyleger volgt. De tientallen al dan niet schurftige honden, die tot nu toe soezerig in het ochtendzonnetje lagen te dutten, krijgen lucht van hun vijanden en ontwaken. Slapende honden moet je niet wakker maken, dat hebben de apen geweten. Wat dan volgt is dan ook een onvervalste veldslag tussen onze trouwe viervoeters en de mensenklonen, de apen. Grauwend en happend zitten de honden achter de apen aan, die als katten blazen en krabben en zich vliegensvlug in veiligheid brengen in bomen en op muren. Na een minuutje eindigt de strijd onbeslist. Die apen zijn trouwens beesten die je niet zonder handschoenen moet aanpakken. Ze kunnen best gevaarlijk zijn.
Aan de andere kant van de rivier ligt een dozijn chattri's, een soort kapelletjes.
Daar huizen de sadoes die op de foto willen. Naarmate mijn voorraad kleingeld
slinkt groeit mijn collectie opnames voor de voorgenomen fotoserie. Net nadat
ik een foto heb gemaakt van een trio slangenbezweerders hoor ik achter op de
trappen iemand hijgend achter me aan komen. Als ik omkijk zie ik zowaar (ex-)collega
Gijs die net rond die tijd met zijn rondreisgroep bij de tempel gearriveerd
is. Hij heeft me in de verte gezien en wil me nog vlug even goedendag zeggen.
We lopen een stuk met elkaar af en wisselen ervaringen uit. In een bos op de
heuvel nemen we afscheid en spoedt hij zich via een uitzichtpunt terug naar
zijn groep. Hij baalt een beetje want hij heeft de oplader (zegt men dat zo?)
voor zijn filmcamera in zijn hotel vergeten. Boven op de heuvel ligt nog een
stel oeroude tempels die door uitgebreide apenfamilies gekoloniseerd zijn. De
Nederlandse attractie de Apenheul is hiermee vergeleken peanuts. De bewoners
van deze apenrots zijn brutaal, hooghartig en roofzuchtig. Ook zijn ze bijzonder
vechtlustig; onderling wordt menig robbertje uitgevochten waarbij geen enkel
middel geschuwd wordt. Waarschijnlijk staat er een plaatsje hoger in de hiërarchie
op het spel of is een loops wijfje in het geding.
Waar ik nu ben komen geen toeristen meer, dat is voor hun te ver lopen. Als ik een onbeheerde chattri binnen wil gaan om een foto te nemen word ik plotseling aangevallen door een teef die er met haar pas geworpen nest jongen onderdak heeft gevonden. Het terrein rond deze tempels is bezaaid met reusachtige lingams, dit zijn forse penissymbolen van steen die bij de Shiva - cultus horen en de vruchtbaarheid voorstellen. Aan de andere kant daal ik de dichtbegroeide heuvel af en kom opnieuw uit bij een tempel. Hier word ik op onvriendelijke wijze letterlijk weggejaagd door een politieagent; toegang tot de tempel is alleen aan Hindoes voorbehouden. Hoe kan hij nou weten dat ik geen Hindoe ben? Alleen door mijn westerse uiterlijk dus, wat in feite een onbehoorlijke vorm van discriminatie is. Dat moet je eens met een Marokkaan in Nederland proberen.
Ik ben hier weer bij de rivier die zich met een lus om de heuvel slingert. Vanaf een uitstekende rotsblok tien meter boven de stroom springen jonge aapjes kirrend van plezier het water in. Proestend komen ze boven, crawlen rap naar de oever en klauteren naar dezelfde rots om zich hernieuwd naar beneden te werpen. Het zijn net mensen, die apen. Dit lijkt Acapulco in het klein wel, alleen ben ik hier de enige toerist die van het schouwspel staat te genieten. Voor me ligt een loopbrug die op geen enkele kaart staat aangegeven. Als ik die oversteek kom ik terecht in een soort nieuwbouwwijkje waar geen enkele planning aan te pas is gekomen. Het wordt voornamelijk bewoond door Tibetanen. De van oorsprong Tibetaanse stoepa Bodnath kan dus niet ver meer zijn....
Pagina's op deze Nepal - site:
|